Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4119. D. de Wilhem. (L.B.)

Ik ben zeer getroffen door den dood van onzen vriend³⁾ en mijne vrouw is er heelemaal door van streek, zoozeer dat wij heel voorzichtig met haar moeten zijn. De heer Bockhorst⁴⁾ schijnt de zaken te zullen redderen. Ik zou niet gaarne willen, dat mijne brieven aan den gestorvene in handen kwamen van den heer Rivet, want dien heb ik wel eens een weinig belachelijk gemaakt. Het geschil tusschen den raad en den thresorier van Z.H. is nog altijd aan den gang; er zijn erg gekke dingen bij die papieren. Gij hebt zeker het boek al gezien, tegen Rivet geschreven⁵⁾ en waarvan Grotius de schrijver heet. Op blz. 237 wordt gij bedoeld. Er loopt een gerucht, dat de Infant van Spanje⁶⁾ zou huwen met de oudste dochter van Z.H. De heer van Nederhorst⁷⁾ is raad van Z.H. geworden. De la Haye, ce 19 de 7b (Sept.) 1645.

3) Nl. de Mory; zie No. 4112.

4) Amelis van den Bouchorst; zie III, blz. 419.

5) Nl. Rivetiani apologetici, pro schismate contra Votvm pacis facti, discussio. Ieronopoli ..... 1645. - Het werk is van Grotius.

6) Philips IV (1605-1665), die in 1621 koning was geworden en in 1615 getrouwd was met Elisabeth van Frankrijk, had uit dat huwelijk vijf kinderen. Van één der prinsen is hier sprake.

7) Zie blz. 97 en 205.