Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4177. C.B. de Petersdorff⁴⁾. (L.B.)

Als mijne zoons na den veldtocht geene aanstelling krijgen, wacht ik hen hier. Maar ik hoop, dat zij eene der nieuwe compagnieën in Maastricht zullen krijgen, om later tot de ruiterij over te gaan. Zij kunnen ook hier wel

4) Zie No. 4045. - Er is een briefje van één der zoons aan toegevoegd.

[p. 243]

eene betrekking krijgen, maar ik zou hen zoo gaarne laten in dienst van Hunne Hoogheden. Mijn proces is nog altijd niet beslist¹⁾. Het huis van Montfoort is wel in rouw gedompeld door het sterven van dien goeden vorst²⁾. De vorstin³⁾ klaagde er vroeger al over, dat Z.H. geen regiment wilde geven aan haar zoon. De Liege, en haste, ce 29 Octob. 1645.

1) Zie t.a.p.

2) Waarschijnlijk Floris, baron van Merode, markies van Westerloo en sedert 1639 burggraaf van Montfoort. Hij werd opgevolgd door Ferdinand Philips, graaf van Merode, markies van Westerloo, die in Aug. 1648 Montfoort verkocht aan de Staten van Utrecht.

3) De echtgenoote van Floris van Merode heette Maria Anna Sidonia, gravin van Bronckhorst en Batenburg.