Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4210. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Het gerucht wordt bevestigd, dat de troepen van Lamboy door de Franschen zijn geslagen en dat drie van hunne regimenten geheel zijn vernietigd.

[p. 259]

Te Antwerpen is een hevige twist geweest tusschen den schepen de Groot¹⁾ en den bevelhebber van het kasteel, graaf de Salazar²⁾; de laatste had de corps de garde van de burgerij doen bezetten en den schepen in zijn huis met den blooten degen gedreigd, maar hij moest naar het kasteel vluchten.

Morgen breekt het leger op naar den Polder van Namen. Er blijven hier 38 compagnieën achter en de garnizoenen van vele plaatsen aan den Rhijn worden kleiner, maar die van Breda, den Bosch en Bergen op Zoom houden elk ongeveer 50 compagnieën.

Z.H. zal morgen in het fort S.^t Anne of aan boord middagmalen en komt s'avonds misschien nog in Bergen op Zoom aan. Maar dat hangt er van af, hoe snel de troepen vooruit komen, want de weg is erg slecht. Doch soldaten, die naar hun garnizoen terugkeeren, geven daar niet om. Misschien schrijf ik nog uit Bergen. Au camp de Hulst, le 18^e Novemb. 1645.

1) Hij komt niet voor onder de schepenen van Antwerpen.

2) Misschien dezelfde, die in 1622 als generaal der Spaansche ruiterij deel nam aan het beleg van Bergen op Zoom door Spinola en aan den veldtocht van 1629.