Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

[p. 288]

4292. L.G. Renesse. (L.B.)

Men is hier zeer tevreden over wat er door Z.H. met mij verhandeld is voor het stichten eener Illustre School¹⁾. Den magistraat heb ik, op zijn verzoek, alles meegedeeld; ik werd gelukgewenscht als professor en regent²⁾; twee heeren worden naar den Haag afgevaardigd om te bedanken. Aan professor Sengwerdius³⁾ te Utrecht heb ik geschreven; hij zal een zeer geschikt professor in de wijsbegeerte en tevens subregent zijn. Medici zijn hier genoeg, maar er moet een botanicus wezen. Als Sengwerdius niet wil, zou Kieper⁴⁾ goed zijn. Gaarne wil men hier Boxhorn hebben. Den professor in de rechten moet gij maar kiezen. Het zou goed zijn, als de benoemingen spoedig plaats hadden. 1646, 14den Martij.

1) Zie No. 4188.

2) Hij was niet alleen benoemd tot professor in de godgeleerdheid, maar ook tot regent van het Collegium Auriacum, eene instelling als het Staten-College te Leiden.

3) Arnoldus Senguerdius (1610-1668), geboren te Amsterdam, studeerde te Leiden en te Franeker in de theologie, werd in 1636 professor te Utrecht in de wijsbegeerte en volgde in 1648 Barlaeus op aan de Illustre School te Amsterdam.

4) Albert Kyper, of Kuperus, geb. te Konigsbergen, werd 30 Juni 1638 op 24-jarigen leeftijd te Leiden als medicus ingeschreven. In 1643 werd hij daar lector, in 1646 professor te Breda en in 1648 te Leiden, waar hij in 1655 is gestorven. Hij heeft vele werken geschreven.