Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.59 MB)

XML (1.90 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

(1915)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

4760. D. Graswinckel. (L.B.)

Het gunt U W E op de dood van wylen onsen ghemeenen vriend Barlaeus heeft ghemaektGa naar voetnoot4) ende my jonstelyck ghelieft heeft ghehad mede te deelen, is recht U W E werck, een waerdigh afsettsel van desselfs geest ende gheestigheyt, met een woord, verre t'alderbeste, dat ick op dat subject hebbe ghesyen. Byaldien myn dankzegging wegens de gedaene communicatie soo groot konde zyn als het vers onovertreflyck, vol oordeels, ende zinryck is, ick en behoufde nyet bekommert te zyn; nemaer nyet grooter konnende syn dan als haer myne gheringheyt toelaeten kan, werd ick ghenoodsaeckt, t gunt hierinne ontbreeckt, van U W E beleeftheyt tot vervullinge ghedienstelyck te versoeken.

My selfs aenlangende, moet ick my ook anderwerf - naer sooveele voorighe moeielyckheden, die nochtans by U W E altyd mewaerdelyck aenghenoomen ende t mynen beste, by deselve, des Gode de lof, U W E den danck voor altyd blyve, syn ghereddert - importuyn aenstellen ende raed vraeghen. Het is onder personen van oordeel ende verstant onseker, of een dienaer van een groot heer recompense te eyschen heeft wegens syne ghetrouwe diensten, of nyet. Die neen seggen, gheven voor reden, qu'assez demande qui bien sert, [en] allegueren t'exempel

[pagina 460]
[p. 460]

van den Coningh Louis aen syn chancellier: fay mes affaires, je feray les vostres. Die jae seggen, geeven voor, dat men derghelycke heeren, als in extractie booven anderen, in grootheyd naest aen God komende, nyet beter en bejegent dan men God selfs, die op versoucken, op ghebeden zyne gunsten toesegt, syn genaden uytdeelt, jae uytstort, ghewoon is te bejegenen; dat uyt soodanighe versouken derselver grootheyt ten toon staet, ende uyt de veelvuldigheyt van haere weldaeden de uytmuntentheit van die magnificentie, dewelke als eene vry eygen deugd, den grooten toekoomende, by geen particulieren erlanght nochte bereyckt en kan werden. Waerby sy ook voeghen, dat de ghestaedigheyt van soodaenighe versouken een waerborgh verstreckt van der minderen plichtbaerheyt ende desselfs erkentenisse; jae, dat d heeren reden hebben om dien afgunstigh te syn, die niet en versoeken, in schyn of sulk ghelaeten wiert uyt een verwaende selfbestendigheyt, ende of men des gunsts ende ghenaedes onbehoeftigh waere, ende sich als soodaenig socht aen te stellen.

Hierin, wel E E Heer, stae ick still. Ick hebbe t eerste - behalven t gemeen met myn heeren confreres, waeroover ick gedeclareert hebbe ende ten dancke gheloont sy - met onghemeene trouwe, vlyt, arbeit, expeditie ende alle anderen naerlaetende betracht, tot contentement van onsterflyker ghedachtenis syn HoogheidGa naar voetnoot1), ende ook sedert, en dat nu vele jaeren langh, soo in de saeke van ChasteaubelinGa naar voetnoot2), als Gulick en Gelre, en de pretensien uyt den hoofde van prins PhilibertGa naar voetnoot3) hercoomstigh, dogh sonderlingh in t proces tegens den hertog van LonguevileGa naar voetnoot4), ende booven alles van den Koning van Vranckryck zelfs, uyt wiens cabinet ick twee gheschriften hebbende door myn beleyt weten te bekoomen, by dewelke syn Maj.t syne pretensien op t prinsdom van Orange hebbende doen justificeren door d'heeren Du PuyGa naar voetnoot5) ende du PeireiscGa naar voetnoot6), twee - soo U W E ten beste bekent is - de gheleerste van dat ryck nyet alleen, maer onder de uytmuntenste van onse eeuwe, ende die daeroover voor haer leven langh seer heerlyck erkent ende gherecompenseert syn gheweest, ick syne Hoogheyt die schriften nyet alleen in oitmoedigste ghediensticheyt ter hande ghestelt hebbe, maer daer ook byghevoeght myne wederlegginge, die ick - sonder roem - tegens alle ende een yder bereyd ende machtigh ben staende te houden. Waerinne ongelooflycken arbeyt, naersouken ende tyt by my ten dienste van syn hoogstgemelde Hoogheyt besteedet ende aenghewendet is, ook onkosten hebben gedaen moeten werden, soo van t copieren, als t'bekomen van de behoefticheden, waervan men sich andersints billicklyck soude verschoonen hebben koonen.

Naer recompense en heb ick noit getracht, als de eere van den dienst ende van hoogst glorioser ghedachtenis syne Hoogheids bevelen, de genade ende gunst my daeruyt hercomstigh in oitmoedigste danckbaerheid omhelsende, in plaetse van de erkentenis, die hoogst gemelde syne Hoogheyt my telken

[pagina 461]
[p. 461]

ghenadigstlycken gheliefde te versekeren. Soo hierin myne faulte mochte syn, t soude my leed zyn. Ick spreke nyet van myne voorouders, die in dienst ende dienstbaerheyt aen den doorluchtichsten huyse ende Prince van Orange in de alderbeswaerlyckste tyden nyemand geweken [zijn, ende] sich neevens de voortref-felycksten hebben gesignaleert, maer verseekere van my selven, dat, soo langh ick adem ende zieltoogen sall, d'ootmoedigsten, ghetrouwste ende meest yverende dienaer sal zyn, soodanigh altyt gheweest hebbe ende zy, ende in alles ende allesins myn eere, voordel, gheluck ende voortsettinge, bereyt, puyrlyck, absolutelyck ende alleen te releveeren van de munificentie, genade ende weldadigheyt van syn Hoogheyt.

Ick werpe my in uwe armen, Wel E Heer, myn hoogst gunstige patroon; wat staet my te doen? Oordeelt U W E t laetste, dat de recompense billyck is, weest ook hierin myn bystant. Booven de diensten, die ick gedaen heb, kan ick noch seer goede doen, des U W E gelieve versekert te syn, en sy daertoe volbodigh. Hier is stoff, om hem oneyndelyck aen U W E te verplichten, die van alle tyden voor de eer ende gunst geacht heeft en achtende is, sich U W E ten aengenamen dienste te konnen gedraegen. Vale .... Hag., in pervigilio D. Mathiae (= 23 Febr.) 1648.

voetnoot4)
Den 18den Januari had Huygens een versje In mortem Barlaei geschreven (vgl. Gedichten, IV, blz. 130).
voetnoot1)
Graswinckel was 16 April 1632 aangesteld als ‘advocaat ordinaris’ van den Prins.
voetnoot2)
Eene heerlijkheid der Oranjes in Bourgondië.
voetnoot3)
Philibert van Chalon (1502-1530), prins van Oranje.
voetnoot4)
Zie II, blz. 298.
voetnoot5)
Waarschijnlijk Pierre Dupuy (1582-1651), een historicus, die eene betrekking bekleedde aan de Bibliotheek des Konings. Hij heeft zitting gehad in eene commissie, wier taak het was op te komen voor de rechten des Konings op bezittingen der bisdommen Metz, Toul en Verdun.
voetnoot6)
Zie II, blz. 225.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over C. Barlaeus

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over Johan van Brosterhuyzen

  • over Henrick Bruno

  • over Jacob van der Burgh

  • over P.C. Hooft

  • over Christiaan Huygens

  • over Constantijn Huygens jr.

  • over Lodewijk Huygens

  • over Marin Mersenne


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 23 februari 1648