Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663 (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.23 MB)

XML (2.18 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

(1916)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

5615. W. de GrootGa naar voetnoot6). (R.A.)

Mij is ten hoochsten aengenaem geweest U Ed. hand ende signatuyre te syen, maer hadde mij noch veel aengenamer geweest U Ed. persoon alhyer te mogen verwellecomen, insonderheyt soo nae hyer by zyndeGa naar voetnoot7), 't welck ick versoecke alsnoch te mogen geschyeden; wij sullen te samen eene fortune loopen, ende gelyckelyck t' huys comen. Wat mij aengaet, ick ben hyer spemque metumque inter dubius, seu vivere credam, sive extrema patiGa naar voetnoot8). Dit kan ick U Ed. seggen, dat de heer de Vic in het poinct van de recommandatie soo verre gedaen heeft als mogelyck is, jae dat hy Syn Ma.t van Groot Bretaigne door den grave van OrmondGa naar voetnoot9) bij den president ende anderen heeft doen ageren, dat ick met de advocaten sooveel tot de schriftuijren hebbe bygebracht, als ons doenlyck geweest is, ende dat wy nu nyet meer daertoe en weten te doen. Wy hebben van dese weecke twee debatten of raisons d'impertinence gemaeckt tegen twee requesten civile, met seer veel stucken by partyen geproduceert, ende alsoo partye noch een derde requeste civile overgaf, om den heer van ErpsGa naar voetnoot10) te doen overleggen de missive by mevrouwe de Princesse Douagere aen hem geschreven, soo syn wy eyntelyck geresolveert mede een derde request civile te presenteren om, sooveel het nood zy, maer verders ofte anders nyet,

[pagina 322]
[p. 322]

gereleveert te werden van het schryven van de voorss. missiven ende alle andere acten, die nae een ratificatie souden mogen smaecken, om het argument de defectu mandati te mogen behouden. Ende alsoo wij soo van d'een als d'ander eenige objectien hadden verstaen, soo hebben wy goet gevonden noch een advys van de professoren van Leuven te doen halen op een Latyns quaeritur by ons ingestelt, waerom den prince van PortugalGa naar voetnoot1) selver na Leuven is geweest, ende ons hetselve op huyden gebracht heeft, dat wy morgen voor een motyf meenen over te geven. Op gisteren hebben de heeren alles afgelesen gehad, ende zyn op huyden aen de resumtie ofte repetitie van de redenen ten wederzyden gevallen, soodat de saecke nu ἐν ἄϰ;μῃ staet. Wij meenen op Maendach sententie te hebben, want wij oordeelen, dat tot morgen den tyd te kort sal zyn, ende hebben albereeds voor de rechters al vyfftienhondert gulden betaelt, ende sullen op morgen noch dryehondert gulden moeten betalen, waerop wy een goede sententie verwachten. Ick en sal nyet nalaten U Ed., soo rasch wy eenige seeckerheyt hebben, daervan te adverteren, nyet twyfelende, of U Ed. sal ten minsten tot Maendach overblyven, als wanneer ick des avonds meene te schryven, of eerder, soo het mij mogelijck is. Den prins van Portugal doet seer grote devoiren in onse saecke, waerom ick seer verblyd ben, maer weet echter nyet, hoe ick het met denselven nopende syne liquidatie hebben sal, want wy nopende de somme, dye hy hebben moet, wel eens zyn, maer is my door de heeren van den Rade een hoop quitantien toegesonden van penningen, dye Syn Ex.tie heer vader uyt handen van den thresorier VolbergenGa naar voetnoot2) heeft ontfangen, dewelcke de heeren meenen, dat ick hem soude moeten korten, daertoe Syn Ex.tie geensints verstaen wil, seggende geen erfgenaem te zyn van syn vader, dije noch leeft, ende dat men hem dye somme aen syn rente kan korten, dye hy noch hebben moet, ende heeft daerover een heevigen bryef geschreven, dye ick aen de heeren van den Rade hebbe overgesonden, sonder eenige antwoord daerop gekregen te hebben, soodat ick nyet en weet, hoe ick van hem afcomen sal, ende ondertusschen soo dreygt hy wederom met syne executie te sullen voortgaen, ende Syn Hoocheyts paleys te koop te sullen stellen, versoeckende, dat UEd. my in dese saeck met synen raed gelyeve te hulpe te comen. Hyermede soo wil ick, na mijne dienstige gebyedenisse aen UE. ende met desselfs permissie aen den heer ende juffrouwen Duarte, God bidden, UEd. in syn heylige proctectie te bewaren. Tot Brussel, desen XIen Julij 1659Ga naar voetnoot3).

voetnoot6)
Zie blz. 255.
voetnoot7)
Huygens was van 9 tot 14 Juli te Antwerpen.
voetnoot8)
Naar Verg., Aen., I, vs. 218.
voetnoot9)
Zie blz. 26.
voetnoot10)
Zie blz. 254.
voetnoot1)
Dit kan niet zijn Don Louis Guillaume (zie III, blz. 360), die te Brussel woonde, want iets verder wordt gezegd, dat zijn vader nog leeft, en Don Emanuel Sr. was in 1638 gestorven. Er zal dus sprake zijn van één der twee zoons van Don Louis Guillaume, die, nadat hij de orde van Malta had verlaten, met eene de Monteleone was gehuwd. Uit dat huwelijk waren twee zoons gesproten, Ferdinand Alexander († 1668), die in 1656 te Leuven studeerde, en Emanuel Eugène († 1687), die, evenals zijn broeder, geestelijke is geworden. Waarschijnlijk is hier dus sprake van den eerstgenoemde. Hun vader overleed den 7den Juli 1660 te Brussel.
voetnoot2)
Zie I, blz. 168.
voetnoot3)
Huygens teekende op den brief aan: R. Antwerp. 12 Jul. 1659.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over André Rivet

  • over Willem Boreel

  • over Nehemia Vegelin van Claerbergen

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over Jacob Westerbaen

  • over Andreas Colvius

  • over Henrick Bruno

  • over Christiaan Huygens

  • over Dirck Graswinckel

  • over Isaac Gruterus

  • over Jacob van der Burgh


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 11 juli 1659