Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

5935. J. Sauzin. (H.A.)

De zaak met de nieuwe ‘fermiers’ is nog altijd niet in orde. Het Parlement is bijeen, maar er is zooveel verwarring, ook door den heer de Lubieres, dat de commandeur den kapitein der gardes met een brief gezonden heeft. Er zijn allerlei intrigues en het is te vreezen, dat de commandeur met geweld zal

[p. 486]

ingrijpen. De vice-legaat van Avignon¹⁾ heeft drie soldaten vrijgelaten, maar houdt nog altijd vijf van onze burgers gevangen wegens die zaak van de inkomende rechten²⁾, en zij hebben het daar slecht. De heer de Beauregard heeft de bescherming van den Koning ingeroepen, uit vrees, dat hem geen recht zal geschieden, daar hij de partij der Prinses Royale had gekozen, en Z.M. heeft den heer de Bezons bevolen de zaak te onderzoeken. Er is sprake van, dat de vijfendertig menschen, die geholpen hebben tegen Ollivier, allen tot de galeien veroordeeld zullen worden, volgens den commandeur. D'Orange, ce 18 Octobre 1662.

Die rechtszaak zal toch nog wel in orde komen, hoor ik, zoodat de menschen door hun eigen rechters zullen worden gevonnisd³⁾. - De heer de Gaut heeft het Parlement meegedeeld, dat het zitting moet blijven houden, omdat de Koning spoedig eene mededeeling had te doen.

1) Zie blz. 453.

2) Zie No. 5882.

3) Onder het postscriptum schreef Dohna, dat men bij le Tellier er op moet aandringen, dat die gevangenen voor hun eigen rechters terecht zullen staan.