Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens[p. 470] | |
10. Aan D. van Halewijn1). (R.A.)*De hierbij gaande brief moet terstond per postschuit worden gezonden aan den heer de Hauterive2), die reeds te Bergen zal zijn aangekomen. De brenger van den brief moet met den grootst mogelijkeu haast genoemden heer zoeken en daartoe bij alle schepen navragen. In seer groote haest, Drunen, den 12en Sept. 1634. |