Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens[p. 483] | |
aanboden, om a.s. Dinsdag hunne advokaten te laten verschijnen voor den ‘Grooten Raad’ voor het appel. Ik heb dat aanbod aangenomen en zou nu gaarne uwe voorspraak hebben bij de Heeren van dat college1). |
|