Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 8: 1671-1687 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 8: 1671-1687
Afbeelding van Gedichten. Deel 8: 1671-1687Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 8: 1671-1687

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (4.51 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 8: 1671-1687

(1898)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[1686]

Op de print van Ant. LeewenhoeckGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoot+.

 
Daer leeft een aerdigh Man, een vaerdigh man, en gauw,
 
Die wisse wondren teelt, en heeft natur' in 'tnauw,
 
Doorkruijpt all haer geheim, en opent all' haer' sloten:
 
Syn' Glase Sleuteltjens en isser geen ontsloten,
5[regelnummer]
Noch kan ontschieten. Dit's die dappre man niet, maer
 
Siet scherp toe, die hem soeckt, 'tgelyckt hem op een haer.
 
29. Ian.

Van Tientien HuijgensGa naar voetnoot2).

 
Mij dunckt, ghij zijt half geck, hoord' een soon van vier jaeren
 
Sijn vaer hem seggen (bey mijn Kind en Kindskind waeren).
 
Half geck, sei 't Iongetje, niet Iongeties gewijs,
 
Ben ick half geck Papa, soo ben ick oock half wijs.
 
eod.

Aen Claes.

 
Wat soudt u scheelen, Claes, (of hebt ghij 't noijt gelesen?)
 
Of een half wijse man of een half geck te wesen?
 
eod.
[pagina 349]
[p. 349]

To the princesse royal, upon her studious and stedfast application to the perusing of best authorsGa naar voetnoot1).

 
I stood amazed at your high perfections,
 
And at your conquest of all hearts affections.
 
The cause I did not see, but, Madam, now I doe:
 
't Is Nature workes in you those wonders: but you too.
 
Feb.

['t Gerijm van seventhien in een Gerijm te rijgen]

 
't Gerijm van seventhien in een Gerijm te rijgenGa naar voetnoot2)Ga naar voetnoot+,
 
En daer een beter uijt als seventhien te krijgen:
 
Soo sinnelijck een werck
 
Was noodigh inde Kerck.
5[regelnummer]
Wien moetmen van achtien den meesten danck toe wijsen?
 
Sijn seventhiend' aen elck; maer seventhien aen Ghijsen.

Aenden raed. Excuse alvo solutioreGa naar voetnoot3).

 
Ick blijv uijt mijn beroep, en houw mij van op Straet:
 
Mijn' Camer dient mij best, al wordt myn' quaele sachter:
 
Daer is geen gecken met soo slibberigen quaed.
 
Ick vrees niet, wat my voor moght komen; maer, wat achter.
 
13. Feb.

In effigiem ex arte quam nigram vocantGa naar voetnoot4).

 
Aut penicillo Pictor, aut Sculptor stilo
 
Exercet Artem, quâ sumus bis, qui sumus,
 
Et aere fuso vivimus perennius:
[pagina 350]
[p. 350]
 
Nec Penicillo hic, nec Stilo, artifex nouus
5[regelnummer]
Idem peregit. ecce spirat ut loqui
 
Imago muta gestiat. quid relliquum est?
 
Nisi ut sinistrâ ac dextrâ mutili manu
 
Vel sola agamus voce, vel nutu deos.
 
17. Feb.

In effigiem meam.

 
Hugenius Constantinus Zulichemius hic est:
 
Magna vides, Lector, nomina, rem nihili.
 
eod.

Reipublicae christianae crisisGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoot+.

 
Soo lang de groote stadt aen welckers ouden naem
 
De mijne wat gelijckt, soo machtigh, soo bequaem,
 
Soo vinnigh wesen sal om Gods volck te vernielen:
 
Soo lang een andere, die aller Christnen zielen
5[regelnummer]
Den hoofdnaem voeren derft, all evennaestens goed
 
Het haere noemen sal, en rooven, soo sy doet,
 
Wat sij bereicken kan, en slaen daer in, niet handen,
 
Maer Draecken klauwen, en verwoedde Tijger tanden;
 
Soo lang die dertle twee vrij en alleen begaen,
10[regelnummer]
En kan geen Christen hert gerust te bedde gaen.
 
22. Feb.

Europa in rustGa naar voetnoot2).

 
'T en is een groot geheim; ick segg 't een ijegelijck:
 
'K sagh heel Europa in rust van vreugd en weelde danssen;
 
Bleef ijeder met het sijn' te vreden: namentlijck,
 
Daer mosten in de Werld noch Turcken zijn, noch Franssen.
 
24. Feb.

To her royal highnessGa naar voetnoot3).

 
I see 't, and cannot leaue to take it for a Fable,
 
That anij Roijall inspiration should be able
 
To make one of the dullest of all mortall men
 
Become an English Poët at fourescore and ten.
[pagina 351]
[p. 351]
5[regelnummer]
Bee 't a fable or a truth, great Princess, doe not fear
 
To haue mij bubling Muse perpetually at your eare:
 
This trouble is your last: or (as once more you haue seen)
 
I'll be content to run the fortune of your skreen.
 
5. Mart.

Ioocksel genesen. Voor me vrouw Br.Ga naar voetnoot1)

 
Mij dunckt, ick wist wel wat ick dee,
 
Doe 'k Neel versocht mij te genesen.
 
Hoe kost ick eer van 't Weewen Wee,
 
Als door een' Weew geholpen wesen?
 
7. Mart.

Aen haer self.

 
Neel, zijt ghij Weew en wilt ghij 't blyven,
 
Soo moet ick u nu mé gerijven.
 
Hoort toe, het is uw eigen raed,
 
Dien ick u eewigh danck sal weten:
5[regelnummer]
U is niet nutter inder daed,
 
Als altemet eens wat te sweeten.
 
eod.

De waere waerde vanden heer ende vrouwe van RoosendaelGa naar voetnoot2).

 
Prijst Peerel Paeren, prijst gepaerde Diamanten,
 
Soo puijck, soo suijver, soo volmaeckt aen alle kanten
 
Dat s' alle Kenners keur voor voll Orientael,
 
Sij zijn niet noemens waerd bij 't Paer van Roosendael.
 
10. Mart.

OverlydenGa naar voetnoot3).

 
Die overlydt, is over lyden;
 
En vreest men noch voor overlyden?
 
Mart.
[pagina 352]
[p. 352]

With the book of Du four, of cavé, thé and chocolateGa naar voetnoot1).

 
Here are the grounds of three East and West Indian potions
 
If you'l examine them in their orig'nal notions
 
And use 'hem accordinglij, you maij be sure, theij raine
 
Such showers of wit and sence even in a Roijall braine,
5[regelnummer]
That anij China skreen wher'ever it laijth or stands
 
Will stand immortallij safe and whole in your hands.
 
Your R. High.es most humble upstart
 
mushrom English Poet. 18. Mart.

[An Elzabeth was Queen, (I'll alter but a letter)]

 
An Elzabeth was Queen, (I'll alter but a letter)Ga naar voetnoot2),
 
God give our Marie a Crown, sh'ill prooue an Elzabetter.
 
19. Mart.

['t Is wederzijds gelyck gebreck]

 
't Is wederzijds gelyck gebreck,
 
Half wijs te wesen of half geck.
 
3. Apr.

Aenden heere Coenraed van Beuningen en iuffrouw Iacoba Victoria Bartolotti vanden Heuvel ondertrouwdeGa naar voetnoot3)Ga naar voetnoot+.

 
't Is wel, 't is koen beraedt, Heer Coenraed; lange liefde
 
Te sluijten met een slot dat geen ontsluijten kent;
 
Noch braver is 't van u, dat het u eens beliefde,
 
(Victoria de fiere) eens met een vrolijck end
5[regelnummer]
Heel onvictorijet en wel overmant te wesen.
 
Bij God en menschen is de saeck lief en gepresen;
 
Maer, Vrienden, onder ons; vergunt ghij mij een' vraegh
 
Die ick vertrouwen derv dat u niet en mishaegh?
 
Eij stelt ons eens gerust; uijt all' uw' spade soenties
10[regelnummer]
Wat Iongs belooftg' ons van Victorities of Coenties?

[Pijn-Dichtje midden inden Nacht]

 
Pijn-Dichtje midden inden Nacht
 
Van middel-Maijmaend voortgebracht,
 
't Iaer 1686;
 
Meer was de kreupele niet maghtigh.
[pagina 353]
[p. 353]

De l'Italien de guariniGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoot+.

 
Thijrsis eut une Rose en don de sa Cloris,
 
Une Rose, ie croij, cuellie en Paradis:
 
Et comme elle en rougit, ce ne fut autre chose
 
Qu'une Rose donnant, ce sembloit, une Rose.
5[regelnummer]
Le Berger ne pouuant si bien s'en rejouïr
 
Qu'il ne poussast du coeur un amoureux soupir,
 
Dieux, dit il, fust il vraij, que digne ie me visse
 
De recevoir en don la Rose donatrice!
 
22. Maij noctu.

Het selveGa naar voetnoot2)Ga naar voetnoot+.

 
Tijs wierd een' versche Roos geschoncken van sijn Lijs,
 
Een Roos, geloov ick schier, gepluckt in 't Paradijs:
 
In 't schencken kreegh'er Lijs soo vriendelijcken bloos af,
 
Dat anders niet en scheen, als dat een Roos een' Roos gaf.
5[regelnummer]
Doe suchte Tijsie en sprack, oh, Lijsie, wierd het waer,
 
Dat ick het schenckend Roosie eens waerd gevonden waer.
 
eâdem.

Op gesonden Hippocras door ioff.w Wierts ondertrouwde bruijdGa naar voetnoot3).

 
Bruijds Traenen! hoe gaet dit? geschiedt de Bruijd geweld?
 
Hoe is sij dus ontstelt?
 
Hoort Wiertske, lieve Bruijd, ick heb veel' Bruijds sien krijten,
 
Men sal 't u niet verwijten;
5[regelnummer]
Doet vrij als all' de rest; want naer mij seer wel heught,
 
Sy kreeten all' van vreughd.
 
Oock dunckt mij dat ick 't u niet hoeve te vermanen,
 
Dit zijn geen bitt're Traenen.
 
Een Traentjen Hijpocrijts geloov ick eertijds was,
10[regelnummer]
Dat nu heet Hypocras.
[pagina 354]
[p. 354]
 
Veut on sçauoir à quoy dans mon lict je m'amuseGa naar voetnoot1):
 
Tant que peut un Goutteus, je m'amuse à ma Muse.
 
4. Iun. noctu.

Sur le cabinet des pieces de l'escranGa naar voetnoot2).

 
Qu' est ce que ne promet ceste estrange Princesse,
 
Au mestier de gaigner l'aveu de tous les coeurs,
 
Que n'attendons nous point d'une si fine adresse
 
Qui sçait faire adorer iusques à ses erreurs.
 
3. Iul.

[Dit is het heele Beeld van Vollenhove niet]

 
Dit is het heele Beeld van Vollenhove nietGa naar voetnoot3):
 
Het beste deel dat noijt in Holland sal verdwijnen
 
Is 'tgeen men bij 'tgehoor van sijn welspreken siet.
 
Wie weet of oyt op Stoel de weergae sal verschijnen?
 
ult. (30) Sept.

[Labore partis Euclio graui et longo]

 
Labore partis Euclio graui et longoGa naar voetnoot4),
 
Et usque longo quae labore corradit
 
Uti frui non audet: ambigas, istae
 
Opesne sint an occupata paupertas.

Grafschrift.

 
Iob, die men hier begraven heeft,
 
Had heel kort en heel lang geleeft:
 
Het luijdt heel vreemd, maer 'tis heel waer;
 
Iob was een dwergh van tachtigh jaer.
 
15. Novemb.

[Quid mihi vobiscum est, lapides Oriente petiti]

 
Quid mihi vobiscum est, lapides Oriente petitiGa naar voetnoot5)Ga naar voetnoot+,
 
Barbarici quondam viscera dura soli.
 
Splendetis quantum potis est fulgore corusco,
 
Et multo sanctum cingitis igne caput.
5[regelnummer]
Sed caput hoc pridem radio meliore coruscum est,
 
Et propriae cingunt tempora diua faces.
[pagina 355]
[p. 355]

[Olim virgo fuit virguncula: quâ ratione]

 
Olim virgo fuit virguncula: quâ rationeGa naar voetnoot1)
 
Magna minus parvâ virgine nomen habet?
 
Nescio Grammaticos quae tandem inscitia vexet:
 
Maius majori nomine diminuunt.

[Nunc age Vitauly videamus grande pusilli]

 
Nunc age Vitauly videamus grande pusilliGa naar voetnoot2)Ga naar voetnoot+
 
Praediolum, et quot non dotibus emineat.
 
Si quid agreste petii, quercu multiplice Sylva
 
Glandiferâ nubes mox aditura tumet.
5[regelnummer]
Si cui de cura meliore domestica rident,
 
Arrident Flore et Floribus areolae;
 
En Trias Hortorum, cui se non praeferat ulla,
 
Non temere Hortorum conferat ulla trias.
 
Scita Domus sequitur velut ......
10[regelnummer]
In medijs Musae est posta perennis aquis.
 
Hic ibi spectanti quantum non Milvus oberret,
 
Ante oculos late jugera mille virent.

[Tota Volenhovj non haec, spectator, imago est]

 
Tota Volenhovj non haec, spectator, imago estGa naar voetnoot3)Ga naar voetnoot+:
 
Pars potior grandi splendet in eloquio.
 
Illam nulla dies Batauis eraserit, illi
 
Forte parem Templis vix dabit ulla dies.
 
29. Dec.

A son altesse royale madameGa naar voetnoot4)Ga naar voetnoot+.

 
L'infame masse de Papier
 
Que, peu devant hier,
 
Vous eutes la bonté, Princesse,
 
De receuoir parmi la presse
5[regelnummer]
D'une armée d'honestes gens,
 
Hommes solides et sçauans,
 
Qui dans vos petites demeures
[pagina 356]
[p. 356]
 
Ga naar voetnoot+
 
Vous regalent aux belles heures
 
Derobbées à ce tracas
10[regelnummer]
Que vous souffrez et n'aijmez pas,
 
D'une infinité de causeuses;
 
Ces mesmes fueilles trop heureuses,
 
Reuienent encor ceste fois
 
Vous diuertir en leur patois.
15[regelnummer]
Accoustumée que vous estes
 
De longue main à leurs sornettes,
 
I'espere que dans les habits,
 
Que vous voijez qu'elles ont pris,
 
Vous resoudrez à leur permettre
20[regelnummer]
D'entrer en Cour, et d'ij parestre
 
Parmi les Foux de leur mestier.
 
C'est de quoij vous prie l'Ouurier,
 
Non pas l'Auteur, mais le Libraire:
 
Car l'autre n'a plus qu'à se taire,
25[regelnummer]
Apres tant d'effroijable bruit
 
Dont il vous lasse par escrit.
 
Pardon de grace! Ame Roijale,
 
Qui ne connaissez point d'égale;
 
Ie promets de m'en corriger,
30[regelnummer]
Sans plus souuent vous outrager.
 
Si ie vous manque de parole,
 
Que vostre deplaisir m'enrole
 
Au nombre des plus malheureux:
 
Ie veux souffrir tout auec eux,
35[regelnummer]
Quand vous voudriez pour ma ruine
 
Me traicter en Escran de Chine.
 
La veille de l'An (31 Dec.)
voetnoot1)
Het versje is gedrukt onder een portret van Ant. van Leeuwenhoek (1632-1723), den beroemden natuurkundige. Het portret was in 1686 door Verkolje vervaardigd (vgl. F. Muller, Beschrijvende catalogus van portretten, No. 3161, en Catalogus der Huygens-tentoonstelling, No. 409).
voetnoot+
[krit] vs. 4 ontsloten prent: ontschoten - vs. 6 op een haer eerst: of hij 'twaer als onder de prent.

voetnoot2)
Of de zoon van Constantyn H. Jr. (zie blz. 219), of die van Lodewijk H. (zie blz. 305).

voetnoot1)
Het versje is bij de Korenbloemen.
Macaulay (IV, 52) zegt van de echtgenoote van Willem III: She took much pleasure in the lighter kinds of literature, and did something towards bringing books into fashion among ladies of quality.

voetnoot2)
Alleen in 2 afschriften van andere hand. Het vers is niet gedateerd.
Het versje is gedrukt vóór Den Hoonig-raat der Psalm-dichten, ofte Davids Psalmen Met d' andere Lof-sangen, Op Sang-maate gestelt door verscheide Autheuren. Zynde een versaameling uit de seeventien berijmde Psalm-boeken van P: Dathenus. Ph.: de Marnix. A: de Hubert. D: Camphuisen. H: Geldorpius. J: Revius. C: Boey. Ch: van Heule. J: Westerbaen. H: Bruno. J: Clercquius. H: Celosse. D: van Disselburg. J: Six. S: van Huls. J: Oudaan. en J: Roldanus. Door Hendrik Ghysen. Geheel op nooten, en op een sleutel gestelt, naukeurig gecorrigeert, en van fouten gesuivert. t' Amsterdam. By Gerardus Borstius, Boekverkooper, enz., 1686. Met privilegie.
Hendrik Ghysen was goudsmit en voorzanger in de Amstelkerk te Amsterdam.
In den bovengenoemden bundel werd H.'s versje op denzelfden trant beantwoord door B. Bekker.
voetnoot+
[krit] vs. 3 sinnelijck Ghys.: keurelyck - vs. 6 Ghys.: Aen seventhien voor 't Werck, of voor de Keur aen Ghysen?

voetnoot3)
vs 3 quaed eerst: staet

voetnoot4)
vs. 2 qui eerst: quod - vs. 3 perennius and. lez.: constantius

voetnoot1)
Aan den oorlog tusschen keizer Leopold I tegen de Turken kwam eerst in 1699 een einde. En Lodewijk XIV had den korten tijd van vrede gebruikt, om Straatsburg en Luxemburg te nemen en aanspraken te doen gelden op de Palts. Willem III bracht in 1686 het verbond van Augsburg tot stand, om de aanmatiging van den Franschen koning tegen te gaan.
voetnoot+
[krit] vs. 4 andere eerst: grootere

voetnoot2)
Ook in afschr. van andere hand met den titel.

voetnoot3)
Het HS. is bij de Lat. gedichten.

voetnoot1)
Naast het versje staat met potlood een recept geschreven. Ook in afschr. van andere hand met den titel: Ioocsel genesen. Voor Me vrouw Brasser. - Zie blz. 108.

voetnoot2)
Aan het versje is een briefje toegevoegd, den 25sten Maart geschreven Aende vrouw van Roosendael.
Johan baron van Arnhem (1636-1716) was in 1667 gehuwd met zijne nicht Johanna Margaretha van Arnhem (1636-1720), die de heerlijkheid Rozendaal bij Velp bezat. Het echtpaar stond zeer in de gunst bij de echtgenoote van Willem III. Johan van Arnhem heeft verschillende hooge betrekkingen bekleed, theologische werken en gedichten geschreven en Rozendaal zeer verfraaid. - Zie ook blz. 177 en 237.

voetnoot3)
Zie ook blz. 159.
voetnoot1)
Het HS. is bij de Lat. gedichten.
Philippe Sylvestre Dufour (1622-1687), drogist te Lyon, was een verzamelaar van oudheden en medailles en had omgang met bekende geleerden. In 1671 gaf hij te Lyon een boekje uit met den titel: De l' Usage du Café, du Thé et du Chocolat, dat in 1684 te Lyon en in 1685 in Den Haag herdrukt werd als: Traités nouveaux et curieux du Café, du Thé et du Chocolat.

voetnoot2)
Bij de Lat. gedichten.

voetnoot3)
Alleen in 2 afschriften van andere hand. - Zie blz. 264.
Het huwelijk had den 12den Juni plaats.
voetnoot+
[krit] vs. 3 beliefde 1 afschr.: geliefde

voetnoot1)
Het versje komt alleen voor in 4 afschriften van andere hand; één daarvan is bij de Lettres françaises en heeft den datum. In een paar afschriften bracht H. verbeteringen aan. - Zie dl. VI, 224.
voetnoot+
[krit] vs. 5 ne 1 afschr.: n'en - s'en 1 afschr.: se.

voetnoot2)
Slechts in 4 afschriften van andere hand, één daarvan, met den datum, bij de Lettres françaises. In een paar afschr. bracht H. veranderingen aan.
voetnoot+
[krit] vs. 1 geschoncken 1 afschr.: gegeven - vs. 3 één afschr.: En Lijs, in 't geven, kreegh daer sulcken soeten bloos af - vs. 4 anders niet en 1 afschr.: het niet anders - vs. 6 schenckend 1 afschr.: gevend

voetnoot3)
In 2 afschriften van andere hand; in het ééne is door H. zelf eene verandering aangebracht. Het versje is niet gedateerd.
Juflr. Wierts was waarschijnlijk eene dochter van H.s collega, den raad en rekenmeester van den Prins (vgl. blz. 137 en 165).
voetnoot1)
Het HS. is bij de Korenbloemen.

voetnoot2)
Het HS. is bij de Lat. gedichten.
Mary hield veel van Chineesch porselein. Later vormde zij te Hampton eene groote collectie daarvan en bracht deze liefhebberij in Engeland zoozeer in de mode, dat ‘in a few years almost every great house in the kingdom contained a museum of these grotesque baubles’ (Macaulay, IV, 56). Den 21sten Sept. schreef H. een brief aan de Prinses over dat Chineesche porselein.

voetnoot3)
Het HS. is bij de Lat. gedichten. - Zie blz. 355.

voetnoot4)
Het versje is niet gedateerd.

voetnoot5)
Het versje is niet gedateerd.
voetnoot+
[krit] vs. 2 viscera dura eerst: pars preciosa
voetnoot1)
Het versje is niet gedateerd.

voetnoot2)
Het vers is niet gedateerd.
voetnoot+
[krit] vs. 9 De stippeltjes staan in het HS. - vs. 10 post (?) Het woord is zeer onduidelijk. - vs. 11 ibi (?) Het woord is onduidelijk.

voetnoot3)
In 3 HSS. Het versje is gedrukt in J. Vollenhoven. Kruistriomf en gezangen. Gedruckt bij M. Gaillard. 1750, met den titel: In effigiem Joannis Vollenhovii. Zie ook blz. 354.
voetnoot+
[krit] vs. 2 grandi splendet in eloquio 1 HS: solis auribus exposita est een ander HS.: solis auribus excipitur and. lezingen voor excipitur: aspicitur en inspicitur - vs. 3 Batauis 2 HSS.: nobis and. lez.: animis - eraserit 1 HS.: expunxerit - vs. 4 Templis vix 1 HS.: Patriae non een ander: nobis non

voetnoot4)
In 2 HSS.; 1 daarvan is in een exemplaar der Korenbloemen, 1672, in de Bibl. der Kon. Akad. Het vers is afgedrukt in Oud-Holland, I, 1883, blz. 237.
voetnoot+
[krit] In marg.: Dans le volume de mes Poesies Flamendes.
voetnoot+
[krit] vs. 21 les 1 HS.: des - vs. 30 souuent 1 HS.: ainsi - vs. 31 de 1 HS: la

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • Den Haag


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Anthoni van Leeuwenhoek

  • over Johan van Arnhem

  • over Coenraad van Beuningen


plaatsen

  • Rozendaal


datums

  • 29 januari 1686

  • februari 1686

  • 13 februari 1686

  • 17 februari 1686

  • 22 februari 1686

  • 24 februari 1686

  • 5 maart 1686

  • 7 maart 1686

  • 10 maart 1686

  • 18 maart 1686

  • 19 maart 1686

  • 3 april 1686

  • 1686

  • mei 1686

  • 22 mei 1686

  • 4 juni 1686

  • 3 juli 1686

  • 30 september 1686

  • 15 november 1686

  • 29 december 1686

  • 31 december 1686