Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deel (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deel
Afbeelding van Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deelToon afbeelding van titelpagina van Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.66 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deel

(1877)–Constantijn Huygens jr.–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

October.

1 Dond.

Was met mijn vrouw tot nicht Sevenaer, daer Nyenrode en sijn vrouw besoghten.

Met Albertina Sevenaer quam savonts een dochter van Famars, Rentmr van Lingen, thuys, die niet leelijck was en een 1. vrouwe tronie hadde.

Sond een post naer het Loo af aen de Wilde, om aen̅ Con. de recommendatie te doen van Athlone.

Naermidd. was de Hr van̅ Lier langh bij mij, sprack van Athlon's sieckte seer bekommerlijck.

Dronck desen dagh wat vin tint, die mijn vrouw hadde tegen de loop.

2 Vrijd:

Was van̅ vin tint wat beter.

Naermidd. was met mijn vrouw tot Mevr. van Runnickhuysen, daer St Annelt oock quam. Gaf ons coffi te drincken.

3 Saterd.

Was noch geen tijdinghe van 't overgaen van Charleroy, maer wel dat sterck geattacqueert wierd.

Broer van Zeelhem att bij ons, en sagh met hem 3 boecken van mijne teeckeningen.

Mijn vrouw savonts thuys komende, had gehoort dat Athlone een weynigh beter was.

4 Sond.

Vergeten aen te teeckenen.

5 Maend.

Vergeten aen te teeckenen.

6 Dynsd.

Vergeten aen te teeckenen.

7 Woensd..

Waren te gast tot Ellemeten, op sijn huys

[pagina 273]
[p. 273]

te Wassenaer. Daer was onder anderen den oudste Berckhout met sijn vrouw en dochter Lysbeth, een fraye joff., joff. van der Werven, broer en suster van St Annelt en̅ haer dochter.

8 Dond.

Was den heelen dagh besigh om mijne boecken te verschicken, en de niet gerangeerde daerbij te doen.

9 Vrijd.

Smergens en̅ naermidd. was noch al besigh met de boecken.

Naermiddach was St Annelt bij mij, en̅ saghen mijn teeckeningen van̅ ouden Breugel over.

10 Saterd.

Den Coningh uyt het Leger gegaen zijnde naer het Loo, quam desen dagh daer van daen naer̅ Haegh.

11 Sond.

Desen dagh gingh Charleroy met capitulatie, daertoe de Cor. Dedem uytgesonden wierd, aen̅ Franschen over.

12 Maend.

Had gasten: Ellemeten en sijn vrouw, Werfje, Oorschot, broer en suster v. St Annelt en̅ broer Christiaen.

13 Dynsd.

Was de Coningh tot de Raetshr Rooseboom te gast.

14 Woensd.

Vergeten aen te teeckenen.

15 Dond.

Vergeten aen te teeckenen.

16 Vrijd.

Was naermidd. tot Mevr. Runnickhuysen.

Daer quamen tijdingen uyt Savoyen, van dat Catinat den Hartoch in een bataille geslagen had. Dat Schomberg gevangen en̅ gequetst was, maer op parole naer Turin gesonden. Dese tijdingen quamen over Vranckrijck.

Savonts was bij de Con., maer laet zijnde, bij abus, naer dat langh in̅ antichambre gewacht hadde, niet binnen gelaten, Kien seggende mij niet gesien te hebben.

Smergens was Fred. Rooseboom bij mij, om de onderteycken. van sijne leste declaratien als Fiscael te recommanderen.

17 Saterd.

Naermidd. was bij de Con., die teeckende. Vraeghde wanneer vertrecken soude, en seyde dat dese

[pagina 274]
[p. 274]

nacht soude dienen te gaen, alsoo hij de volgende mergen seer vroegh soude tzeil gaen.

Mijn soon was zedert een dagh twee of 3 hier.

18 Sond.

De windt zijnde om geloopen, vertrocken niet.

Smergens was suster van Nieuwerkerck tot onsent.

Naermidd. was joff. Anne van Barlicum bij mij, seggende sij meende haer saeck in Engelt te komen vervolgen; dat haer suster sieck aen̅ koorts was.

Hoorde dat schepen uyt Engelandt quamen om ons te convoyeren.

Gaff Tien goede vermaningen. Godt weet van wat effect sullen wesen, en gingh hij daerop weder naer Leyden.

Was savonts tot joff. van der Werven met mijn vrouw, daernae op 't Hoff.

De Heer van Olden-Aller quam mij besoecken.

19 Maend.

De Con. was op de jacht.

Mijn vrouw vertelde mij van Sophy, die in̅ verledene winter in Engelt mijn keuckenmeidt geweest was, dat sij bij iemant (sommighe meenden bij Hulst, en andere bij eenen ......Ga naar voetnoot1) daer sij te voren bij gewoont had, was swaer geweest, en̅ daerom haer hadde laten koppelen aen een koetsier van Mylord Portland, hebbende self haer laeten ontvallen, dat sij geen sin in die vent en hadde gehadt, maer soo ymant had moeten bij 't linckerbeen krijgen.

Aten tot broer van St Annelt, daer niemandt was als Oyen en sijn vrouw en Tet de Willem, die vee most hooren over haer amours met Gerstorf. Vondt haer veroudert.

20 Dynsd.

Vergeten aen te teeckenen.

21 Woensd.

Was noch al besigh met mijn boecken te schicken.

De windt liep Zuyd-Oost.

22 Dond.

Maeckte een eynde van mijn boecken te rangeren.

[pagina 275]
[p. 275]

Was naermidd. bij de Coningh, die veel dingen teeckende, en̅ belaste mij terstont te vertrecken, dat evenwel niet en konde doen, door het sammelen van de Wilde, voor snachts ten 1 uere. Passeerde de nacht sonder veel te slapen in̅ schuyt naer Maeslandtsluys. Slydrecht quam met mij tot daertoe, gingh van daer in een ander scheepje of Engels jachtje.

23 Vrijd.

Quamen eerst omtrent .. ueren te Maeslandtsluys, daer de vrouw van Zuylestein met haer familie mede quam, en̅ namen wij weder deselve hoecker, die verlede jaer gehadt hadden, om mede aen boordt van 't oorlogschip, het wapen van Rotterdam genaemt, te komen. Quamen daer nae den eten, ick en̅ de vrouw van Zuylestein met haer oudste dochter, en was die, soo wel als ick, sieck van het dansen van 't schip, gevende ick een weynigh gal over. Vonden op het voorz. schip den Ambassr. Citters en sijn vrouw en fraeyste dochter, bij haer hebbende eene joff. Wachtendonck en een suster van Harel.

De windt was daegs te voren al wederom .... en̅ men hoorde van̅ Con. niets.

Ick sliep in een cooy, die onder de rechtbanc van̅ cajuyt was.

24 Saterd.

Bleven aen boordt, maer hoorden van̅ Con. niet.

25 Sond.

Hoorden noch niet van̅ Con., en bleef de windt geduerigh in 't Westen.

26 Maend.

De Wilde mij importunerende om hem verlof te geven van eens naer den Haegh te geen, gaf het hem, hij seggende dat sanderen daeghs soude wederom komen. Gingh wegh naer den eten en seyde, mij te sullen tijdinghe brengen, hoe het met de Con. reyse stondt, en̅ of mij niet van noode hadde.

Onse Capitein, uyt vrees van onweder, liep smergens wat meer naer Goeree toe, Citters daertoe een acte passerende, als zijnde indispoost, en hebbende het de Capn

[pagina 276]
[p. 276]

geverght. Gingh daerop met alle de sijne naer 't dorp Goeree. Wij leyden redelijck wel, sonder slingeren of sieck worden, en̅ kreegh ick hierdoor het bed van Citters.

27 Dynsd.

Bleven voor Goeree leggen, en̅ om noch sekerder te wesen, liepen in̅ naermiddach noch wat naeder onder deslve plaets, het weder schijnende met meerder windt te dreyghen. Had daer alreede de nacht te voren een groote storm geweest, maer sonder ons ongemack, om reden van̅ plaets daer wij laghen; de windt was vlack contrarie, het regende en̅ men sagh regen-boghen.

28 Woensd.

De nacht voor desen dagh waeyde weder hard. Bleven voor ancker legghen, niet verre van Helvoetsluys.

In de naermidd. quam mijn Pieter in̅ cajuyt loopen, en seggen dat de Wilde doot en verdroncken was, soo eergisteren over H. Sluys meende nae den Haegh te gaen. Hij was met een kleyn vaertuyghje van ons schip gevaeren, en komende even binnen de haven, had dat vaertuyghje door de ....Ga naar voetnootl), die het tij causeerde, gestooten tegen een oorloghschip, dat daer leyde, waerdoor eenich water daerin komende, riep de schipper dat sij soncken, waerop al te samen naer voren op 't schip sijnde geloopen, gaven haer buyten 't scheepje, en deden haer best om op de kade te komen, klouterende tegen de plancken en palen naer boven, daer geraeckten, uytgenomen de Wilde, die schijnt de krachten niet gehadt te hebben, en seyde van Hulst, sijn swager, dat hem in 't opklimmen gesien hebbende en̅ aengesproken, om malkanderen te mijden, hij hem niet geantwoordt hadde; dit geschiede als alreede vrij doncker was. Van Hulst voorz. oock niet meer konnende, was van sijn knecht bij sijn mouw naer boven gehaelt, en̅ soo gesalveert.

Bracht mij brieven van van Hulst, dit verhalende.

[pagina 277]
[p. 277]

Het stormde al voort de volgende nacht, en̅ quam geene veranderingh van weder.

29 Dond.

Stormde noch hard den ganschen dagh, soo dat niet aen landt konde geset werden, om naer den Haegh te gaen, gelijck geresolveert was.

De Capn van ons schip quam oock noch niet aen boord, zijnde al eenighe dagen onder eenighe pretexten aen land geweest.

30 Vrijd.

Tot smiddachs toe was daer noch harde windt, doch wat minder als gisteren.

Was altoos quaed weder en konde noch niet van boord.

31 Saterd.

Het weder zacht wesende, gingh smergens ten 10 ueren van boord op Helvoetsluys, latende de vrouw van Zuylesteyn op het schip met all haer volck en̅ kinderen.

Reed met een opene waghen van daer nae den Briel, daer sprack van der Poel, de Postmr, die mij wat te ontbijten gaf, en̅ eerst en passant de Burgemr Berckhout, die mij seyde dat Slydrecht in̅ Briel aen̅ koorts sieck lagh.

Hoorde dat van Beuningen gestorven was. Quam savonts in̅ Haegh.

voetnoot1)
Niet ingevuld.

voetnootl)
Onduidelijk geschreven woord.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 1 oktober 1693

  • 2 oktober 1693

  • 3 oktober 1693

  • 4 oktober 1693

  • 5 oktober 1693

  • 6 oktober 1693

  • 7 oktober 1693

  • 8 oktober 1693

  • 9 oktober 1693

  • 10 oktober 1693

  • 11 oktober 1693

  • 12 oktober 1693

  • 13 oktober 1693

  • 14 oktober 1693

  • 15 oktober 1693

  • 16 oktober 1693

  • 17 oktober 1693

  • 18 oktober 1693

  • 19 oktober 1693

  • 20 oktober 1693

  • 21 oktober 1693

  • 22 oktober 1693

  • 23 oktober 1693

  • 24 oktober 1693

  • 25 oktober 1693

  • 26 oktober 1693

  • 27 oktober 1693

  • 28 oktober 1693

  • 29 oktober 1693

  • 30 oktober 1693

  • 31 oktober 1693