Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De commissaris kan me nog meer vertellen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van De commissaris kan me nog meer vertellen
Afbeelding van De commissaris kan me nog meer vertellenToon afbeelding van titelpagina van De commissaris kan me nog meer vertellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.29 MB)

Scans (15.72 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De commissaris kan me nog meer vertellen

(1951)–Willem van Iependaal–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Koekeroetje

Koekeroetje had - om de commissaris op de voet te volgen - ook z'n dromen en verlangens. Hij wilde, als de meeste kinderen op zijn leeftijd, inspecteur van politie worden en verklapte in z'n onnozelheid het geheim van z'n beroepskeuze aan de buren op de trap. Het prijsgeven van de verzwegen hunkering werd beantwoord met een daverend hoongelach, want de vader van Koekeroetje was een week tevoren op transport gesteld om z'n derde vonnis uit te zitten wegens diefstal uit een stukgoederenboot. Dat mocht z'n kinderen wel niet aangerekend worden, maar het telde toch mee! Een vader, die in vonnissen grossierde, voorspelde geen gelukbrengende aanbeveling bij het solliciteren naar het inspecteursbaantje!

‘Neten worden luizen!’ werd er door de geamuseerden op de trap verduidelijkend aan toegevoegd en schokschouderend gesmeten met wrakke deuren en bordeelse woorden.

En toch: Koekeroetje was óók Nederlander, ontsproten uit een wettig huwelijk. Hij was lichamelijk noch geestelijk onder de maat, al wist hij niet, dat het baantje van z'n dromen uitsluitend gereserveerd blijft voor de jongeheren van de Hogere Burgerschool. Op beperkende bepalingen en de bevoorrechting, die er aan vastzit, kreeg hij eerst later kijk en putte er meer verbittering dan burgerzin uit.

Koekeroetje werd geen inspecteur, zelfs geen surnumerair of derde klas straatadoot, maar hij kwam toch op het bureau terecht, heel jong en vrij vlot. Toen hij goed dertien jaar was en uitgestudeerd mocht heten in de tafel van zes, de graven van Holland en het schobberen langs de havens en pakloodsen, ging hij op een namiddag met een vriendje naar een park en pleegde er, onder de drang van een ontluikende puberteit, handelingen, die ook nu de kinderen nog worden aan-

[pagina 9]
[p. 9]

gerekend en voor de rechter kunnen brengen. Hij speelde met het lichaamsdeel, dat zelfs bij een middernachtzendeling niet op de rug zit en werd beslopen door een diender, wiens huwelijksleven een mislukking was en wiens ijveren voor de eerbaarheid geen grenzen kende...

De betrapte werd opgebracht en moest voor de rechters verschijnen, starre, beangstigend-statige heren, die niet alleen grimmig keken, maar er ook naar handelden en een strenge correctie noodzakelijk achtten. Ze onderstreepten knikkend het èrge, dat de beschrijvende diender voorschotelde en veroordeelden de verdachte tot drie maanden tuchtschool. Weliswaar voorwaardelijk, maar het vonnis deed z'n werking: Koekeroetje kon niet meer wateren van angst, als er iemand achter hem stond.

Dat was bereikt! Dat succes was behaald: het recht had z'n loop gehad en Koekeroetje de kink te pakken. Hij weigerde halsstarrig, zich te ontkleden voor de Zaterdagse beurt in de waskuip, sloop schuw langs de mensen, die naar hem keken of ze ook al van de smerigheid in het park hadden gehoord.

In Friesland joelden en dansten de jongens van zijn leeftijd intussen poedelnaakt hun levensblijheid uit in wei en water. Zij wisten niet van de snerende lol op een trap met zes buren, vonden hun tafel gedekt en hun bed gespreid. Ze dartelden in hun vacantie de dag aan brokken, tot er een diender kwam opdagen. Liep het haakstuk, doordat een agent hun kleren in beslag nam, dan volgden twee kwartjes boete, die misschien van het zakgeld werden afgehouden of uit de spaarpot betaald moesten worden, maar geen aantekening in het strafregister opleverden.

Toen Koekeroetje de schrik voor de rechtbank en de angst voor het lichaamsdeel, dat hem in de knoei had geholpen, vrijwel te boven was, ging hij solliciteren bij de spoorwegen, maar kreeg nul op het request, omdat hij geen bewijs van goed zedelijk gedrag kon overleggen. Het geval in het park, dat zo beschamend af-

[pagina 10]
[p. 10]

week van de gedragingen van andere, braver kinderen, sneed hem de pas af naar een vaste betrekking. Die kans op bestaanszekerheid was verkeken en de teleurstelling maakte kopschuw. De bezeerde Koekeroetje begon de samenleving te zien als een samenzwering en zichzelf als lijdend voorwerp. Hij deed zelfs geen moeite meer om als losse remmer geplaatst te worden, zwierf als tremmer en stoker over alle zeeën, maar kon niet op dreef komen: wantrouwen, vernedering en haat woekerden voort en vraten in.

De mokkende dalver had het uitfuiven in de spelewei niet gesmaakt en de weelde van strelende moederhanden nooit gekend. Hij had andere, wranger ervaringen en z'n les geleerd. Hij lachte treiterend uitdagend bij het passeren van een politieinspecteur, mijnheer de president of een andere vertegenwoordiger van recht en orde, die nooit iets hadden misdreven, althans niet werden betrapt, in een park, een schuur, een portaal, vliering, achtertuin of keldertrap.

Met verwoed genot begon Koekeroetje te schoppen tegen de vermolming der heilige huisjes, kwam zodoende weer met de justitie in botsing en raakte, na het uitzitten van z'n korte rukkie, verzeild onder de gesignaleerden, wier vingerafdrukken een aanwijzing zijn, wier foto's de kranten aantrekkelijk maken en wier maatschappelijke mislukking stof voor gedenkschriften levert.

De nu zo beruchte Koekeroe heeft de verhalen van de commissaris doorgenomen en wijst er op, dat agent Boersma - die bijkans twintig jaar bij de Amsterdamse politie diende en daar geen spijt van heeft - als boerenarbeider geen kans had gezien, z'n gezin op de been te houden. Wat zou het perspectief van zijn kinderen zijn geweest als hij was blijven hangen in het goede Heitelân, waar door de bank zeven of acht gulden loon werd uitbetaald en werkloosheid de gezinnen teisterde? Agent Boersma is nog steeds blij, dat hij de knoop doorhakte... en Koekeroetje en diens gabbers knikken wijs; zij kennen de katalogus der katastrophen op hun duimpje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken