Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kluivenduikers doedeldans (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kluivenduikers doedeldans
Afbeelding van Kluivenduikers doedeldansToon afbeelding van titelpagina van Kluivenduikers doedeldans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (9.30 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kluivenduikers doedeldans

(1937)–Willem van Iependaal–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 258]
[p. 258]

Hoofdstuk XII.

Feller striemde de regen, dieper zonken de hoofden in de schrijnende jaskragen en trager sleepten de voeten door het vlakke, verlaten land, dat een onafzienbaar meer geleek in het weifele licht van de verre vuurpijlen. Langzaam vorderend in de drassige, terughoudende bodem bereikte de colonne een hoger gelegen zandweg, waar een ogenblik halt werd gemaakt om op adem te komen en de schoenen vrij te maken van het klontende slijk.

‘Is 't niet krankzinnig, zo'n bestaan!’ hijgde Gains, die zich met opzet liet vallen achter luitenant Oyler, den plaatsvervanger van Mooiedirk. ‘Het lorrig beetje leve waar we mee in de wereld werde gezet hier te verzieke in de mest van andere... Eerst driekwart verzuipe en dan onder vuur voor het genadeschot!’

De manschappen antwoordden niet, spuwden grimmig de bekloven sigarettenstompjes voor zich uit, staarden met de handen onder het hoofd naar het toenemende geflits van de vijandelijke batterijen.

‘Kom, jongens!’ riep Stevens op een wenk van de luitenant. ‘We gaan 't maar weer is probere... Nog een ruk en we zijn er...’

‘Geweest!’ kwam uit de troep. ‘Mag ik barste

[pagina 259]
[p. 259]

als 'k niet in vloeiend Russisch begin te denke... De keizer mot maar effe wachte.’

‘Tik... tik... tik...’ dreinerig kletterden de regendroppels tegen de stalen helmen, die voorover werden gezet om het inwateren tussen rug en dekens tegen te gaan.

‘Ze magge me op slag de kogel geven!’ vervolgde Gains... ‘Dan ben 'k er uit en er af... 'k Ben het zat.’

‘Ik vrees dat je met je ogen zou knipperen als 't zover kwam,’ zei Oyler, z'n horloge raadplegend. ‘Is 't de bedoeling dat ik het horen en rapporteren zal?’

‘De hele wereld mag het hore en 't kan me niks meer verdomme! Niks meer!.. 'k Wil leve of kapot zijn... Dit is hel!’

Jim rees huiverend, schoof z'n schop onder z'n achterwerk en ging weer zitten. ‘'t Leven is geen lolletje en als 'k weer is op de wereld kom mag 'k lije dat ze me een poot uitdraaie op de stoep van het ronselkantoor.’

‘Rijzen, mannen!’ probeerde Oyler en gaf het voorbeeld. ‘Hier vergaan we zittend!’ Hij legde z'n hand op z'n revolvertas, stond wippend van ongeduld te wachten op de sectie, die treiterig loom in beweging kwam en wars voortslofte in het zand.

‘Zou je denke dat er achter de dood nog wat is?’ polste Sterling, die zich vasthield aan de schansbijl van Paddy. ‘'k Wou dat dàt uitgemaakt kon worde... Als dood dood is ben 'k al dik in

[pagina 260]
[p. 260]

me sas en ga er mee accoord... Met Gains, vat je.’

‘Je ben an 't verkeerde adres,’ bromde Pad. ‘Je mot bij Vannykerk weze... Die kan je inlichte over het Hiernamaals.’

‘Ik geloof dat er een wederzien is!’ beleed Jim. ‘Niet omdat het waar is, maar omdat we 't nodig hebbe om op de pote te blijve. Zonder steuntje gaat het niet meer.’

‘Er is wat; dàt prate jullie me niet uit me hoofd,’ beweerde Barker. ‘Alles kan maar niet zo zonder meer ontstaan zijn... Er is een schepper...’

‘Spaar je longe, suffers!’ schold Ken. ‘Als de goden merken dat je nog adem over heb om te murmurere komt er een voet modder bij op je levenspad.’

‘Wrrrammm!’

‘De weg mijden!’ commandeerde Oyler, hielp den struikelende Barker op de benen en trok het moeras weer in.

‘Wrrrammmm!’

‘Colonne splitsen! Afstand bewaren!!’

‘Er is een wederzien!’ spotte Wood... ‘Natuurlijk is er een wederzien, maar 't is te hope dat het me nou niet overkomt, want 'k zie er uit als een kreng. En 'k heb zo'n nette familie. M'n opa droeg overhemde met puntplooien...’

‘Wat deed ie voor z'n bikke?!’

‘Niks! Z'n hemd in de plooi houe... We hebbe allegaar onze taak hier op aarde!’

[pagina 261]
[p. 261]

‘Hu!’ schrok Jim, die kniediep wegzonk in een verslijkten dode. ‘Gadverdarrie! Om van te kotse... Paddy, help is!!’

Ken en Pad baggerden terug, hielpen Jim duwend en rukkend uit de walgelijke positie. ‘Laat we afspreke dat er een weerzien is,’ mompelde Ken met z'n hand voor neus en lippen. ‘Godweet ook een uit een familie met puntplooi-hemde...’

‘Aansluite!’ waarschuwde Pad. ‘We rake te veel achter.’ Zwijgend worstelden ze voort, alle krachten inspannend om weer contact te krijgen met de colonne, die inmiddels het veld verlaten had en een straatweg volgde naar een brug, waar eenige batterijen geschut in stelling kwamen.

‘Daar heb ie 't gelazer!’ wees Pad. ‘Als ze voorlopig maar niks in d'r hoofd hale. Eerst wij uit de buurt hier, anders komt de notaris handen te kort... Aboe!’

‘We magge blij zijn dat de artillerie klaar staat,’ vond Barker. ‘Wat zoue we zonder die bijstand motte beginne?! Waar of geen waar?’

‘Ja, wat zou de infanterie zonder geschut, zonder heel de verdomde oorlog motte beginne?’ grijnsde Ken. ‘We magge nog blij zijn dat ie er is... Wat jou Thomson?!’

‘Ongetwijfeld! We mogen blij zijn dat ie er is om door ons gehanteerd te worde!’ riep Thomson en sloot zich aan bij Jim en Ken. ‘De

[pagina 262]
[p. 262]

Moffe een beetje respect afdwingen en hen leren dat het belagen van de vrijheid op het vernietigen van das Militär uitloopt.’

De kanonniers droegen granaten aan, legden ze op stapels gereed en openden de sluitstukken. Commando's van den telefonerenden officier werden doorgegeven aan de sergeants, die bij de stukken stonden en het bevel herhaalden: ‘Correctie twee!’

‘Inschieten op twee duizend meter!’ berekende Pad. ‘We boffen stinkend, jonges.’ Hij maakte een roeper van z'n handen en schreeuwde z'n verzoek aan de kanonniers: ‘Heila! Houe jullie je kak nog effe op tot we door zijn!!’

‘Hoep!... Hoep!’ riep Oyler, tot groter spoed aanzettend. ‘Met de looppas!.. Straatweg houden!’

‘Klaar!’ werd achter door den batterijcommandant geroepen.

‘Klaar!’ kwam het weerwoord.

‘Vuur!’... Wrrramm!’ barstte een salvo over de dravende compagnie, die bukte onder het scheurend geweld der granaten.

‘Wat een hufters! schold Ken. ‘Helpe ons gladweg naar de mieterij en neme dan een duik onder de kluite... Kijk is effe... de Moffe vuurpijle! Het hele front staat vlammetjes te pisse... Omdat het zo lekker is!’

‘Als 't mis is, is 't nog raak!’ orakelde Nobby.

‘Jan Fuselier krijgt ze op z'n pet... dat's

[pagina 263]
[p. 263]

de hogere wiskunde waar 'k op school geen drie voor halen kon.’

‘Je kan nou anders aardig meekome!’ vond Ken en bleef staan om Barker, die ineenkromp onder de salvo's toe te snauwen. ‘Vooruit, godvergeefme! Op de pote blijve en voor me uitlope.’

‘Ik kan niet meer... Het gaat niet...’

‘Het mot! Als ie niet loopt vege ze d'r pote an je af... Geef hier je spuit!’

‘Wrrrammm!... Wrrrammm!’

‘Toe maar bultje!’ schorde Stone. ‘Hoe meer Russe er tippele hoe bloediger wij an magge peutere... Leve de solidariteit!’

‘Dat's onze eige verdomde schuld! We zijn toch oud en wijs genoeg om ook de weg naar huis te vinde... Maar wat helpt al dat geblaf zolang de pote anders gaan dan de gedachte’, foeterde Nobby, voortzwoegend naast Pad, die een compas van z'n koppelriem haakte. ‘Daar is het Noorden en achter je rug de Franse kust. Ga naar de luit en zeg dat jij de leiding neemt... Wij gehoorzame wel, dat's ons vak.’

‘Gestel dat we 't langer verdomme, wat motte we dan beginne?’ vroeg Sterling, het ‘Sneller!’ van Stevens ignorerend. ‘Geef me daar nou is antwoord op!?’

‘Revolutie make natuurlijk!’ schamperde Stone ‘Dat's de nieuwste broodwinning voor ons kluiven-duikers. Pensioen... vrije Zaterdagmiddag en doorbetale van de erkend-Kristelijke feestdage.’

[pagina 264]
[p. 264]

‘Evenzovrolijk gaan je voete net als de mijne,’ vond Jim. ‘Nog maar altijd in de richting van het vuur...’

‘En 't wordt nog kraniger!’ voorspelde Pad. ‘Straks als de klappertjes inslaan is 't afgelope met blaffe en zijn ze weer de soldaat die vecht en valt voor de rotzooi waar ie op kankert.’

Een groot aantal lichtkogels, verdroefd in een wade van regen, stond plotseling aan den hemel.

‘Verspreiden!... Afstand! Doorgeven, Stevens!!’ regelde de luitenant en liep terug naar de achterblijvers. De opmarsch stokte meer en meer. Steeds korter opeenvolgend werd: ‘Plat!’ gecommandeerd en steeds langer werden de tussenpozen, waarin de manschappen lagen en sliepen in de doorweekte akkers en bermen. Als bevel tot voortgaan gegeven werd, moesten de geweerkolven eraan te pas komen om de slapers weer op de benen te krijgen. Barker, die op het schoppen en slaan niet meer reageerde, werd achtergelaten. Lopend en kruipend in toenemende onregelmatigheid schokte de colonne voort en verloor alle samenhang. Telkens wanneer het vuur van pijlen en lichtkogels even van de hemel was of verzaakte, werd door de flinksten uit alle groepen der verbrokkeling, bukkend gerend om aansluiting te hervinden.

Jim wierp met een ruk z'n hoofd op, het onhoudbaar zware hoofd, dat weer onmiddelijk op z'n borst zonk. ‘Paddy!’

‘Jim?!’

[pagina 265]
[p. 265]

‘Ik slaap... ik loop...’

‘Nee, niet vasthoue, Jim! Dat's de moord... Los nou!.. Los!’ Pad hief z'n geweer, gaf Jim een tik met de kolf tussen z'n ribben. ‘Lope, godverju, of 'k beuk je inmekaar! Niet gek doen, Jimmy... Prate tege me. Prate! Hoe heet die vrind in Holland, die jurist, ook weer?’

‘Ra-ve-zwier...’

‘Ja, verdomd! Ravezwier... Hallo, Ken! Hier! Mannetje bij...’

‘Wat is er?’ vroeg Ken, aansluitend. ‘Wat kan 'k voor je doen, ouwe jonge?..’

‘Jim begint te nachtpitte!’ wenkte Pad. ‘An de praat houe... Nee, niet z'n zwikkie overneme... Zelf late drage.’

‘Straks!.. Later...’ steunde Jim, neerzinkend in het holle veldpad: ‘Ik... Ik...’

Pad greep Jim onder de oksels en sleurde 'm naar een gemetselde duiker in de berm.

‘Tak.. tak.. tak.. tak.’

‘Plat!’ brulde Ken en kroop de straatweg over om dekking te zoeken achter bomen en keislag.

‘Volop illemenasie!’ hijgde Pad, den uitgeputten Jim achter de dekking slepend. ‘Effe overneme, Ken. 'k Heb het in m'n schoer...’

‘Raak?!’

‘Nee, een schramper, maar 't kruipt ongezellig. Neem Jim... Ik volg om te waarschuwe als je 'm verliest.’

‘Daar gaan we dan,’ besloot Ken. ‘Vasthoue, Jim. Beuk 'm maar op z'n kont, Pad,

[pagina 266]
[p. 266]

als ie niet wil... Steigere doet ie niet meer...’

‘Tak.. tak.. tak.. tak..’

‘Op je navel!!’

‘Dank je de duvel,’ gromde Ken, die het hoofd van Jim in de berm drukte. ‘Ze hebbe ons op de korrel.’

‘Vooruit maar weer... Hier wordt het hel... Ik snuif al grover spul. Meekrabbele, Jim...’

‘Ja, Pad... Ik kruip... Eerlijk.. Ik kruip...’

Het blaffen der machinegeweren verstilde. Pad en Ken sprongen op, draafden, Jim ondersteunend, van boom tot boom en bereikten een fabriek waar Oyler stelling had gekozen. Strompelend, badend in z'n zweet poogde de luit om z'n mensen, die bij groepjes over akkers en straatweg schoven, te verzamelen. ‘Val maar neer jonges... Slapen... Laat ze maar, Stevens... 't Zal niet van lange duur zijn...’

‘Gehoord?!’ vroeg Pad, die bezig was om Jim te verzorgen en draaide zich om naar Ken... ‘Heeft ook een fijne neus, de luit...’

‘Wat?’ mompelde Ken, strekte zich uit en sliep..



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken