Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kriebeltjes hoogtepunt (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kriebeltjes hoogtepunt
Afbeelding van Kriebeltjes hoogtepuntToon afbeelding van titelpagina van Kriebeltjes hoogtepunt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (10.63 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kriebeltjes hoogtepunt

(1937)–Willem van Iependaal–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 229]
[p. 229]

XIII

We zijn op hoogte, hebben vanochtend een lat in de kap gespijkerd, gezwaaid en geluisterd - Tasselaar en ik - naar de vlag, die breed z'n lied slaat over het gemummel uit de diepte....

Toon heeft z'n pet van de toren geslingerd en is me met wuivende haren nageklommen tot in de nok, waar we een zitje vonden om peinzend te schouwen naar de lichtende negge....

‘De zon, Rook!’

‘Ja, wordende morgen en wijkende verte....’

We zwegen weer een tijdje, staarden roerloos naar het vlotte van de wolken.

‘Ginds het Westland, Toon....’

‘Dik in de nevel....’

‘Dik in de nevel,’ herhaalde ik overdenkend en luisterde naar het lied van de vlag:

 
‘Flapperdeflap! In de wind naar het licht!
 
Als de toren het houdt, slaat de hemel niet dicht!
 
En het vee in de wei; en het schip op de vloed;
 
En een schim van de zee.... Als de toren het doet,
 
Als de toren het houdt, zwiert een lied van de top
 
Door de ruimtelijkheid, slaat het: flapperdeflop!
 
Naar de rijzende zon en het wijkend verschiet,
 
Naar de weelde der wijdte, die Eindeloos hiet....’

En ginds, in de nevel, zag ik Hennekes, Kriezel, Dingeman en de Van Zwoelens mildverwaasd vanaf m'n hoogtepunt. Ach, wat een klamme, zielige poppetjes - vanuit de nok bekeken -, kluchtige, vaaggebarende schimmen op kwakelhoogte in de mist!

‘Wat zoek je?’ vroeg Toon, m'n blik naar de hemel volgend. ‘Je speurt zo ernstig....’

‘'k Zit uit te meten, hoe hoog we nog moete bouwen om tot de heup van Floor te reike!’

‘Drie maal de toren,’ schatte Toon, ‘maar wij zijn al onder de kap: hoger dan de nok, dat is óns niet gegeve....’

[pagina 230]
[p. 230]

‘'k Ga er bij staan, dat scheelt nog een endje!’

‘Streber!’ lachte Tasselaar en gaf me meer steun an de vlaggelat. ‘Maakt het nog verschil, maat?’

‘Ja! 't Wordt allegaar nog kleiner, nog poppekastachtiger daar beneden.’

‘Je kan nog, in de lat klautere!’ wees Toon; maar greep me gelijk secuur bij m'n broekspijp om gekheid te voorkomen: ‘Nou niet inhalig worde, ruimteverzamelaar! Laat je weer glije en kom netjes naast me zitte op de nok: dat is bove de nevel, en rings in de wijdte!’

‘Ergens daar, het Paleis van Justitie!’ liet ik me zakken. ‘Beffe en toga's, heren en titels: heel het decorum....’

‘Onvindbaar in de ruimte!’ vulde Toon aan.

‘En de gevangenis....’

‘Ook al zoek!’

‘Verzopen in de grauwe daken, in het mak gekabbel der....’

‘Verzonke mensheid....’

‘Ginder wurmt de Maas, Toon, door een kinderachtige wereldstad van verkleurde bouwkartonnetjes....’

‘Die bestormd worde door steigerende torre en sluipende oorwurmtrammetjes!’

‘Dáár! Op dat speelgoedbruggetje gaat de Krabbedregger met een dagvaarding! Kan jij leze wat er op gekriebeld staat?’

‘Zal 'k eerst de bril van Aai motte lene!’ schaterde Tasselaar. ‘Alleen het: Pro Justitia kan 'k hier vandaan ontcijfere; maar dat staat dan ook in hoofdletters....’

‘Justitia.... Effe zoeken op de tuitgevels! Hier niet.... Daar niet....’

‘Voor poppetjes zitte we te hoog, Rokus!.... Ga je mee naar het ziekenhuis?!’

‘All right!.... Meer naar die kant!’

Hebbe!.... Hospitale, ziekeverzorging, is zowat het enige dat groter wordt, vanuit de hoogte gezien.

‘De schoorsteen!.... Heb ie 'm?.... Net zuster Burgstein, die hoog boven alles uit en dwars door de bouwvallen op me an komt wandele namens alle zusters: ‘Wij kennen geen gevangenen!’

'k Trok me weer op langs de vlaggestok om effe op hoogste

[pagina 231]
[p. 231]

hoogte m'n groet en dank door de ruimte te zwaaie aan al de verpleegsters, die geen cipier willen zijn:

 
Naar de rijzende zon en het wijkend verschiet,
 
Naar de weelde der wijdte, die Eindeloos hiet!’

‘Een spoortrein, Rook! Als je hier, over deze kant, gaat zitte, kan je 'm zien!’ lokte Toon. ‘Sjezes, wat lijkt zo'n snelverbinding luizig sloom! Vanuit de hemel bekeke mot alle vooruitgang wel stilstand, pas-op-de-plaats weze.’

‘Stop is effe! Die wolk, die daar aan komt zette, is in 't dok geweest en opgeknapt met een bandje van glanskoper om er de wereld mee om te vare! 'k Kom bij je zitte, Toon, om je te vertelle, dat 'k van mening veranderd ben. Bij m'n invrijheidstelling wou 'k alle mensen in 't gevang zette om ze het zien te leren; en nou zou 'k ze op de toren wille hale om....’

‘Ze duizelig te make!’ viel Toon in. ‘Die omhoogtrekkerij lijkt akelig veel op het gedoe van de Reclassering, waar ze geen arbeid kunne verschaffen om bouwend te rijzen. Niet de toren helpt op hoogte, maar de Arbeid! Een Reclassering die niet aan 't werk weet te zette, is een schijnvertoning en kan het nooit verder brenge dan.... hoogtevrees op de tinnen van d'r luchtkastelen! Floor heeft het goed gezien en nog beter gezegd: Uit de fundering, moeizaam, meter na meter, naar de top, waar alle vrees en kleinheid wegvalt in de ruimte.... Wie zó op hoogte komt en, als jij, de vlaggelat kleurt met z'n stukgevochte handen, kan vrij op de nok staan zonder een wimper te knippe. Kijk steil naar de hemel, Rokus, naar de varende wolken! Merk je hoe de toren valt?’

‘Ja, Toon!’

‘Waarom vrees je niet?!’

‘Omdat ie niet vallen kan, want ik heb er zelf aan gebouwd!’


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken