Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zederymen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zederymen
Afbeelding van ZederymenToon afbeelding van titelpagina van Zederymen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.10 MB)

Scans (14.16 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zederymen

(1656)–Anthony Jansen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onderscheit der Geesten.

 
VIer Geesten, die men klaar in 't werk kan onderscheiden,
 
Zijn kenbaar in het woort dat elk gelooven moet:
 
Twee quade waarlijk quaat; twee goede waarlijk goed,
 
Die yder na haar aart of wel of qualijk leiden.
 
De goede geesten zijn: die 't hert oprecht bereiden
 
Ter deugt, gelijk 't verstant in wijze menschen doet
 
't Welk, eenig met Gods woort, door overleg gevoed,
[pagina 240]
[p. 240]
 
De goetheit van den Heer gevoelt, en kan verbreiden;
 
Dat vriendelijk van aart, aanminnig is en zoet,
 
Getrouw in gront en mont, rechtveerdigh en bescheiden,
 
Verzien met alle deugt in grooten overvloet
 
Om die tot yders nut godvrugtigh te verspreiden.
 
Ten andren; die zeer groot, en godlijk van ontzach,
 
Zoo wonderlijk in 't oog' der menschen zich vertoonden;
 
Met kragten die natuur noch konst noch vlijt vermach.
 
Die blinden deden zien de klaarheid van den dagh.
 
Die kreuple deden gaan, en elk met heil bekroonden.
 
Die om Gods eer' en leer noch groot noch klein verschoonden;
 
Maar of ten grave zond, als met een harden slagh,
 
Of wekten uit het graf die al begraven lagh,
 
Door wondren van Gods geest die zigtbaar in haar woonden.
 
De quade geesten zijn: baldadigh onverstant
 
Dat willens tegen God en zijne waarheit kantt,
 
En helpt den vrede vlot, en alle moetwil boven:
 
Dat volken overhoop en rijken zet in brant,
 
Dat twist en tweedracht broett, ten proye van het land,
 
Vol gierigheit, vol haat; en graag op moort en rooven.
 
Dat balken overslapt, en wil een splinter klooven.
 
Dat laffen vindingen, getimmert op het zant,
 
En plantingen, by God noch zijnen Zoon geplant,
[pagina 241]
[p. 241]
 
Verdedigt, en voor goed doet gelden en gelooven.
 
Ten andren; die terstont, wanneer sy zijn gekomen
 
In eenigh mensch, zoo klaar doen zien haar groote kragt,
 
Dat zy, bespottende der menschen slappe magt,
 
Door hunn' afgrijslijkheit verwekken schrik en schroomen.
 
Die door geen ketenen noch boeyen zijn te toomen.
 
Die Jesus door zijn macht te gronde heeft gebracht,
 
Doen hy haar stortt' en met de Swijnen in de stroomen.
 
Wegh alle vuiligheit van beuzelen en droomen
 
Van spooken van gespuis, by wijzen ongeacht,
 
Gesmeet in 't zieke brein, door middel van de nagt,
 
Dertelt van hand tot hand, de stut is u ontnomen;
 
Vw dwaasheit is maar wint dat weten alle vromen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken