Theoretische lessen over de gesticulatie en mimiek

[p. 204]

Vijfentwintigste les.
(Overzigt van de kleedij der mannen.)

GEACHTE HOORDERS!

Plaat 59. Grieken.

Staatsmannen lange tunique, de vorsten, de mantel op vele manieren, ook om het lijf; een dubbelde mantel wordt door winkelman opgegeven.

Romeinen.

De consul, de raadsheer, roode banden, breed, een op de borst tot beneden. Zonder die banden Romein en Griek egaal, gekleurde tunique en mantel, heele en halve mouwen, de randen à la grecque en hetruries en schelpen om den kant des mantels en des kleeds, korte tunique, vooral in den strijd.

[p. 205]

Hoofdhaar.

Allen blootshoofds, geene lange haren of weinig, Grieken baarden, Romeinen ook, naderhand meer geschoren. Banden, tirebouchons en linten, Titus, Brutushoofden.

Van de schoeisels zijn velen aanhoudend vertoond.

De Slaaf

draagt eene korte tunique tot over de knieën, slavenmutsjes van cochain, die zeer overeen komen met de Phrijgische muts. De broeken, tot aan de kuiten, zijn bij de Grieken en Romeinen gedragen; bij de Troijanen tot over den voet en de slingers daarover; dit staat niet mooi, men laat die broeken om den welstand uit, en vertoont alleen vleeschkleur. De dragt van het zeevolk was met een baard; ulysses, Bonnet de la liberté der Franschen; daar hij uit een schip komt als zeeman.

Plaat 60. Gewapende Griek.

Eenvoudig lederen harnassen, lange taille, mode van den tijd, met korte lijnen, deugt niet. Slippen van leder met zware knoppen, tot drie hoog. Geschelpte harnassen, buikstukken, in de vroegste tijdperken vellen schoten, vellen mantels bij hun harnas. Al die harnassen moeten van leder gedacht worden, van daar de mogelijkheid om elkander met het zwaard door het harnas te kunnen dooden.

Wapens.

Zwaarden; Grieksche, Romeinsche, regt; pijlen, bogen en speren.

[p. 206]

Schilden.

Grieksche, halve maan, groote rondassen, achtkante, vierkante en gebogen ronde.

Plaat 61. Helmen.

Grieksche, Romeinsche, verschil van vorm, met kemelshaar, pluimen bij de Romeinen gepermiteerd.

Romeinsche harnassen.

Beugels, buikstukken, prachtige slippen, geheele harnassen met leeuwenkoppen op de schouders, op de borst gouden of koperen figuren, ook waren al de banden en boordsels van koper. Zwaarden aan kettingen, aan ceintures.

Romeinsche krijgsknechten, van jan luyken, beugels, malie rokken tot over het achterdeel, broeken, slingers, naak te en bedekte armen, kuiten gewapend, met beugels om het been, bij enkel en knie.