Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXXVII

‘K'praal’, zei een lotgenoot-landstormer tegen me in de trein, ‘ik ben altijd een braaf mens geweest, maar nou geloof ik, dá 'k sociaal wor.’

‘Nou! nou!’ suste ik z'n opstandigheid (dit behoort tot m'n verplichtingen als bevelvoerder in het leger!), maar hij schudde energiek z'n goedige kop. ‘Nee’, zei hij koppig, ‘nee, k'praal, daar mò je nou niet van praten, ik zeg: dat deugt nie, dat ken nooit nie deugen! D'r is iets nie in de haak, da's vast!’ ‘Ja, maar vrind’, trachtte ik hem nog te beïnvloeden, ‘het vaderland!’

‘Vaderland?’ vroeg hij met honende verwondering. ‘Ze hebben me me hele leven an me kop legge klesse over dat vaderland, maar ik vraag maar: waar is 'et? en wat mot ik d'r mee?... Waarachtig, k'praal, ik ben nooit geen sociaal geweest, maar nou zal ik 'et vast nog worden, want zo kan et nie langer.’ ‘Ik zou maar voorzichtig zijn’, ried ik hem aan. Ik begreep ook niet precies, wat hem zo dwars zat, of het alleen z'n eigen beroerde positie was of iets breders.

‘Nou ja’, stelde hij me ietwat gerust, ‘ik zel nou nog niet direkt met bommen gaan smijten, maar 't is toch vast, dat er's verandering mot kommen. Dat geloof ik vast, want d'r is iets, dat nie deugt.’

Hij keek me aan, net of ie samen met mij een verschrikkelijk geheim wist en korzelig vroeg ik: ‘Maar wat bliksem is er dan, dat niet deugt?’

‘Nou’, zei hij toen met een toegeeflijk lachje voor m'n onnozelheid, ‘nou, da's nog al wiedes.’

Vertrouwelijk boog hij zich tot me over en vroeg me vlak in m'n gezicht: ‘Heb u wel es iemand ontmoet, k'praal, die dankbaar en tevreden was, omdat-ie soldaat mocht zijn?’

Ik behoefde m'n geheugen niet af te pijnen en kon naar waarheid getuigen: ‘Nee, nog nooit.’

[pagina 396]
[p. 396]

‘O zo!’ riep hij triomfantelijk en sloeg me op m'n knie. ‘O zo! Ik ook nie! En die zal je nooit ontmoeten ook, da's vast! En dat, zie je, dat deugt nie! dat deugt nooit nie!’

‘Waarom niet?’ vroeg ik. ‘D'r moet nou eenmaal een leger zijn.’

‘Nou ja!’ riep hij met een blik van verstandhouding. ‘Nou ja, dat zeg u, omdat u k'praal is. Maar d'r is geen mieter van an. Dá ken nie!... as-t-er geen mens is, die graag soldaat wil wezen, dan is 't ook onmogelijk dat er een leger mot zijn. Da's allemaal maar kles! En as ze je dan toch bij je vrouw en je kinderen vandaan halen, uit je zakie dat pas effetjes begon te flereren en dat nou naar z'n ouwe moer gaat, dan noem ik dat geen vaderland, k'praal. As-t-er dan een vaderland was, dan mos je d'r graag alles voor over hebben, allemaal, en dan was dat ook je plicht. Maar as ze d'r allemaal de pest an hebben, dan is 'et ook lulderij, en dan snap ik nog niet, dat we allemaal maar as varkes ons eigen in een hok laten drijven, dát... dat snap ik niet!’

Hij hield ademloos op. Ik stem toe, dat hij nog al onsamenhangend redeneerde, maar ik voelde toch wel, wat hij zeggen wou. En daarom vermaande ik hem, zacht en vaderlijk, zoals het reglement dat voorschrijft: ‘Vriend, je bent op een gevaarlijke weg.’

Hij haalde z'n schouders op en verklaarde met iets wanhopigs in z'n stem: ‘Dat zee ik toch al! Ik ben altijd een braaf mens geweest, maar ik geloof vast, da'k nou sociaal wor. En dat komt allemaal door die verpeste dienst. Want nou zien ik een hoop, da'k vroeger nie zag en dan raak je toch wel es aan 't denken? Zeg nou zellef!’

‘Ja’, zei ik, ‘dan raak je wel es aan 't denken, da's waar...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken