Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hilda van Suylenburg (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hilda van Suylenburg
Afbeelding van Hilda van SuylenburgToon afbeelding van titelpagina van Hilda van Suylenburg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.24 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman (populair/bestseller)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hilda van Suylenburg

(1897)–Cécile de Jong van Beek en Donk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XL]

Charly was gekomen, vlak voor het eten en Isabelle had haar best gedaan om hem hartelijk, als altijd te begroeten, maar nu zij wist dat ie straks misschien het vonnis zou uitspreken over haar mooie plan, was er 'n klein beetje bitterheid achter haar glimlachjes.

Wat zag ie er toch knap uit, met zijn fijne trekken, haast al te tenger en te klein voor 'n man, maar toch zoo chic en voornaam. Geen wonder dat mama trotsch op hem was. Wat rook zijn haar weer heerlijk naar dat fijne dure haar-watertje, dat ie verleden ook bij zich had, en wat had ie 'n mooie das aan, en verlakte schoenen! O! ze gunde hem heel graag wat luxe en mooie kleeren. Maar 't was toch allemaal van geld dat zij en mama zich uitsloofden om voor hem te besparen, en 't was heel best dat hij genoot en misschien wel aan fooitjes en cigaren en dassen en borreltjes meer geld uitgaf dan waarvan zij een heel jaar lang gekleed en gevoed werd! Maar er was op den duur toch iets hards in, dat het zoo heelemaal van zelf sprak dat alles voor hem was en voor

[pagina 412]
[p. 412]

haar bijna niets, heel alleen omdat hij een jongen was en zij een meisje.

En dadelijk, aan tafel, had mama het teere onderwerp aangeroerd en 't was alles heel pijnlijk en heftig gegaan.

Charles vond wel dat ze zingen mocht, dat kon men tegenwoordig heusch wel doen, maar dan moest er op het programma staan: met welwillende medewerking van jonkvrouwe P.v.H., dat beteekende dat zij geen geld aannam. Want dàt mocht niet! Hij verkoos het niet! Ze moest al heel blij zijn dat ie 't zingen goed vond, maar voor geld zoud' ie nooit toestaan!

En Isabelle had zich verdedigd, hakkelend, naar woorden zoekend in haar ongeoefendheid van meisje om duidelijk haar gedachten uit te spreken, te geagiteerd om tegen Charly's debatingclub-maniertjes op te kunnen. Zij wilde juist voor geld zingen, want later wou ze haar brood er mee verdienen, en het zou dus bespottelijk zijn om zich eerst te gaan aanstellen alsof ze zich te voornaam vond om iets aan te nemen. 't Was ook volstrekt geen schande om geld te verdienen! en niemand had het recht haar daarvan af te houên!

Maar Charly had zijn schouders opgehaald, met sarrende lachplooitjes om de mondhoeken.

Dat waren allemaal theorieën van die Corona van Oven en haar soort, die zij maar napraatte, en hij raadde haar aan zich liever niet van die kost-verdien-idees in 't hoofd te halen! Het was veel mooier en prettiger voor een vrouw om stil rustig thuis te blijven. Hij zou later immers wel voor haar zorgen, en zoo lang mama leefde kon ze immers kalmpjes bij haar blijven.

Toen was Isabelle driftig geworden. Zoolang ie zoo meesterachtig sprak, kon ze het nog verdragen,

[pagina 413]
[p. 413]

daar was ze aan gewend, maar toen ie op zoo'n toontje van bescherming zei, dat ie later wel voor haar zou zorgen, werd ze razend van bitterheid.

Ze bedankte er voor om van zijn vriendelijkheid af te hangen. Tot dusver had ie niets gedaan, dan zooveel mogelijk profiteeren, zonder er zich ooit om te bekommeren hoe zij en mama voor hem krom lagen! Zij bedankte voor het heerlijke genot om later af te hangen van iemand, die met de grootste onverschilligheid het als zijn recht beschouwde, dat alles voor hem werd opgeofferd. Zij bedankte er voor! Dat moest ie maar goed weten! O! ze had het verleden wel alles verstaan, boven in haar kabinetje, toen ie daarnaast op zijn kamer met z'n vrienden van die flauwe, grappen had zitten zeggen: ‘Dat meisjes niks in haar hoofd hebben dan trouwen, en dat je maar hoefde te fluiten, dan kwamen ze bij troepen aangehold.’ Als dat waar was, zou 't waarachtig geen wonder zijn, zoolang ze overal zoo werden tegengewerkt om op haar eigen beenen te staan. Maar zij wou niet op een man wachten! en wèl geldverdienen! Verstond ie dat? En ze wou nooit, nooit, nooit, trouwen, tenzij met iemand waar ze van hield en geen genadebrood eten!

Zij had het uitgegild, de anderen overschreeuwend die haar probeerden in de rede te vallen. Zachte, geduldige naturen als de hare kunnen niet rustig strijden. Om zich te verdedigen moeten ze zich opwinden tot ze buiten zich zelve zijn.

Charles had eerst driftig gepoogd haar te onderbreken, toen was hij, met een diepe plooi van minachting om den mond, begonnen te spelen met den grooten zegelring van zijn vader, die veel te wijd was voor zijn tengere vingers. Einde-

[pagina 414]
[p. 414]

lijk, toen ze uitgeput even ophield, zeide hij in tergende bedaardheid:

‘Zóó heb ik je nog nooit hooren spreken, Belle, ik moet zeggen, die muziek schijnt je humeur niet te verbeteren.’

‘Nee, dat is waar! sinds al dat zingen is ze lang niet in haar voordeel veranderd.’ zeide mevrouw.

Isabelle sprong op, haar servet met eene beweging van exasperatie neersmijtend:

‘Natuurlijk, zoolang als ik poddingjes maak en kousen maas voor jullie, ben ik goed, maar zoodra ik voor me zelf iets vraag, heb ik 'n slecht humeur.’

Snikkend vloog ze de kamer uit, de trap op, om alleen te zijn, weg van hun vijandig verbaasde blikken.

Marion had het verleden wel gezegd: ‘Alles wat goed is, wordt in tranen geboren en in deze overgangstijden kunnen de meesten van ons haar eigenlijke volle leven pas ingaan na een periode vol strijd en wee.’

Met trillende handen nam ze haar pen en een velletje papier en het inktfleschje uit haar kast, en toen op den rand van haar bed, een dik boek op den schoot - haar gewone correspondentie-houding, want voor 'n stoel was geen plaats in het kabinetje, en voor een tafel nog minder - schreef ze haastig, terwijl het bloed kokend heet opgutste in haar halsaderen en heel warme tranen neerdrupten, die vlekjes knoeiden op haar schrift:

‘Lieve, lieve, engelachtige Marion!

Ik ben diep ongelukkig, maar het kan me niet schelen. Ik zal probeeren sterk te zijn. Mama vond natuurlijk dat Charles zeggen moest of ik kon zingen of niet! Natuurlijk, zoo'n jongen, die

[pagina 415]
[p. 415]

niets als dwaasheden doet, en ons handen met geld kost, is en blijft een orakel van wijsheid in familieaangelegenheden omdat ... hij een jongen is. Zoo worden ze stelselmatig tot huistirannen opgevoed, weet je! En natuurlijk, tegenover zijn vriendjes enz. enz., vindt hij het niet goed, dat ik geld zal aannemen; dat wist ik wel vooruit! Maar ik zal het toch doen! en ik bid je innig, lieve beste Marion, om voor mij aan die zang-vereenigingen te schrijven. Het moet maar uit zijn, dat het eervoller is, om te zitten armoe lijden op een bovenhuisje, in een leelijke nieuwe straat, dan het kapitaal, dat je van den hemel gekregen hebt te laten rendeeren! Je weet hoe zalig ik ben in de hoop van misschien een goede zangeres te zullen worden, maar al vond ik die carrière maar half zoo verrukkelijk, en al vielen me de schaduwkanten, die je me voorspeld hebt, heel verschrikkelijk tegen, dan nog zou ik het heerlijk vinden juist om te verdienen! O! Marion, wat zal het innig prettig zijn, om zooveel muziek te kunnen koopen als je wilt, en mooie boeken en je handschoenen te laten wasschen (ik vind die benzine zoo'n naar gevoel aan mijn handen) en om voor jou bloemen en speelgoed voor je kleintjes te kunnen koopen, en om mama's zorgen te verlichten! Wie weet, als ik haar 'n boel attenties kon geven, desnoods rekeningen voor Charles kon betalen, of zij niet een klein beetje meer van mij houden zou....’

Maar toen braken de tranen, die bij het zich uiten in schrift, een oogenblik kalmer gevloeid hadden, weer met wanhoopsheftigheid uit. Heel het onderdrukte smachten van haar jeugd stond plotseling voor haar op in klaarheid. Jarenlang had zij het stil geduld, omdat zij meende dat het zoo

[pagina 416]
[p. 416]

zijn moest, dat de eerste plaats in huis, beter onderwijs, meer vrijheid, meer genot, aan den jongen toekwamen en dat voor het meisje de zorgen waren, om ze met mama te deelen, in geduldig zelfverloochenen. Maar nu ze wist, dat het anders zijn moest, en dat het anders worden zou, als de menschen de gerechtigheid een beetje gingen liefhebben, nu begreep ze ineens hoe ontzettend ze eigenlijk geleden had onder mama's voorliefde voor Charles en zijn naieve tirannie over haar van bedorven jongen.

‘Hij is wel veel mooier,’ fluisterde ze snikkend, ‘maar hij heeft nooit zoo z'n best gedaan om goed en lief te zijn als ik, en mama plezier te doen, en toch werd hij altijd voorgetrokken! Maar ik zal het doorzetten, en als ik dan veel geld heb verdiend en veel prachtige dingen aan mama heb gegeven, en beroemd ben geworden, zal ze misschien eindelijk ook wel trotsch op mij worden.’

Toen schreef ze verder, de linkerhand, die 't inktfleschje vasthield, krampachtig toegeknepen van opgewonden energie:

‘Lieve Marion, al mijn wilskracht, die ik tot dusver gebruikt heb om stil en geduldig te zijn, mijn eigen persoonlijkheid te onderdrukken, niets te zijn dan wat zij goed vonden, zal ik nu aanwenden om mijzelf te worden en ons prachtige plan door te zetten. Ik ben strakjes schandelijk driftig geweest, maar ik zal voortaan wel zorgen dat ik me beter beheersch, want ik weet nu dat de tijd van een heel hardnekkigen strijd gekomen is, waarin ik niet wil ondergaan. En o! als je me maar een beetje helpt, dan zal het ook best gaan. Mama zal mij, om Charles, nu wel vreeselijk tegenwerken, maar later, als ik succes mag hebben,

[pagina 417]
[p. 417]

zal ze me toch gelijk geven, en dan zal al deze ellende vergeten zijn. Je onuitsprekelijk liefhebbende

Isabelle.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken