Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie zestiende-eeuwse esbatementen. Tielebuijs. De blinde die tgelt begroef. De luijstervinck (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie zestiende-eeuwse esbatementen. Tielebuijs. De blinde die tgelt begroef. De luijstervinck
Afbeelding van Drie zestiende-eeuwse esbatementen. Tielebuijs. De blinde die tgelt begroef. De luijstervinckToon afbeelding van titelpagina van Drie zestiende-eeuwse esbatementen. Tielebuijs. De blinde die tgelt begroef. De luijstervinck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.13 MB)

Scans (11.22 MB)

ebook (2.96 MB)

ebook (2.80 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

esbattement


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie zestiende-eeuwse esbatementen. Tielebuijs. De blinde die tgelt begroef. De luijstervinck

(1934)–Marinus de Jong–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

III Taal en spelling.

Overzicht der Zuidnederlandse taalvormenGa naar voetnoot1):

1 e > a voor r + labiaal of gutturaal:
T.: Sterf (41, 77, 196), wachermen (106 en passim), dwermoes (217, 227), verstercken (279), verscherpen (299), scherp (427).
Bl.: ontfermen (13), kermen (14), scherp (51, 181, 184) naast scharp (178), arm (16), wacharmen (224 en passim).
Lv.: kermmen (143: ontfarmen 144), erch (169, 597), kermmen (217), ontfermen (218); wacharmen (162 en passim).
2 e > e of i voor r + dentaal:
T.: herte (5 en passim), smerte (17), peertshoot (64), kertelen (95), spertelen (96), hertelijck (135, 264), scheerne (201), gheerne (202), dweerde (418), sweert (427), verweert (428).
Bl.: herte (12 en passim), smerten (11) naast smarte (333), geernne (73) naast gaerne (10), eerde (169) naast aerden (92, 96) en aerde (318), steertbeen (317), hertelijcken (433), paerde (170: spaerde).
Lv.: herts s(226), hertendieffken (163), hertelijck (53, 356), verveert (141: deert); vervaert (38), gaern (41, 93), kaerse (231).
3 Afwisseling van e en i; i voor n + consonant.
T.: inden (265), bringhen (180, 254, 369), crebben (335), schincken (134, 175), dincken (176, 214), bekent (258: content).
Bl.: bekinnen (269), bijbringen (58), toebringen (146), bringe (418), achterlet (430).
Lv. berespen (627), bringen (44).
4 Afwisseling van o met u:
Bl.: bucht (327), gonne (444).
Opm.: o = oe in: vertoven: behoven (345/46).
Lv. muchte (293: geruchte), verdullen (439).

[pagina 12]
[p. 12]

5 Afwisseling van ee met ei:
T.: meijnde (10 en passim), cleijn (105), cleen (145), ghemeijnlijck (232), teecken (249), zeijle (291), teijle (292), heesch: vleesch (483/84).
Bl. cleenne (28), deelt (61), cleijn (262, 358); bescheet (78); meenende (268), meijnen (359); cleden (397), reijndlijck (412).
Lv.: meenen (83 en passim), vercleenne (211), bescheet (423), vleesschelijck (455), reijne (532), teijsen (583).
6 ie wisselend met uu:
T.: lieden (15, 210), bedieden (212), bestier (359, 413), riecke (366), vier (227), lijen (437).
Bl.: bedijen (111), bediet (339), luijden (31), bestiert (41).
Lv. bedien (112), vier (233), dier (512), werclieden (417), luijden (439, 536).
Opm. Lv. 71 heeft 't rijm: hanteeren: versieren.
7 ue, eu (umlaut van o):
T.: steeds deur (bijw. en voorz. 95, 157 en passim); vuere in het rijm duere (subst.): vuere (bijw. 324), naast te voren (441).
Bl.: veure (bijw. 275, 279), deure (bijw. 364), te vooren (329).
Lv.: deure: veure (bijw. 9/10), veure (bijw. 111), veure: deure (subst. 145), becuerde (374), naast te vooren (343).
8 ouw voor uw:
T.: ouwer (20), gehouwen (23, 67 en passim), houwelijck (45, 192), naast uwen (54).
Lv.: grouwelt (33), grouwen: clouwen (326/27), douwen (481), naast gruwel (228), douwe (:trouwe 115) naast uwen (173).
9 ou = oe, voor gutturaal:
Bl.: houcken (297), doucken (298), souckt (374).
10 De rijmen: gebueren: besueren (128/30) in T., volvueren: ueren (179/80), rueren: uuren (359/60), besuernne: gebuerene (394/95; 482/83) in Lv.
11 ‘Flandrice’ volgens Kiliaen:
T.: waendij (285, Fl. Holl.), misquaem (355, vet. Fland.), bedeghen (511, vet. Fland.), huere (307).

[pagina 13]
[p. 13]

Bl.: steppen (254). Hierbij kan ook genoemd worden het Vlaamse woord sille (341).
Lv.: begijlen (86), volcomen (170, vet. Fland.), nosen (384).

Bovendien vinden we in T. nog de volgende biezonderheden: een grote voorkeur voor de lange vormen, gewoonlik intervokalies j of w, uitsluitend diminutieven op -ken en 't personale mij, alleen de werkwoordsvormen eest (= is het) en doeghet (17, 207, 345), de vorm hoot (64 in 't rijm, 383 erbuiten), tert (393), twee maal moeijer (386) en het enklitiese -dij, met h-voorvoeging huijl (38), heesch (483), de namen: Kempenlant (14), Brabant (15), Dixmuijen (78);

in Bl.: de w.w. vormen: tgebreckt (40), veet (407), enklities-dij;

in Lv.: dikwels de overgang van d in j of w tussen twee klinkers, moeijer (467, 552), enklities-dij, de vervorming der rijmen.

 

De beide andere handschriften van Tielebuijs vertonen verschillende afwijkingen, die grotendeels in het Hollands dialekt der afschrijvers hun oorsprong vinden. B. heeft voorkeur voor geapocopeerde vormen, ook in 't rijm, heeft vaak d intervokalies, gewoonlik voor r + cons. ae, a, meestal verkleinwoorden op -(t)gen, naast mij (pers.) ook mijn, steeds ist (is het), houwen alleen in het rijm (23, 155, 503), daarnaast hijlijcken, hijlijck, doer, nooit deur, steeds doetet en leggen (ook in 't rijm 258, dat om die reden veranderd werd), luijden (305), ruijcke (366), hooft (383), room (44; Kil. Fland. Holl.), cransgen (55; Kil. krantsken Holl.), meijdt (183; Kil. Sicamb. Holl.), meent (285; Kil. meenen Fl., Holl. j. meijnen), boterschuttel (297; Kil. Sic. Holl.) en zonder h-voorvoeging: uuijl (83), uuijr (307), eijsch (483), terwijl in vs. 14 de naam Hollant Kempenlant van Hs. L. vervangt.

H. gebruikt lange en korte vormen, de laatste een enkele maal in het rijm, voor r + cons. meestal ae, a, overwegend diminutieven op -ken, ook 't personale mijn, slechts éénmaal eest (= is het: 486), anders ist, ook 't w.w. hijlicken (met een nieuw rijm in vs. 23), steeds door, éénmaal doeget (207), éénmaal liggen, om 't rijm (258), elders leggen, ruijcke (366), hooft (383), room (44; Kil. Fland. Holl.), zonder h-voorvoeging: uuijl (38), uuijr (307) en in vs. 14 de naam Westlant.

[pagina 14]
[p. 14]

Over de spelling van Goossen ten Berch (Tielebuijs Hs. H., Lv. en Bl.) is reeds elders uitvoerig gehandeldGa naar voetnoot1). Voor de beide andere hss. van Tielebuijs zij hier op een enkele biezonderheid gewezen. Vrij regelmatig heeft L. in open lettergrepen a, in gesloten ae. Eénmaal, in vs. 26, wordt w voor û gespeld in wt. ue voor eu overheerst. Verdubbeling van consonanten alleen in ss = s o.a. meester sse (456), vorsschen: dorsschen (397/98). Hebbick (éénmaal heb ick (217)) sallick, willick, haddick in L. worden gescheiden in B. en H.: heb ick enz. Soms dt voor t, en, in dezelfde gevallen als de beide andere, th = t: thier (357), thien (43, 58, 128).

B. spelt ook oe = oo o.a. in: oeck (65, 122), coecken (213), voer (49, 50), moechdij (281, 315), moegen (375), regelmatig ue voor eu, behalve in enkele vreemde woorden: adieu (206), amoreus (195, 198). Verdubbeling van consonanten bij ss en ff. Verder ook een enkele maal dt = t, en dan de schrijfwijze fv in: vierdalfven (64) en selfven (144), die in Zuidnederlandse geschriften veel voorkomtGa naar voetnoot2).

voetnoot1)
Vgl. Drie kluchten uit de zestiende eeuw, uitgeg en toegelicht door Dr. F.A. Stoett, Zutphen MCMXXXII, Inl. § 2.
voetnoot1)
Drie kluchten Inl. § 18.
voetnoot2)
Drie kluchten t.a.p. bl. XIX.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken