Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Karen Blixen. Een Deense in Afrika (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Karen Blixen. Een Deense in Afrika
Afbeelding van Karen Blixen. Een Deense in AfrikaToon afbeelding van titelpagina van Karen Blixen. Een Deense in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.50 MB)

Scans (20.42 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Karen Blixen. Een Deense in Afrika

(1987)–Arendo Joustra–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

7 Met in de hoofdrollen Meryl Streep en Robert Redford

De verfilming van Out of Africa is in Kenia niet onopgemerkt voorbij gegaan. Nadat regisseur Sydney Pollack (van The Way We Were, The Electric Horseman, Absence of Malice en Tootsie) 14 januari 1985 met de opnamen was begonnen, liepen er door de Keniase hoofdstad Nairobi opeens jongens met - voor Kenia - uiterst moderne kapsels. Van achteren en opzij waren ze kort geknipt maar van voren was het haar lang gelaten.

Dezejongens en mannen, waaronder de plaatselijke dealer van Mercedes Benz, een Amerikaanse missionaris en een zojuist in Kenia gearriveerde Franse toerist, speelden voor vijfenzeventig gulden per dag een figurantenrolletje in Out of Africa. Ze waren geknipt volgens de haardracht die na de Eerste Wereldoorlog in zwang was. Op de terrassen van het Norfolk Hotel en het New Stanley Hotel, de twee voornaamste hangouts, vertelden ze je trots over de scène met Meryl Streep die ze net achter de rug hadden. En op straat kwam je Robert Redford tegen.

Sydney Pollack, die pas in 1983 voor de eerste keer Afrika bezocht, heeft voor zijn film eenentwintighonderd figuranten aangenomen met Europese gelaatstrekken en zevenduizendtweehonderdvijftig Afrikaanse en Aziatische hulpacteurs. De regeringsgezinde krant The Kenya Times beschuldigde Pollack van racisme omdat hij blanken meer betaalde dan zwarten, die maar vijfenveertig gulden voor een lange opnamedag kregen. De producent verklaarde dat de blanken een hoger loon kregen omdat ze schaarser waren. ‘In Europa zouden zwarte figuranten op hun beurt beter betaald worden.’

In een hoofdartikel eiste The Kenya Times van de regering dat geen buitenlandse filmmaatschappijen meer toegelaten

[pagina 58]
[p. 58]

zouden worden. ‘Ze komen ons op eigen bodem beledigen, enkel en alleen omdat een racistische auteur jaren geleden een racistisch boek heeft geschreven.’ Het dagblad, dat de broek als belangrijkste verworvenheid van de jarenlange Britse overheersing beschouwt, onthulde bovendien dat zwarte figuranten gedwongen werden naakt voor de camera rond te banjeren. De filmmaatschappij, Universal Pictures, ontkende de aantijging.

Als de beschuldiging klopt, dan zijn de beelden van naakte ‘wilden’ in ieder geval aan de montagetafel gesneuveld. Het enige naakt in Out of Africa wordt door een paar topless dames gepresenteerd. Bij een strikte navolging van het boek zou een scène met geheel blote zwarten overigens passend zijn geweest. Karen Blixen heeft met veel smaak en oog voor detail iedere naakte Masaikrijger beschreven die aan haar deur verscheen. ‘Daar stond hij dan, een Masai van top tot teen.’ En: ‘Afgezien van hun wapens en hun luisterrijke hoofdtooi waren ze naakt.’

Karen Blixen was een verklaard tegenstander van de maatregel die voorschreef dat de inheemsen broeken aan moesten trekken. Ze vond dat niet passen bij hun stijl. ‘Net zo raar als een giraffe met een harnas aan.’ Ze vertelt met veel ironie hoe haar vriend Berkely Cole na de Eerste Wereldoorlog medailles moest uitreiken aan Masai die dienst hadden gedaan als verkenner. Zelf hadden ze als beloning liever een koe gekregen, maar daar kon de regering in Londen niet aan beginnen. Stilletjes namen ze met uitgestrekte hand de penning in ontvangst. ‘Een medaille is niet zo geschikt als cadeau voor een naakte man omdat hij geen plekje heeft om het ding te bevestigen,’ merkt Karen Blixen met veel plezier op.

Door toedoen van de Britten en de missionarissen rust in Kenia een taboe op naaktloperij. Zelfs de kleinste jongetjes aan de kust dragen broekjes. Als ze gaan zwemmen, trekken ze die uit, maar dan blijkt er altijd weer een nog kleiner broekje onder te zitten. Alleen bij de Masai zie je af en toe wat schemeren als de wind de rode omslagdoek opwaait.

In het parlement van Kenia ontstond in 1985 nog een groot

[pagina 59]
[p. 59]

rumoer omdat een Kamerlid uit Mombassa tijdens een bijeenkomst zijn pantalon had laten zakken om het publiek zijn onderbroek te laten zien. Hij had zich laten provoceren door een lokale bestuurder die had beweerd dat parlementariërs vuil ondergoed aan hun lijf hebben.

 

Pollack had zijn eigen problemen met de zwarte figuranten. Hij moest ze valse oren laten aanplakken omdat de verschillende stammen in Kenia niet alleen de broek hebben aangetrokken sinds Karen Blixen het land heeft verlaten, maar als onderdeel van het beschavingsproces ook hun oorlelletjes niet meer uitrekken. Pollack liet de namaakoren voor vijfenveertig gulden in Engeland vervaardigen. De zwarte figuranten konden nu extra klagen: ‘De blanken verdienen veel meer en hoeven niet eens iets aan hun oren te plakken.’

Er waren natuurlijk de gebruikelijke problemen als regen op de verkeerde momenten, koffieplanten die weigeren te bloesemen (daar had Karen Blixen ook al last van gehad) en ziekteverzuim door malaria en een hardnekkige diarree. De wilde beesten baarden Pollack echter de meeste zorgen. In interviews heeft hij geklaagd dat hij met de Keniase leeuwen niets kon beginnen omdat die beschermd worden door allerlei wetten die over hun gezondheid waken, zoals in Nederland Danny de Munck niet constant voor de televisiecamera gesleept mocht worden.

De ware reden dat Pollack acteerleeuwen uit de Verenigde Staten liet overkomen is natuurlijk dat de autochtone leeuwen niet op commando doodvallen. Vandaar dat Pollack acht leeuwen bij Hubert Wells' Animal Actors in Californië bestelde. De filmleeuwen van Wells hebben hun tanden nog nooit in levend vlees gezet en zouden volgens Wells binnen een week zijn omgekomen als ze in de Keniase wildernis waren verdwaald.

 

De planterswoning van Karen Blixen was voor de film onbruikbaar. Vlak ernaast is in de jaren zestig een school gebouwd, waar sinds 1963 meisjes worden opgeleid tot ver-

[pagina 60]
[p. 60]

pleegster. Pollack week daarom uit naar de nabij gelegen Ngong Dairy. Het zicht op de Ngongheuvels is daar vandaan vrijwel identiek aan het panorama dat Karen Blixen vanaf haar woning had. Op een terrein vlak in de buurt, in Langata, werd het Nairobi van de jaren twintig nagebouwd. Ook de Muthaiga Club, die nog steeds overeind staat in de luxe buitenwijk met dezelfde naam, liet Pollack herbouwen.

Van een koffieplantage die zojuist aan een projectontwikkelaar was verkocht, werden in de bloedhitte van november en december 1984 zevenhonderdtwintig koffiestruiken overgeplant naar een braakliggend terrein. Daar werd ook een kopie van de koffiefabriek neergezet. De enige rekwisieten in de film die ooit door Karen Blixen zelf zijn aangeraakt, waren de meubels in de slaapkamer, die door Pollacks medewerkers in een huis aan het Naivashameer waren gevonden.

 

Nadat alle films waren volgeschoten is door medeproducent Terry Clegg geklaagd dat de regering in Nairobi zo weinig medewerking heeft verleend aan de filmploeg. In een brief aan The Standard, het oudste dagblad in Kenia, schrijft hij het oerstom te vinden dat de autoriteiten vijfenzeventigduizend gulden lieten betalen voor de werkvergunningen van de circa honderd personen tellende filmploeg, waaronder Redford, Streep en Pollack zelf.

Ook weigerde de regering de speciale filmdokter te registreren en pas na drie maanden kreeg de filmkaravaan toestemming ook 's avonds en 's nachts te reizen. ‘Voor ons volgende project zullen we niet automatisch naar Kenia terugkeren hoewel ook die film in Afrika speelt. Waarschijnlijk zullen we voor Zimbabwe kiezen omdat we daar een veel betere behandeling krijgen,’ dreigde Clegg in zijn brief aan de krant.

Sommige landen in de Derde Wereld beginnen te beseffen dat veel geld kan worden verdiend als ze opnamen toestaan voor grote Hollywoodfilms. India kreeg bijvoorbeeld een stroom toeristen te verwerken nadat films als Gandhi en A Passage to India in het Westen miljoenen bezoekers hadden

[pagina 61]
[p. 61]

getrokken. Afrikaanse landen als Zimbabwe en Ivoorkust doen in tegenstelling tot Kenia veel moeite filmmaatschappijen met premies en belastingvoordelen te lokken. Het motto daarbij is dat de kosten voor de baten uit gaan. De regeringen mikken niet alleen op de harde valuta van de toeristen, ze hopen ook dat de filmploegen voor een forse dollarinjectie zullen zorgen. De makers van Out of Africa gaven in Kenia bijna vierentwintig miljoen gulden uit. In hetzelfde jaar ontving Kenia van Nederland voor tweeënzeventig miljoen gulden aan ontwikkelingshulp.

De Ivoorkust blijkt trouwens geen paradijs onder de openluchtstudio's te zijn, merkte een filmploeg die naar dat land was getrokken om een documentaire te filmen over heilige maskers. Nadat de medicijnman een masker had ingewijd door er een kip boven te slachten, riep de regisseur: ‘Stoppen, deze scène moet overnieuw.’ ‘Geen sprake van,’ gromde de dorpsoudste. ‘We kunnen dat geen twee keer doen, dat stemt niet overeen met onze tradities.’ Waarna de regisseur hem uitlegde dat in de film maar één geofferde kip te zien zou zijn. De man liet zich echter niet door de magie van de montagekamer vermurwen. ‘Op deze manier hebben we morgen veel te veel vlees.’

De Keniase regering had een goede reden zich enigszins terughoudend op te stellen toen het Out of Africa-tezm van Universal Pictures arriveerde. De ervaringen met eerdere filmploegen waren namelijk ronduit vervelend geweest. Zo bewaart Kenia slechte herinneringen aan de opnamen voor Sheena, the Queen of the Jungle waardoor het natuurgebied Aberdare ernstig vervuild raakte. Het onuitstaanbare gedrag van de filmmakers vond zijn climax tijdens een afscheidsfeestje in Nairobi. De racistische praat die toen gebezigd is, is nog steeds berucht, zo blijkt uit een artikel in The Standard van Zelda Kadogo.

Half december 1985 was de première van Out of Africa in de Verenigde Staten. De film kreeg lovende kritieken. ‘Een schitterende reis met een eerste klas kaartje,’ schreef David Ansen in Newsweek. Maar Paul Attanasio van The Washington

[pagina 62]
[p. 62]

Post vond dat de film teveel inspeelde op de fantasie van de yuppie. Volgens Vincent Canby van The New York Times kon de hele film zo in de National Geographic.

In Nederland was de film vanaf 20 februari 1986 in de bioscopen te zien. Filmcriticus Peter van Bueren van de Volkskrant schreef dat in Out of Africa een echte kern ontbreekt. Hij meent dat ‘een grote Hollywoodproducent als de inmiddels overleden Darryl F. Zanuck dc meeslepende romantiek de aandikking had gegeven die eigenlijk nodig was om Out of Africa de emotionele kracht van echte klassiekers als Gejaagd door de wind te geven’.

Maar Meryl Streep heeft volgens Van Bueren de film gered. ‘Dankzij Streep heeft de film enkele prachtige scènes, die Out of Africa ondanks de wezenlijke missers tot een zeer onderhoudend en toch wel opmerkelijk spektakel maken.’ Binnen een half jaar had de film in Nederland meer dan een miljoen bezoekers getrokken.

Reeds snel volgde een videoclip (The music of Goodbye) met beelden uit de film en een duet van Al Jarreau en Melissa Manchester: ‘Perhaps the way I hold you, makes you afraid I hold you, makes you afraid to love me.’ Dit thema is de meeste filmbezoekers mogelijk het langste bij gebleven. Jane Kramer schreef in The New York Review of Books: ‘Misschien zat Sydney Pollack er in zijn film niet zo ver naast. Isak Dinesen wilde met Denys Finch Hatton trouwen en Denys Finch Hatton wilde niet met Isak Dinesen trouwen, en de rest van haar levensverhaal, of, beter, de rest van de industrie die Isak Dinesen is geworden, is een exotische exercitie waar Dinesen zelf een ster in was.’

In Kenia zelf heeft de film maar kort gedraaid, de meeste inwoners van het land hadden geen geld voor een kaartje. Op 31 januari 1986 was de ‘internationale première’ in de vijftienhonderdvierentwintig plaatsen tellende 20th Century Cinema in Nairobi. Uit het hele land arriveerden blanke Kenianen, gekleed in de mode van de jaren dertig, met antieke auto's voor de hoofdingang van de bioscoop. ‘Happy days are here again.’ Velen onder hen hadden zelf een rolletje in de

[pagina 63]
[p. 63]

film gespeeld en kwamen nu kijken of ze er niet waren uitgeknipt.

In het programmaboekje voor deze feestelijke avond wijst de Keniase vice-president Mwai Kibaki er met nadruk op dat de film over het Kenia van zestig jaar geleden gaat en dat Out of Africa in dat historisch perspectief moet worden gezien. Ondanks deze aanbeveling van Mwai Kibaki (‘Guests are asked to remain in their seats until the Vice-President has left the theatre.’) ontmoette de film bij de zwarte intellectuelen veel kritiek. ‘Een koloniale obsessie,’ commentarieerde Margaretta Swigert in Trend. Andere Keniase critici schreven dat Out of Africa de koloniale tijd romantiseert. ‘De Afrikaan wordt op zijn best afgebeeld als een exotisch stuk decor.’

In april 1986, nadat de film zeven Oscars had gewonnen, zei de Keniase president Daniël arab Moi tijdens een lunch met de pers dat zijn volk niet herinnerd wilde worden aan het koloniale verleden. ‘De filmmakers moeten onthouden dat we een trots volk zijn met een rijke culturele erfenis. Het is niet de wens van de Kenianen om voortdurend herinnerd te worden aan de vernedering die ze moesten ondergaan tijdens de koloniale overheersing.’ Engelser kon hij het niet zeggen: ‘We are not amused.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken