Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schilder-konst der oude (1641)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schilder-konst der oude
Afbeelding van De schilder-konst der oudeToon afbeelding van titelpagina van De schilder-konst der oude

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.06 MB)

ebook (4.01 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schilder-konst der oude

(1641)–Franciscus Junius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

Het tweede boeck

Den Inhoudt.

GHELYCK wy voor-desen ghesien hebben dat d'aengheborene toegheneyghtheyd om allerley naturelicke dinghen vaerdighlick nae te boetsen door 't behulp van een welgheoeffende fantasije wordt opgheweckt, soo staen ons noch voor der verscheyden middelen aen te mercken door welcke dese volgh-lust meer en meer op de been geholpen en tot het fatsoenvan een voltrocken kunste ghebracht is. Den almoghenden God, als wesende den eenighen rijcken springh-ader alles goeds, word hier Godvruchtiglick in d' eerste plaetse gestelt; wiens oneyndelicke goedertierenheydt de herten der Ouders ghestaedighlick verweckt, om goede sorge over haere Kinderen te draeghen, ten eynde dat haere liefste panden ghetijdighlick in handen eenes goeden ende ghetrouwen Leer-meesters overghelevert sijnde, niet alleen d' eerste grondslaeghen maer oock d' aller diepste gheheymenissen der Konste van kinds beenen aen moghten indrinken. Indien het dan gheviel dat de Leerlingen haere leer-jaeren gheeyndight hebbende 't goede voorschrift der Meesters achter den rugghe bestonden te versmijten, ende haer eyghen

[pagina 72]
[p. 72]

hoofd tot naedeel van de konst te volghen, so plaght de vreese van strenghe wetten teghen de verderven der konsten ghemaeekt dese haere onghebondenheyd krachtighlick te betoomen: in dien sy daer en teghen van oprechtigheyd haerer eerster onderwijsinghe in het minste niet ghesint waeren af te wijcken, so wierden sy in desen standvastighen loop dapper ghestijft door eenen sekeren Naer-yver, ofte AEmulatie, die de wackere verstanden gheen ruste liet ghenieten tot dat sy niet alleen haer Meesters achterhaelden: maer ook de Meesters haerer Meesters te boven gingen. Doch over mids d'outste en beste Konstenaers de voornaemste kracht haeres wercks niet soo seer en stelden in 't opghepronckte cieraet van schoone en kostelicke verwen als in een slecht effene maniere van wercken doe ter tijd ghebruykelick, so plaght sich desen gantsch prijswaerdighen naer-yver ontrent d'eenvoudigheydt der Konste so gheluckighlick besigh te houden, dat de Konst-gherige Nae-yveraers de soete vermaeckelickheyd der konste (die uyt sulcken onbedwongen nae volghinghe ontstond) recht ghesmaeckt hebbende, met eenen oock tot meerder neerstigheyd ontsteken wierden, niet alleen door d'aenmerckinghe van het menighvuldighe gebruyck deser Konsten, maer oock door d'aenmerckinghe van d'over groote eere die de Konstenaers allent halven plaghten te genieten. Dese ghenoten eere was 't smaeckelicke hengelaes, waer door haeren vlijt wierd opghescherpt om so gretighlick nae de Konst te snacken, dat sy haer selven met de daghelicksche Konst-oeffeningh van andere Meesters

[pagina 73]
[p. 73]

niet langher en verghenoegden, soeckende altijd door een vrymoedighe stoutvaerdigheyd yet nieus aen te vanghen. Dus vielen sy dan met een dappere koenheyd aen 't werck, sonder nochtans de behoorlicke sorghe die tot dese deftighe Konsten en tot het bejagh van enen onsterffelicken naem vereyscht wierdt te versuymen; want sy gaeven dese noodwendighe sorchvuldigheyd volkomenlick te verstaen door een gants offelicke oprechtigheyd haeres ghemoeds, wanneer sy naemelick haere wercken openlick ten toone stelden, om 't oordeel van geleerde en ongheleerde menschen te versoecken. Ghelijck evenwel den hittigen ernst des naeryvers, 't verlangh nae eenen onverganckelicken naem, en 't meeste deel der voornoemder middelen sonder d'algemeyne gherustheyd van vreedsaeme bloeyende tijden niet vele vermoghten, soo was de bysondere Fortuyne des Konstenaers een sonderlingh behulp om de Konst ende den Konstenaer te voorderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken