Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4 (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4
Afbeelding van Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.63 MB)

XML (1.24 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4

(1909)–G. Kalff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Buiten Holland en Zeeland.

Het aandeel van Holland en Zeeland in de voortbrenging van literatuur was, vergeleken bij dat der overige provinciën, overweldigend groot; toch is ook buiten die beide voornaamste provinciën eenig letterkundig leven te zien. Ons overzicht van hetgeen buiten Holland is geschreven en gedicht zal eerst eenigszins volledig kunnen zijn, nadat wij ook het drama en het proza hebben behandeld; hier moge alvast de aandacht

[pagina 402]
[p. 402]

worden gevestigd op een paar liederbundels, waarvan de een afkomstig schijnt uit het Geldersche en de ander te Leeuwarden verscheen. In den Nieuwen Jeucht-Spieghel verciert met veel schoonne nieuwe figuren ende Liedekens te voren niet in druck geweest. Ter eeren van de Jonge Dochters van Nederlant, misschien omstreeks 1620 gedrukt, zien wij een mengelmoes van oud en nieuw: refereinen die aan de eerste helft der 16de eeuw doen denken, minneliedjes vol bastaardwoorden zooals zij in het Antwerpsch Liedboek voorkomen, een ‘adieu-lied’, een dichter die zich noemt in het slotcouplet van een liedje - daarnaast sonnetten van amoureuzen inhoud en liedjes die gezet zijn op wijzen, aan liederen van Hooft ontleend.

De Friesche bundel heet: 't Vermaeck der Jeught, waerin ghevonden worden veel schoone eerlijcke amoreuse ghesanghen, troudichten, sonnetten, byeen vergadert en ten deele ghecomponeert door Boudewiin Jansen Wellens (1616); een langademige titel, doch die tevens dienst doet als inhoudsopgaaf. Opmerkelijk zijn de hier voorkomende stukken van Boudewijn Jansen, zekeren Olivier en anderen eigenlijk alleen, omdat wij er uit zien, dat ook Friesland in de algemeene taal gaat meedoen aan de amoureuze poëzie vol mythologischen klinkklank. Vermoedelijk zal Starter wel de hand hebben gehad in het ontstaan van dezen bundel; immers wij vinden hier een vrij groot aantal gedichten van hem, met zijn naam onderteekend.

Misschien is er meer van dezen aard te noemen, doch men mag betwijfelen of het uit literair-historisch oogpunt belangrijk genoemd kan worden. Belangrijk echter is, dat wij hier op twee dichters kunnen wijzen die een eigen karakter vertoonen en, in bescheiden kring, echte kunstenaars zijn geweest: Revius en Camphuysen. Revius, Deventenaar van geboorte, die een groot deel van zijn leven in Gelderland en Overijsel doorbrengt, wiens Overysselsche Sangen uit dien tijd dagteekenen;

[pagina 403]
[p. 403]

Camphuysen, geboren te Gorkum, op de grens van Zuid-Holland, Gelderland en Brabant, die gedurende een aanzienlijk deel van zijn kort leven in Utrecht en Friesland woonde en vooral in dien tijd zijne Stichtelyke Rymen dichtteGa naar eind4).

eind4)
Op p. 126 van den Nieuwen Jeucht-Spieghel wordt gewag gemaakt van ‘het Gelders pleyn’; p. 206: ‘dit schoone Gelderland’ en ‘Arnhem triomphant’; p. 100: ‘d'Arnhemsche stadt’. Verscheidene liederen zijn onderteekend met de spreuk Troost in lijden; andere met Verkiest het beste: de spreuk van B.J. Wellekens (Wellens?).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde (7 delen)