Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dagboeken van Wim Kan 1957-1968. De radiojaren (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dagboeken van Wim Kan 1957-1968. De radiojaren
Afbeelding van De dagboeken van Wim Kan 1957-1968. De radiojarenToon afbeelding van titelpagina van De dagboeken van Wim Kan 1957-1968. De radiojaren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Rühl



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dagboeken van Wim Kan 1957-1968. De radiojaren

(1988)–Wim Kan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

1957

‘Het was me het jaartje wel’. Zo luidt de titel van Wim Kans tweede oudejaarsconference, waarmee hij glorieus 1957 in stapt. Dit radiooptreden is het begin van een traditie die Kan en oudejaar verder onverbrekelijk aan elkaar verbindt. 1957 is het jaar waarin de Partij van de Arbeid bij de kamerverkiezingen de grootste partij van het land wordt en dr. Willem Drees wederom de opdracht aanvaardt een kabinet te vormen. Op het wereldtoneel duurt de koude oorlog voort. Nasser annexeert het Suezkanaal en het vreemdelingenlegioen probeert heftig Algerije voor Frankrijk te behouden. De wet op het kijkgeld wordt ingesteld (ƒ 30, - per jaar) en de zendtijd van de televisie wordt bepaald op tien uren per week. Wim Kan waagt zich op de televisie in een lang interview met A. Viruly en is blij dat iedereen dat snel vergeten is. Hij zegt zelf: Televisie is een modern monster waar we nog mee moeten leren omgaan. In de zomer vindt de première plaats van het tiende naoorlogse programma van Kans abc-cabaret, ‘Engelen en Spoken’. De zeven engeltjes Nelly Wiegel, Marjan Berk, Sant Heijermans, Marlene Gobau, Dorien Mijksenaar, Mieke Kemmers en Margriet de Groot staan samen met Peter van Hattum onder de strakke leiding van Corry Vonk. Er is ook een gastengel. In de zomerbespeling in Diligentia, Den Haag is dat Cilli Wang, op de zware tournee die volgt is dat Albert Mol. Kan zelf laat zich voor de pauze niet zien. Hij komt meestal laat het theater binnen ‘een uurtje spoken’ waarbij pianist Ru van Veen hem begeleidt. Opvallend is dat Wim Kan ondanks de aanwezigheid van impresario Saks zakelijk erg veel zelf doet en zo nog volop in de dagelijkse realiteit staat. De telefoon rinkelt onophoudelijk, de dagen zijn vol afspraken en besprekingen en Kan verbaast zich dat het echte succes voor hem nu pas, na bijna vijfentwintig jaar, begint.

[pagina 2]
[p. 2]

Dinsdag 1 januari

De spanning voor de oudejaarsavondopname is minstens net zo groot als die even voordat de echte uitzending op de radio komt. De punten van belang? De repetitie in 't Minervapaviljoen, toen de technische staf van de vara zo enthousiast was. De ober, die na de opname met uitgestrekte hand naar me toe kwam: Kan, je bent me een nummer! De omhelzing van OlGa naar eind1, die uit de luisterkamer kwam. De staande ovatie van het publiek, de duizeligheid van de wijn, de emotie. ‘Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe’-liedje met bril op gezongen! 't Gevoel dat het ‘goed’ was geweest... en dan in de nacht de opkomende twijfel. Dit vergeten (‘komen al die ouwe kerels weer terug’), dat versprekinkje. Oudejaarsochtend naar Hilversum (glad, koud, katterig), om 10.30 uur luisteren in de bestuurskamer met Broeksz en Bakker en Arie [van Nierop] - en er werd geapplaudisseerd, maar 't was mij te nuchter! te koud, te vlug, te... enfin twintig aanmerkingen. En dan oudejaar, de uitzending. Zelf met Ol aan de radio en de taperecorder. Toch weer vol twijfel. Niet zo honderd procent tevreden. Dan: telefoon. De heer Philips: ‘U kent mij niet, maar u hebt een geweldige prestatie geleverd’ - twintig seconden blij - dan weer die twijfel. De Vosmaers bellen op - Jan en Lot [Kan] - Cor Lemaire en dan weer anderen niet... En dan... twijfel.

Woensdag 2 januari

Ol slaapt, ik schrijf. En de twijfel is even bij me op schoot komen zitten. Een klein miezerig kereltje is het, maar op den duur is ie vervelend, niet van je schoot weg te krijgen. En dan weer denken: waarom zou Ru [van Veen] niet even hebben gebeld? Fantastische kritieken in alle bladen, behalve Spierdijk in de Telegraaf. Om 11.00 uur de redactie aan de telefoon om te zegen dat ze er zo'n spijt van hadden. Ze waren het er helemaal niet mee eens. Enfin een soort belachelijk geleuter voor een groot dagblad. Kritiek was vanavond in het Nieuws van de Dag al vervangen door een andere kritiek. Nu heel gunstig... Vaderland slecht. Alle andere bladen prima!

[pagina 3]
[p. 3]

Zaterdag 5 januari. Kudelstaart

Vloedgolf van reacties. Elke dag meer post. Meer telefoon. Meer kritieken. Ingezonden stukken en daar weer andere ingezonden stukken tegen in. Een dikke brij van brieven en kaarten. Van lof tot lafbek. Van bloemen en straatvuil. Van vrome mensen, rode mensen. Boze en bekrompen boertige en ploertige reacties. Van goede raad en van heel goed, maar één ding moet mij toch van 't hart...

Woensdag 9 januari. Arosa

Dinsdagmorgen nog op de grond gelegen om de veertig brieven uit te zoeken die de post nog net even had gebracht. Onder de hand voortdurend telefoon (Else Mauhs e.a.). Gauw gauw hapje boerenkool gegeten. Gauw gauw vertrokken, deviezen halen in Aalsmeer, vandaar naar [Eduard] Saks (langspeelplaat, Nico Boer, Philips). Om 17.15 uur met taxi naar 't Centraal Station. Alles zo berekend dat we één uur hadden om 't station te bereiken. Spitsuur! en waren toch maar 25 minuten te vroeg. Innig voldaan in slaapwagen (plaatsen 5 en 6 vooruit rijdend) geïnstalleerd. Kleedje op tafel, sherrybreiwerk-broodjes. Alle conducteurs feliciteren met oudejaarsavonduitzending. Witkiel droeg vijf stuks, maar rekende drie af wegens oudejaar. Zo feestelijk nog haast nooit op reis gegaan. Om 10.30 uur vanmorgen in Chur. 10.45 uur uit Chur. Feestelijk in (lege) rode treintje omhoog. Jons [Viruly] en Mary [Dresselhuys] al in Litzirüti (met slee). Echt wat je noemt schreeuwerig lacherige ontmoeting! Alle vier in zo'n gouden stemming dat het alleen maar minder zou kunnen worden. Direct gesprekken over hoe je nu het best op de slee kunt sturen... maar ook veel interesse voor oudejaar.

Om 12.00 uur in ontstellende hoerastemming naar Arosa. Bij zulk mooi weer met strakke blauwe hemelen worden snel de Alpenkalenders gemaakt.

Dinsdag 15 januari

Met sneeuw wakker geworden. Man'sGa naar eind2 verjaardag gevierd met fraaie cadeautafel versierd met dennegroen uit 't bos. Zeer fraaie doch nutttige geschenken, zoals Ol zegt. Overhemd, dasje, sokken, koe-bel wat niet al.

[pagina 4]
[p. 4]

Zondag 20 januari. Arosa

Warm op het balkon. Alles wordt gereed gemaakt voor vertrek. Wel heel jammer, maar mag het nu niet meer zeggen van Ol. Alleen naar beneden om de slee weg te brengen. Koningin zien aankomen. Beetje zielig alleen voor 't raampje. Wandelde met hele stoet achter zich aan, toch heel alleen naar haar hotel. Vier grote arresleden reden er leeg achteraan. Beatrix enkel verzwikt - Bernhard thuis - andere kinderen ook thuis (of zo). Heerlijk om koningin te zijn. Wat een baan!

Woensdag 23 januari

Nar op reis. Met veel tamtam. vara-opname. Televisie-opname, pl.m. acht fotografen, vier verslaggevers. Om 10.00 uur op Schiphol aangekomen en precies tot 11.30 uur gepraat, gefilmd, gezoend (voor 't afscheid). Veel lieve, aardige vrienden en kennissen. Simon en Tini Carmiggelt, Cor Lemaire, Wim Ibo, Jons (af en toe), Conny (SuperStuart), Ru en Rietje, Geert Lubberhuizen en vrouw.

Vraaggesprek met Jan de Troje. Na radio-opname ‘kruisverhoor’ met de pers. Ben nog nooit zo'n grote reis gaan maken met twee zulke kleine vrouwtjes. Zoudt u oudejaar '57 weer willen optreden? Jawel, als er een omroep is die mij (ongecensureerd) hebben wil.

Om half twaalf televisie-opname, lopend naar de ‘plane’. Vraaggesprekje met microfoon als vaasje in de hand (om na te doen, bepaald wel leuk). Bekaf toen we tenslotte voor 't raampje in de machine zaten.

Donderdag 24 januari

Wij aten en dronken ons naar Afrika.Ga naar eind3 Aankomst Johannesburg verrassend. Honderden Hollanders waren van kilometers ver gekomen om ons te zien aankomen. Ze woven naar ons vanaf het platform. Om wat terug te doen, hebben we toen maar teruggewuifd.

Twee Engelse verslaggevers zagen ons kennelijk voor beroemder aan dan we zijn. Hadden mijn gebrekkige kennis van de Engelse taal te laat in de gaten. Het verbluffende resultaat staat binnenkort in de Daily Mail en de Star.

[pagina 5]
[p. 5]

Dinsdag 29 januari

Na de lunch wat gerepeteerd in de High School for Boys. Aardige zaal wel met vriendelijke directeur. Lessenaar met de bijbel. Blauw gordijnendecor. Daarna 17.30 uur ‘cocktail party’ in de tuin van de consul-generaal! Op 't grasveld vol met de prachtigste bloemen van de wereld, kennisgemaakt met pl.m. zestig meneren en mevrouwen. Zestig handen geschud. Zestig maal gezegd: bijzonder goed tot nu toe.

Dinsdag 5 februari

Om 19.15 uur aangekomen in Durban. Moe, vies, stoffig. ‘Of u diréct de consul wilt bellen.’ Dacht: barst maar, ga eerst baden, eten en dan, zal wel zien. Helaas, niets daarvan. Roofbouwoverval. Nauwelijks droog uit het bad, eten besteld op kamer of klop klop op de deur en drie man sterk stormde een soort bestuur binnen (zonder voorafgaande waarschuwing). Bleven gelukkig maar tien minuten, gingen beneden wachten tot eten op was... Boe! Vlug gegeten. Tijdens dessert telefoon! Pers wacht beneden voor interview en foto. Consul Zwart had maar één zorg: Of we morgen kwamen lunchen.

Vrijdag 8 februari

Begin spijt te krijgen van hele Afrika-tournee. Als 't zo blijft ga ik ‘net zo lief naar huis’. Zondag en maandag zijn we vrij. Ga ik een beetje voor lijk liggen.

Zondag 10 februari

Tijdens daverend onweer naar Nederlands Centrum om te repeteren. Nog nimmer zag ik zo iets triests op zondag als dat morsige zaaltje. Wat verloren en verlaten Hollanders zaten moeite te doen zich over de muziek van de grammofoon heen verstaanbaar te maken. In de bovenzaal toen wat gerepeteerd. Daarna in de regen (somber) naar huis.... heel droef Vele lantaarnpalen boden zich aan voor ‘verhanging’. ‘Sombre dimanche’. Een neger en negerin telefoneren samen in een telefooncel. Porgy en Bess. Een blanke dame ging ook maar vast de cel in... Neger er (beleefd) uit. Gek gezicht als je er als buitenlander naar staat te kijken. Afrika: Op het uiterste puntje van dat zwarte werelddeel is een handjevol blanken dag en nacht bezig zich staande te houden.

[pagina 6]
[p. 6]

Dinsdag 12 februari

Nog ziek gevoel. Nooit us alleen. Trapte boven op de slaapkamer mezelf een bloedneus. Komt ervan! Onzin-tournee. Niet meer doen. Kom trouwens nooit aan eten toe... Of de keukens zijn dicht óf ik neem net een hap en dan vraagt iemand ‘en hoe bevalt Afrika u?’ en dan rolt die hap weer uit mijn mond.

Dinsdag 12 maart. Nairobi

Geen opwindende dag geworden of het moest zijn met schrik kennisnemen van de ‘theaterzaal’ met serpentines door voorgangers in de pret lang geleden eens versierd. Een geschilderd landschap als decor. Geen enkele lamp, geen stukje rekwisiet en een ‘vleugel’ uit Mozarts tijd, maar sindsdien nooit meer naar omgekeken. Moesten de ‘vleugel’ zelf de zaal intillen. Klemde m'n handen. Om 11.00 uur repetitie met heer Weisz (aardige Hongaar) op afzichtelijk instrument.

Zaterdagochtend 16 maart. Ochtend 7.10 uur

Rijden door eindeloze jungle. Aankomst Mombasa 8.45 uur. Veel afhalers. Terstond naar The Little Theatre. Alles als altijd. Vuil, vies toneel. Moest nog veel gebeuren. De voorstelling werd een doorslaand succes, al waren de reacties af en toe wat traag. Na de pauze is het voor mij altijd extra zwaar. Je krijgt het dan ook in een temperatuur van om en nabij honderd graden zeker niet cadeau. Alles doorweekt van het zweet. 's Avonds na afloop met Ol op kamer voor 't open raam nog bier en sandwiches. In slaap gevallen bij volle maan en ruisende Indische Oceaan.

Woensdag 20 maart

We landen in Addis Abeba! Prettig zakelijke, snelle ontvangst (klm). De keizer heeft hier alles te vertellen. Overal in 't land is een groot tekort aan kleingeld. Het schip met dubbeltjes en kwartjes zit vast in het Suezkanaal. Na een wandeling over de markt (viesvol-vlooierig) rijden we om 13.00 uur de stad uit, richting Wonje. Bij aankomst regent het een beetje. We gaan meteen naar de soos... (ouderwets, volop Indië van twintig jaar terug). De bar, de rotanmeubelen, de verhoudingen, alles wordt nog eens uit de motteballen gehaald. Toneeltje is geïmproviseerd en valt mee. De pianist valt

[pagina 7]
[p. 7]

‘bar’ tegen. Kan au fond geen piano spelen, maar is prettig en bescheiden. We tobben met hem op tot kwart over zeven.

Donderdag 28 maart

Landing. Om 20.35 uur precies raken de wielen de grond. Ontvangst is zo mogelijk nog grandiozer dan het vertrek. ‘Conference’ gehouden van pl.m. dertig minuten voor twee microfoons, één televisiecamera en twintig verslaggevers. Inspiratie opgedaan? Antwoord van de koe, het gras en de melk. Hebt u nog iets te vragen? Stilte. Niemand had meer iets te vragen. Maar wel - na enige tijd - vond de pers en vonden enige lieden dat ik meteen over Zuidafrikaanse apartheidspolitiek mijn visie had moeten geven.

Maandag 8 april. Kudelstaart

Het leven begint opnieuw en de post gaat gewoon door. Drie meisjes solliciteren. Veendam en Blauwwit vragen een avond. Dierenbescherming vraagt een stukje voor donderdag. De Bezige Bij: Hè, schrijf nou een boek over Afrika. Koningin Wilhelmina Fonds vraagt een onderhoud. Ingezonden stuk van Otto Sterman in 't Vrije Volk als zogenaamde open brief aan mij. Of ik een grammofoonplaat met liedjes van Pisuisse, Davids en Speenhoff aan elkaar wil praten. De dagen gaan verloren in eindeloze telefoongesprekken.

In het De la Mar theater om 14.30 uur besprekingen met Nelly Wiegel, Marianne Berk, toneelmeester Simons, Saks, Lotte Gosler en Albert Mol.

Donderdag 11 april

Televisie (uitzending bij ons thuis).

Man: Ik zag u laatst nog op de televisie.

Ja da's waar, ik zag u ook nog zitten.

Jons vanaf 11.00 uur al in 't werkhuisje en maar (nerveus?) lachen om de onzin. Pl.m. 14.55 uur een kolos van een televisiewagen rijdt langzaam tastend voorbij. Keert na pl.m. 10 minuten terug (kan n.l. niet keren). Pl.m. 15.00 uur, er lopen mannen met hoeden op bij het hek; iets op te meten of zo... 15.07 uur, er kan niemand meer door. De televisieauto staat gewoon midden op de weg. Als mijn buurman, de burgemeester van Amsterdam Van Hall, nu maar niet in

[pagina 8]
[p. 8]

snikken uitbarst van gut ik dacht dat 't voor mij was. 15.00 uur, Ol komt werkhuisje alarmerend binnen; er zijn tweeëntwintig mannen in de kamer en die moeten allemaal thee! Om pl.m. 17.00 uur Jons en ik naar binnen. Kamer vol enorme camera's op wielen, draden, lampen, mannen. We repeteren een beetje hoe we zullen doen. Corry zal de draad (van 't gesprek) tot slot doorknippen. Ik heb het gevoel duizend gulden te willen geven als 't niet door hoeft te gaan.

Er komt een reporter van Het Parool. Hij vraagt wat we denken en wat we vinden! Eigenlijk vind ik niet veel. Ik kom uit een school van dertig jaar geleden. We leerden elke zin en elk gebeuren - in 't openbaar vertoond - lang voor te bereiden, te wikken en te overwegen. Nu zegt een deel van het nieuwe medium, de televisie: niets voorbereiden, 't gesprek zo laten lopen als het toevallig loopt. Daar moet ik dan nog wat aan wennen. Ik heb het voortdurend erg koud. Dat zijn dan zeker weer die zenuwen. De Herenweg staat vol enorme auto's (Nederlandse Televisie Stichting, ptt). 't Is of er een circus zojuist is aangekomen. Een paar jongetjes uit het dorp kijken er nieuwsgierig naar. In de ptt-auto brandt een gezellig huiselijk licht. Acht mannen (erg echte mannen) zitten gemoedelijk bijeen, als spoorwegwachters in een seinhuis wachtend om op een sein handles te trekken, om wissels om te gooien. Ik ben opeens erg jaloers op hun beroep.

Als we geschminkt klaarstaan, moet ik opeens erg lachen, omdat ik me samen met Jons voel alsof we voor Sinterklaas en Zwarte Piet gaan rijden. We drinken wat wijn (stiekem) in de keuken, als stoute kinderen... Dan komt die stilte van nog twaalf minuten en dan opeens begint het. Komedie in je eigen huis.

De zogenaamde ‘intieme sfeer’ waarover lang is gezeurd en waarom het gesprek vooral niet in Bussum in de studio mocht plaatsvinden, is natuurlijk direct totale onzin geworden als je tenslotte in je eigen huis aan dat gesprek begint. Je huis is je huis niet meer! Je hebt het uitgeleend aan tweeëntwintig mannen, levensgroot in jassen gestoken met ontstellende grote camera's die op rubberbanden door je huiskamer rijden. Overal liggen enge, zwarte slangen op de grond, kronkelende, griezelige dingen waarop je niet durft te trappen. Je meubels zijn op een hoop gezet bij de open haard. Als ik een breed gebaar zou willen maken, zou ik mijn gesprekspartner in het

[pagina 9]
[p. 9]

gezicht slaan. Opstaan en eens door ‘mijn eigen’ kamer lopen is er niet bij. Dan zou alles gewoon direct omvallen. De microfoon, de tafel, de extra elektrische verlichting. Je zou blijven hangen in de draden. Je zou het heel voorzichtig misschien kunnen proberen, maar da's nou niet zo van ‘lekker thuis...’.

Ineens zitten we midden in 't gesprek. Even denk ik nog ‘geforceerd’, dan denk ik 't valt mee, dan van wat kan mij 't ook schelen en dan praten we (geloof ik) echt. Over de apartheidspolitiek van Strijdam gaat het en ik meen dat ik me er gewoon over zit op te winden.

Dan opeens is 't gesprek nog maar drie minuten lang mogelijk (iemand steekt drie vingers op!). We moeten haasten, sprongen maken (twee vingers), één minuut (één vinger). Corry komt met een grote schaar. Wat kom je doen? Even nog, zeg ik, knip nou die draad maar door. Knip. Einde. In de kamer begint iedereen door elkaar te lopen, af te breken. Men zegt vriendelijke dingen. Ons televisietoestel gaat alweer gewoon door met z'n programma.

Hoe was het? Ik heb maar één indruk. Het was een gesprek, maar of dat nou leuk genoeg was om uit te zenden... Televisie is voor mij nog boren in de grond om te kijken of ergens olie zit... misschien. Erik de Vries belt op. 't Was prachtig, honderd procent televisie. 't Zegt me niets. Het oog wil ook wat. Ik vind televisie, geloof ik, toch nog steeds wat armoedig te hoop gelopen op een klein schermpje.

Vrijdag 12 april

De dag dat zeven jonge mensen auditie maakten. Zelf wat nerveus nog altijd voor hun prestaties, misschien beter uitgedrukt: een beetje gegeneerd, omdat ze soms zulke gewaagde dingen staan te doen.

Mieke Keumens (van Bennie Vreden) 21 jaar. Een beetje kwasi al met gebaartjes en lelijke trucjes. Net al geen meisje meer... met wat medelijden aangekeken.

Frieda de Zeeuw, 28 jaar, een klein mevrouwtje al, danste iets onbegrijpelijks met een staart en een masker voor. Later hoorde ik dat het een kat moest zijn.

Frans Weisz, klein, 18 jaar, niet zo ontalentvol, maar eigenlijk niet te plaatsen. Sprak wel goed. Zong niets. Gebaarde al vrij zeker. Echt talent zag ik niet.

[pagina 10]
[p. 10]

Dorien Mijksenaar, meisje van 20, als type zeker de leukste. Of ze wat kan is een tweede vraag. Zong een beetje Frans en Engels, natuurlijk weer niets Hollands!

Hans van Efferen, lange, donkere, wat doorzetterige jongen. Later in gesprekje zei hij Duits te studeren, maar dat liet ie lopen voor de kunst... En als u nou niets bereikt? Als u mislukt? Hij keek me bijna stralend aan: u zult het gek vinden dat ik het zeg, maar ik misluk niet...

Tenslotte Marlene Gobau. Leek opeens precies d'r moeder (Miep van den Berg), die ik vijfentwintig jaar geleden nogal erg aardig vond. Dan ben je ineens stokoud als je zegt: ‘Jouw moeder, hoe maakt die het toch?...’ 's Avonds naar Engels stuk in het Nederlands bewerkt door Jan Teulings, ‘Ontvluchting’. Première Rotterdamse Schouwburg. Nel Koppen en Ton van Duinhoven in de hoofdrollen. Heel goed. Stuk tot de pauze bepaald spannend. Eerste tafereel sloot met een deel van mijn oudejaarsavondconference. Heel vreemde gewaarwording zelf in de zaal te zitten en de reacties onder het publiek te horen.

Zondag 14 april

't Is wat je noemt een rotdag! De hele ochtend verpest met het zoeken naar de band waar Ru en ik het liedje ‘Klaas Vaak’ op hadden gezet voor 't vertrek naar Afrika! Totaal onvindbaar. Totaal onbegrijpelijk. Wanhopig! Alles, alles afgezocht. Om één uur nog bezig. Nutteloze energie, hopeloze dag! Hoorde ‘ons’ gesprek van de televisie. Slecht. Ge-oh. Reuze de pé ook daarover in. Moet zoiets nooit meer doen. Stootte in mijn werkhuisje mijn hoofd voor de derde keer hard aan de lamp. Gevoel van totale geestelijke en artistieke machteloosheid is weer eens als een stolp over me heen gekomen. Zo'n pendule onder zo'n glazen ding, zo voel ik me.

Maandag 15 april

Vol goede ideeën en gevulde gedachten naar het werkhuisje gestapt en daar tot niets gekomen. Wat zitten lezen, knippen, denken. Tienmaal met iets beginnen en nergens iets tot een tweede regel kunnen brengen. Verwarde flarden hollen door m'n hersens. Dit is dat stadium waarin je denkt dat je duizend leuke dingen zou kun-

[pagina 11]
[p. 11]

nen bedenken, alleen je moet er eens rustig voor gaan zitten (denk je). Maar als je rustig zit, weet je verder niets meer.

Dinsdag 16 april

Vreemde middag. Kees Stip gehaald van 't Heemsteedse station en om 16.45 uur bij heer Landré in een goed uur, met sherry, grammofoonplaten en twee kinderen, die af en toe even iets in 't midden kwamen brengen, de film dan maar afgesloten. Maken hem tussen pl.m. 15 september en 15 november. Manuscript: Kees Stip. Regie: [Anton] Koolhaas of [Kees] Brusse. Geld: of 20 000 plus aandeel in de winst of 50 000 ineens.

Glaasje erop gedronken (vier sherry's) en toen met Kees en Ol bij 't station Heemstede klein feestelijk ‘koek-en-ei-dineetje’ genoten. Iedereen (nu) tevreden. Thuis in bed kon ik toen ineens niet meer slapen. Dacht: alles gaat veel te makkelijk. Accepteer maar: voorspoed, gezondheid, geld, roem en eer!

Dacht aan Ol en aan mezelf. Vreemd leven: 20 000 gulden sluit je af in een uurtje praten. Er zijn mensen, die nog nooit zo'n bedrag bijeen hebben gezien.

Maandag 22 april. Tweede Paasdag

Mooi weer. Slecht humeur. Kan niet schrijven. Zag niet eens dat de kerseboom in bloei stond en schreef toen, de wanhoop van onmacht en onkunde nabij, onderstaand vers op:

Lente 1957
 
Hij zag niet dat de kerseboom in bloei stond langs de weg
 
Hij zag alleen zijn richtingwijzer was weer stuk!
 
en net op maandag en hij had het al zo druk!
 
Hij riep dan ook vertwijfeld ‘mij loopt alles tegen’
 
 
 
Zijn vrouw zei nog die morgen ‘kijk de kersebomen bloeien’
 
toegevend zei hij - om de wille van 't gesprek -
 
en denkend aan die richtingwijzer ‘ja niet gek’
 
Toen stond ie als Jan Klaassen zijn Katrijn te zoenen
[pagina 12]
[p. 12]
 
Een half uur later is hij al tegen een boom gereden
 
Men zei dat hij te vroeg was heengegaan
 
Maar ach al waren er nog twintig lentes aan hem voorbij gegleden
 
hij had de kerseboom toch nooit in bloei zien staan
 
 
 
Caroline HoeveGa naar eind4
 
22 april 1957

Woensdag 24 april

Daar zat ik dan met mijn vlijtig werkbegin... Vanmorgen lang met Ru gebeld. Komt (misschien) van 16 juli-16 september voor mijn nummer bij ons en van 1 oktober-31 december voor het hele programma. Dat zou een lichtpuntje zijn. Denken nu aan Albert Mol als gast, als Cilli Wang in ‘de States’ is. Moeilijkheden, denken. Gedachten. Wikken, wegen. Daar doorheen belt Mary dan goeiig op, echt zonnig en zonder iets van die artistieke beslommeringen te merken of te begrijpen...

Vrijdag 26 april. Caroline Hoeve

Dit zijn de dagen dat ik tot niets kom. Wikken en wegen en nooit een besluit. Zit nu al vier dagen te werken aan de proloog van ‘Engelen en Spoken’. Vind het dan wel weer even aardig, dan weer helemaal niets. De ‘pret’ wil niet komen. Het plezier van het maken. Vanmorgen voor Ols verjaardag naar De Steeg, Velp en Arnhem geweest. Veel herinneringen. Soms voel ik me een jongen die vier weken vakantie heeft en waarvan er nu drie voorbij zijn. Volop dat idee van 't is eigenlijk al afgelopen, dat hele leven. Verliefd zijn, hunkeren naar succes, het hebben van succes, geld verdienen, bekend, beroemd...

Nu weet ik het wel. Het is allemaal toch niet wat je er van verwacht. Wat overblijft is een wat ouwe brommerige heer (?), die met z'n wandelstok naar voetballende kinderen slaat. Arnhems nieuwe station heeft niet eens een klok... ze doen maar! Er komen geen loodgieters meer... ze doen maar! Iedereen begint maar een cabaretje... welja, ze doen maar. ‘In mijn tijd...’ enz. enz. De klok staat op bedtijd.

[pagina 13]
[p. 13]

Zondag 28 april

We vieren Ols verjaardag. Prachtstemming. Het hele bos in vreemde zomergloed van de beginnende avond. Heel in de verte roept honderdmaal achtereen de koekoek. Voor mij heeft die vogel iets lokkends, iets vertellends van gevonden geluk ergens heel diep in het bos waar niemand komen kan. Met Ol aan de hand zou ik er vanavond naar toe hebben willen wandelen om nooit meer terug te keren, gevangen in een mysterieus sprookjesbos door de blauwe koekoek van 't geluk.

Vrijdag 10 mei

Zit nu voor de derde dag in mijn huisje eigenlijk niets te doen. Draai om mijn eigen as. Lees een stukje krant. Schrijf zinnetje op. Het werkhuisje helemaal op de plas gedraaid. Vandaag zeventien jaar geleden kwamen de Duitsers hier binnen. Zaten wij in Soerabaja. Heb nog maar zo weinig voor ‘Engelen en Spoken’; een proloog, een hoedenscène en een liefdesduet zijn de resultaten van bijna drie weken werken. Tob nu ontzettend wat ik verder voor Ol moet bedenken, om over mezelf maar helemaal niet te spreken.

Maandag 13 mei

Opeens zaterdag en zondag (vooral gisteren) snel en prettig gewerkt. Gek bedrijf. Schreef gisteren voor Ol ‘Mannetje met een hoedje op’. Leek me zelf erg leuk. (Weet je nooit.)

Vrijdag 17 mei

Er wordt slecht en langzaam gewerkt. Mijn ruggegraat is moe van het verzuimen. De gedachten duiken op uit het diepste van mijn ingewanden. Soms zijn het helemaal geen gedachten om de mens als broodwinning mee aan het lachen te maken. Dan zet ik ze meteen weer uit mijn hoofd.

 
Soms zoek ik toch naar iets anders
 
dan naar Tom Manders of de Heer [Johnny] Jordaan.
 
Iets vagers, hier heel ver vandaan
 
achter de horizon, heel ver,
 
maar dan stuit ik weer op Lucebert
 
en daar vind ik ook niks aan.
[pagina 14]
[p. 14]

Zondag 19 mei. Kudelstaart, hek op slot

Wij die steeds in ernst met de humor omgaan. Zojuist de ‘Vier Dreeskinderen’ afgeschreven. Heb nu sinds één maand geschreven: Proloog-Hoedensprookje-Mannetje met hoedje op-Dreeskinderen-Braaf, braaf, braaf-Bij ons op het Voorhout-Mag ik soms misschien iets voor u doen mevrouw?

Zondag 2 juni

Stront met Saks over voorschot twintigduizend. Na een soort crisis (niet slapen, trillen, overmoe hoofd, nergens meer wat in zien), brengt deze dag opeens een zekere rust. Gisteren programma dan zo'n beetje tot de pauze afgemaakt. 's Middags Ru en Wim de Vries (Cor Lemaire afgezegd).

Vrijdag 7 juni. Caroline Hoeve

Lees in krant: wim kan praat met engelen en spoken. Wim Kan schrijft op het ogenblik een nieuw programma. De première daarvan is vastgesteld op 27 juli in Diligentia in Den Haag. De titel luidt: ‘Engelen en Spoken’. Het zal een cabaret worden van schijnfiguren en schertsgestalten. Behalve Corry Vonk werken in dit nieuwe cabaret zeven engeltjes en enkele losse spoken mee.

Eerst in werkhuisje conference gerangschikt. Om 14.00 uur ‘luns’. Zalig en dolgezellig gedwaald. Op heuveltje gezeten met uniek uitzicht op de blauwgroene bossen. Heerlijke, rustige avondstemming.

Zondag 9 juni

Schreef al vóór 10.00 uur (in Koepeltje bij mooi weer) ‘Het schip van staat vaart zigzag’. Belde naar Ru. Schreef daarna een tunnelliedje: ‘Welvaartsoep en Dreessie’. Ging om 16.00 uur fietsen. Posbank. Wandelde 's avonds weer met Ol op Middachten. Maakte onder de hand nog een versje:

 
De maan stijgt op als een ballon
 
Had ik haar aan een touwtje
 
en als ik er aan trekken kon
 
gaf ik haar aan mijn vrouwtje
[pagina 15]
[p. 15]

Maandag 10 juni. Tweede Pinksterdag

Zat van 9.00 tot 13.30 uur in Koepeltje te schrijven. Bereikte niets. Ging koffie drinken met Ol. Om 14.30 uur weer schrijven en smeet om 16.00 uur de hele boel het huisje uit. (Twee boeken en twee ballpoints!)

Zaterdag 14 september

Zo begint het dan weer. Pl.m. drie maanden liggen achter het ogenblik dat ik dit schrift heb gesloten. Niets geschreven. Hard gewerkt. Vruchtbaar gewerkt. Vrij prettige repetities. Kritieken goed tot zeer goed. Succes direct eigenlijk enorm. Vechtpartijen om de plaatsen. Politie. Opkopers om 18.00 uur voor de deur van Diligentia. Om 17.00 uur, om 16.00 uur, 15.00 uur en (record) om 13.45 uur.

Altijd, op twee dagen na, uitverkocht voor twee dagen later. De grote emoties: auto-ongeluk van Ru van Veen in België. Wim de Vries hem tien dagen vervangen. Ol tijdens bedanken met man samen achterover gevallen, enkel eruit, publiek gelachen, maar niet één dokter die eens kwam informeren.

In algemeen heerlijke werksfeer.

Zondag 15 september

Slotavond Diligentia. Wat weemoedig. Vakantie? Waarom? Heb je dat nodig? Moet iedereen op een houtje bijten omdat jij zo ‘moe’ bent.

Vrijdag 20 september

Door Zwitserland rijden vermoeit mij veel minder dan dat geren over de autobaan. De overwegen zijn nogal eens dicht en dan mag je zo gezellig wachten voor de spoorbomen. Om 17.30 uur bij Station Spiez. In triomf naar Spiezenhof. Hartelijke ontvangst. Handen van de portier. Ben daar zeer gevoelig voor. Om 19.30 uur naar de stationsrestauratie. Handen!

Donderdag 3 oktober

Twee dagen Amersfoort. Bijna uitverkocht. ‘Wel aardig’ publiek. Wel ‘aardig succes’. Echt ‘wel aardig’, maar meer ook niet. ƒ 4000, - in twee dagen. Voel de hele voorstelling een beetje wankelen.

[pagina 16]
[p. 16]

Vrijdag 4 oktober

Première Rotterdam Luxor. Slecht bezet (griep?). Pl.m. 420 betalende, rest gestopt. Slechte première. Let op: Rotterdam niet meer op vrijdag beginnen. Voordoek ging kapot. Licht ging niet goed. Toneelmeester vervelend.

Namen nog (volgens Saks) ƒ 1000, - mee naar huis. 't Zal me benieuwen of 't wat wordt. Mijn nummer begon wel goed. Zakte wat in en eindigde met veel applaus. Of dat wat zeggen wil...?

Vrijdag 11 oktober

Toch blijft Rotterdam moeilijk. Of de Luxor is moeilijk of het publiek. Het is vechten voor je succes. Soms gaat het en dan loopt het weer volledig uit de hand. Tot en met dinsdag dacht ik: We gaan de soep in met alle engelen en spoken. Nu loopt het op. Gisteren voor zaterdag al uitverkocht.

Maandag 28 oktober

Na afloop van de voorstelling ben je in Luxor meer alleen dan in een groot angstig bos. Het ijzeren brandscherm zakt zuchtend naar omlaag. Technisch personeel verdwijnt. Brandwachten gaan weg. De nachtportier. De lege pretruimte van de Belgisch luxueuze zaal Luxor; combinatie van luxe en lor.

Vrijdag 1 november

Aankomend in de Stadsschouwburg in Utrecht is het voor alle dagen al totaal uitverkocht. Het succes van de voorstelling is uniek. Zo'n avond zou je moeten toebetalen om te mogen optreden.

Donderdag 7 november

Achternagezeten door zes wilde zwijnen nabij de Haverkist. In paniek gevlucht.

Zaterdag 9 november

In Haarlem aangekomen. Voor alle vijf dagen volslagen uitverkocht. Ruzies, ingezonden stukken, gekkenhuis. Een man deelde valse volgnummers uit. Begon bij nummer 200 en liet iedereen rustig weggaan. Daarna volgde een ontmoeting van echte volgnummers met de valse en geraakte men enigszins slaags.

[pagina 17]
[p. 17]

Zondag 24 november

Veel gezeur met Saks die de prijs van de bus verwart met het vertrekuur van de trein (17.15). Zit nu zelf dagen te schrijven en te rekenen over opgave van zogenaamde inkomsten en dagkosten. Wil daar zo vlug mogelijk vanaf, anders word ik een aktetasacteur.

Maandag 25 november

Het is overal uitverkocht als we aankomen. Soms zijn de affiches al weggehaald. Dat maakt een wat spookachtige indruk, alsof we plotseling dood zijn gegaan en de voorstellingen zijn afgelast en wij nu als spoken voorbij komen fladderen. Zo van: hier zou het vanavond geweest zijn, als ik die vrachtauto voorrang had verleend...

Vrijdag 29 november

Ruzie met die mevrouw in Haarlem, die op eigen houtje in mijn programmaboekje heeft zitten knoeien. Ruzie met Saks over bijzonder slechte boekhouding. Ruzie met onze toneelmeester, die een poeptoneelmeester is en alles vergeet. O, wat een leven. Plannen voor ‘met zonder Saks’ in 1959-1960.

Maandag 2 december. Davos

Heerlijke bergatmosfeer. Koud, kietelend weer. Geluncht in het sanatorium met de spruitjes en de plaatsvervangend directrice en een grote karaf water. Maar toch niet erg ongezellig. Hele middag ging verloren in repetities. Voorstelling begon om 19.30 uur, precies zonder pauze door tot 21.35 uur. Erg leuk succes. Na afloop bij geneesheer-directeur (een wel aardige gewichteling) nagezeten tot 24.30 uur. Aardig contact, maar niks te eten! (koekje, pindaatje, niksje.)

Vrijdag 8 december. Arosa

Stralend weer. Samen op het balkon tot 11.00 uur. Een sfeer alsof het lente werd. Man alleen afgedaald en geschaatst op vrijwel lege Obersee in de zonneschijn. Ol vroeg in bed. Man berg omgewandeld. Ol vroeg in slaap. Man Jons' boek uitgelezen. Was niet zo verrukt over dat ‘vrouwen nemen de tijd’. Die avonturen met al die vrouwen doen een beetje schooljongensachtig aan. De filosofie vind ik ook zo zwart op wit, niet wat ik zo vaak in een persoonlijk gesprek

[pagina 18]
[p. 18]

vond. Misschien had Mary moeten zeggen: ‘Schrijf het maar niet.’

Maandag 9 december. Arosa

Zo, de dokter is geweest. Een kamer vol stille vertrouwenwekkende hartelijkheid. Sie hat Temperament, Ihre Frau. Allebei griep. Belde om 13.00 uur Saks op. Zou beginnen met drie avonden definitief te cancelen (bij de heks van Haarlem). Misschien ook Den Haag en Emmeloord.

Dinsdag 10 december. Avond 23.00 uur

Kan niet slapen. Ol slaapt wel. Wilde om 20.00 uur wat soep eten en werd daarvan zo moe dat ik haar hapje voor hapje moest helpen. Zag de naderende aftakeling ineens voor me. Dit soort oude dag is een hele slechte dag! Daarin zal ik mij nooit leren schikken. Gingen we dan maar in één seconde samen glorieus ten onder.

Zondag 15 december

Mooi weer. Ol niet gehoest vannacht, maar doet een poging dat nu in te halen. Zelf in zeer gedeprimeerde bui. Werkte wat aan oudejaarsavondstukje. Zie er niet veel meer in. Ru is vandaag jarig. We trachtten hem tevergeefs te bellen. Er stond in Parool van 12 december: Corry Vonk en Wim Kan ziek in Zwitserland. Interessant! Machtig interessant. Het zou leuker zijn als er stond gezond in Zwitserland. Maar kranten melden altijd uitzonderingstoestanden. Gezeur met Indonesië. 's Middags samen beneden geluncht. Over toekomst, pensioen en andere narigheden gepraat. De man met de zeis was er ook weer bij. Echt gezellig!

Woensdag 18 december. In de trein

Vannacht reed ons veilige slaapkamertje door de vijandige wereld. 's Nachts op de stations hoor je de Duitsers met vlijtige produktiestemmen over de perrons roepen. De Zwitsers roepen heel anders. Meer van ‘kan mij wat schelen’.

Vrijdag 20 december

Groningen. Voorstelling wat reacties betreft vrijwel behorend tot de allerbeste avonden. Dacht er overigens na pl.m. tien minuten in

[pagina 19]
[p. 19]

te blijven. Geen adem, geen stem, het zweet brak uit aan alle kanten. Zelden had ik het zo benauwd. Kon mijn glas niet meer vasthouden van de zenuwen. Een nachtmerrie in de avonduren.

Dinsdag 24 december

Tweemaal koffie gezet en tweemaal uit het raam gegooid. Ol hele dag pakjes staan maken. Tenslotte hals over kop naar Arnhem, moest daar vóór 15.00 uur in de schouwburg zijn. Ol feesttafel in de kleedkamer gemaakt, man door de stad. Gefotografeerd voor het Vrije Volk. Horloge plus band voor Ol gekocht. Verdiende ze wel echt. Zo lief, terwijl man hele dag in poephumeur.

Woensdag 25 december

Zorgvuldig koffie gezet. Naar de koningin geluisterd. In het werkhuisje met de olielamp op zit ik nu te schrijven. Ga straks bij Ol op visite.

Maandag 30 december

Arnhem voorstellingen prettig geweest. Toon Hermans haalde een van de stomste streken van zijn leven uit door vorige week in Assen op een feest van de motorclub in zaal Geerts te weigeren op te treden. Laat ze maar dansen, zei hij en weg was ie. Tot zaterdag aan toe gooiden ze nog met paardevijgen in de kranten (Telegraaf zelfs). In Deventer hadden ze zijn affiche helemaal verknoeid. Vanavond Bussum. Schreef gisteren stukje voor het ad. Vond het zelf niet veel. Ach, 'k wee niet.

Dinsdag 31 december 20.30 uur

Het jaar loopt af. Het regent en het waait. Ik zit aan mijn nieuwjaarslied voor het De la Mar te prutsen. ‘'t Is mal, Van Hall’.

eind1
Ol, de troetel- en roepnaam van Wim Kan voor zijn vrouw, die hij zelden met Corry aansprak.

eind2
‘Man’, een veelvuldig gebruikte aanduiding van Kan als hij het over zichzelf heeft.

eind3
De twee maanden durende tournee door heel Afrika werd een mislukking. De dagen werden door de organiserende Nederlandse verenigingen gevuld met officiële ontvangsten, cocktailparties en handen schudden. Voor natuurschoon en stilte was geen tijd. Op morsige toneeltjes worstelde Kan zich in elk land met weer een andere onhandige pianist repetities lang door het repertoire heen. Nooit meer terug in deze koloniale tijd, liet hij weten in zijn wekelijks gesproken reisbrief voor de vara-microfoon. Na deze tournee ging hij alles wat maar enigszins op bijeenkomsten met hoogwaardigheidsbekleders en andere zichzelf belangrijk vindende personen leek, angstvallig uit de weg.

eind4
De officiële benaming is Carolina Hoeve. In deze afgelegen boerderij midden in de Onzalige Bossen achter Rheden huurde Wim Kan tientallen jaren een achterkamer bij de familie Dikker. Door het ontbreken van water en elektriciteit werd de kamer door Corry Vonk op de haar zo eigen wijze ingericht met veel olielampen en kaarsen. Tegenwoordig is de Carolina Hoeve een officieel pannekoekenhuis, door toedoen van Kan en Carmiggelt slechts wandelend te bereiken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • Amsterdam


landen

  • Zwitserland


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 1 januari 1957

  • 2 januari 1957

  • 5 januari 1957

  • 9 januari 1957

  • 15 januari 1957

  • 20 januari 1957

  • 23 januari 1957

  • 24 januari 1957

  • 29 januari 1957

  • 5 februari 1957

  • 8 februari 1957

  • 10 februari 1957

  • 12 februari 1957

  • 12 maart 1957

  • 16 maart 1957

  • 20 maart 1957

  • 28 maart 1957

  • 8 april 1957

  • 11 april 1957

  • 12 april 1957

  • 14 april 1957

  • 15 april 1957

  • 16 april 1957

  • 22 april 1957

  • 24 april 1957

  • 26 april 1957

  • 28 april 1957

  • 10 mei 1957

  • 13 mei 1957

  • 17 mei 1957

  • 19 mei 1957

  • 2 juni 1957

  • 7 juni 1957

  • 9 juni 1957

  • 10 juni 1957

  • 14 september 1957

  • 15 september 1957

  • 20 september 1957

  • 3 oktober 1957

  • 4 oktober 1957

  • 11 oktober 1957

  • 1 november 1957

  • 7 november 1957

  • 9 november 1957

  • 24 november 1957

  • 25 november 1957

  • 29 november 1957

  • 2 december 1957

  • 8 december 1957

  • 9 december 1957

  • 10 december 1957

  • 15 december 1957

  • 18 december 1957

  • 20 december 1957

  • 24 december 1957

  • 25 december 1957

  • 30 december 1957

  • 31 december 1957