Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schepping (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schepping
Afbeelding van De scheppingToon afbeelding van titelpagina van De schepping

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schepping

(1866)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 179]
[p. 179]

Zesde scheppings-lied.
- Des menschen hymne. -

I.
 
Wie zijt Gij, Eeuwig-Onvolprezen'?
 
Dat onze mond U noemen moog'!
 
Wij, aan Uw voet uit stof gerezen,
 
Versmachten naar Uw Vaderoog.
 
Zien we op naar gindsche stargewelven,
 
Daar zweeft Uw heerlijkheid voorbij:
 
Wij vinden, keerende in ons-zelven,
 
Uw spoor te rug: ook dáár waart Gij!
[pagina 180]
[p. 180]
 
Tot U trekt iedere gedachte,
 
Voor U trilt elke harteklop.
 
Bij al wat 's Menschen ziel verwachte,
 
Wacht ze U, en zoekt ze Uw schaduw op.
 
Gij komt haar telkens, telkens nader,
 
Steeds grijpt zij naar Uw hand... Te vroeg!
 
Wij hebben U in alles, Vader!
 
En hebben U in niets genoeg.
 
 
 
Ons drijft een nameloos verlangen
 
Met heilig, onuitbluschlijk vuur,
 
U gànts te kennen, gànts te ontfangen,
 
Een erfgenaam van Uw natuur!
 
Zoo schreit geen rave naar zijn spijze,
 
Zoo keert geen bloeme naar heur zon,
 
Als 't hart tot U, Algoede! Al wijze!
 
Gij, Licht- en Liefde- en Levensbron!
[pagina 181]
[p. 181]
II.
 
mannen-choor.
 
 
 
God en Vader!
 
Sla ons gade:
 
Uw nabijheid
 
Hoû de wacht!
 
Uit Uw ader
 
Stroomt genade. -
 
Hoogste Vrijheid!
 
Eeuwge Kracht!
 
Wil ons drenken
 
Aan Uw boezem!
 
Wil ons sterken
 
Door Uw tucht!
 
Van ons denken
 
U de bloezem!
 
Van ons werken
 
U de vrucht!
[pagina 182]
[p. 182]
 
Met Uw wapen,
 
Dat wij scherpen,
 
Wil ons leeren
 
Tred voor tred
 
Al 't Geschapen'
 
Te onderwerpen,
 
Te regeeren
 
Naar Uw wet!
 
Maak door lijden,
 
Strijden, streven,
 
Ter viktorie
 
Ons bekwaam:
 
Dat wij U, aan 't eind der tijden,
 
De Aarde, Uw leengoed, wedergeven
 
Vol der glorie
 
Van Uw naam!
[pagina 183]
[p. 183]
III.
 
vrouwen-choor.
 
 
 
Albehoeder!
 
Hoor de bede
 
Voor ons eerste
 
Kindekijn!
 
Die het Moeder-
 
-harte kneedde,
 
Moet de teêrste
 
Liefde zijn!
 
Zie ons knielen,
 
Waar we samen
 
't Eden vonden,
 
Man en Vrouw!
 
Die twee zielen
 
Met Zijn Amen
 
Heeft verbonden,
 
Blijft getrouw!
[pagina 184]
[p. 184]
 
Liefdes lessen
 
Wèl te kennen,
 
Vriendlijk, vredig,
 
Rein en waar,
 
Als Priestressen
 
Ons te wennen
 
Aan het zedig
 
Huisaltaar:
 
U ter eere
 
't Kroost te kweeken
 
Tot een heerlijk
 
Volk van God:
 
D\`at, bij 't werk der Menschheid, Heere!
 
Waar geen enkle mag ontbreken,
 
Zij 't begeerlijk
 
Vrouwenlot!
[pagina 185]
[p. 185]
IV.
 
engelengroet.
 
 
 
Hozanna! Zijt gezegend,
 
Gij koninklijk Geslacht,
 
Met broedergroet bejegend
 
Door 's Hemels Englenwacht!
 
 
 
Wij mochten 't welkom heeten,
 
Het Leven, in het diep,
 
Dat de eeuwenlange keten
 
Ontwikklingen doorliep;
 
Dat immer U bedoelde,
 
Hoe duizenvoud het scheen;
 
U zocht en voorgevoelde,
 
Door alle vormen heen!
[pagina 186]
[p. 186]
 
En nu - gij zijt gekomen,
 
Zoo lang verbeid, bereid,
 
Ver boven hoop en droomen
 
Der Schepping heerlijkheid!
 
De kroon des Aardschen Levens,
 
Gods afdruk in het slijk,
 
De vrucht en de éénheid tevens
 
Van Stof en Geestenrijk!
 
 
 
Hozanna! Gij, wien erflijk
 
Een dubbeld purper gordt:
 
In wien 't Vergankbre Onsterflijk,
 
Het Godlijk' Menschlijk wordt!
 
 
 
Nog zijt gij in den morgen
 
Der Kindschheid! Menig kracht
 
Ligt in uw geest verborgen,
 
Die op de ontwaking wacht.
[pagina 187]
[p. 187]
 
Hoe hoog u de Almacht plaatste,
 
Nog is in 't wijd verschiet,
 
Deez' glorie de allerlaatste,
 
Nog, de allerhoogste niet!
 
 
 
Bezit, met al uw gaven,
 
U-zelven eerst geheel!
 
De knechts-soldij voor slaven!
 
Voor vrijen - 't kinderdeel!
 
En dan - u-zelf gegeven
 
Dien God, wien 't Al behoort!
 
Dàt is, o Menschlijk Leven,
 
Uw zaalge weêrgeboort'!
 
 
 
Laat nu al 's Hemels kringen
 
En 't wentlend Waereld-Al
 
Hem 't driemaal Heilig zingen,
 
Die was en wezen zal!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken