Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk huisboek (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk huisboek
Afbeelding van Stichtelijk huisboekToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk huisboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (8.12 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk huisboek

(1866)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

God in de natuur.
(Psalm CIV.)

 
U, Heere God! U wil ik zingen,
 
Wiens grootheid tot aanbidding wekt,
 
Wien heerlijkheid en eere omringen,
 
En 't licht gelijk een kleed bedekt;
 
Die boven lucht en stargewemel
 
Uw throonzaal zoldert, en den hemel
 
Uitéénrolt als een tentgordijn;
 
Wien de onweêrwolken tot een wagen,
 
De bliksemen en stormwindvlagen
 
Tot boden en trawanten zijn!
 
 
 
Gij gaaft deze Aard haar grondpilaren:
 
Zij wankelt niet in eeuwigheid!
 
Gij hadt haar met uw waterbaren
 
Als met een sluier overspreid;
 
Daar deedt ge, o Heer uw donders klaatren,
 
Daar deinsden op uw stem de waatren,
 
Daar groenden heuvel en landouw:
 
Zoo legdet Gij de zee aan banden,
 
Opdat zij bergen en waranden
 
Niet andermaal bedekken zou!
 
 
 
Uw beekjens hupplen van de rotsen
 
In dartle sprongen naar beneên,
 
En wandlen, met welluidend klotsen,
 
Door beemden en woestijnen heen.
 
Ziet, hoe ze met hun koele teugen
 
Het smachtend woudgediert' verheugen,
[pagina 30]
[p. 30]
 
Bij 't blaken van uw middaggloed!
 
Hoort, hoe aan hun bemoschte zoomen
 
't Gevogelt', wiegende in de boomen,
 
U 't jubellied weêrgalmen doet!
 
 
 
Van uit uw blaauwende opperzalen
 
Drenkt Gij het dorre berggevaart':
 
Met levendige waterstralen
 
Verzadigt Gij de dorstende Aard:
 
Dan graast het vee in vette weiên,
 
Dan bloeien velden en valleien,
 
En werpen de oogst in 's menschen schoot;
 
Dan doet de olijf heur olie vloeien,
 
De wijndruif schijnt als goud te gloeien,
 
En 't koren rijpt tot levend brood!
 
 
 
't Geboomte ontvouwt zijn bladertrossen
 
In koestring uwer lentezon;
 
Hoe saprijk staan uw cederbosschen
 
Geworteld op den Libanon!
 
Daar zwermen gantsche vooglenheiren
 
Van allerlei muziek en veêren,
 
En zoeken naar een woning rond;
 
De sperwer huist in 't dennenlover,
 
De steenbok springt de klippen over,
 
Het bergkonijn doorgraaft den grond.
 
 
 
De maan kent haar gezette tijden,
 
De zon weet waar heur slaapkoets wacht.
 
Daar wenkt Gij: licht en duister strijden
 
Kortstondig om 't gezag - 't wordt nacht!
 
Nu gaat het hongrig woudgebroedsel
 
Ter jacht, nu brult de leeuw om voedsel;
[pagina 31]
[p. 31]
 
Maar weldra is de dag nabij,
 
Nu liggen ze in hun holen neder;
 
De Mensch keert tot den arbeid weder,
 
En de aard erkent zijn heerschappij!
 
 
 
O Heer! uw werken zijn volkomen,
 
Met wondre wijsheid toebereid!
 
De waereld tot heur verste zoomen
 
Vloeit over van uw heerlijkheid!
 
Zie hier de Zee! Heur golven krielen
 
Alom van levendige zielen,
 
Een zilverschubbig watervolk.
 
Daar wandelen de zeekasteelen
 
De azuren vlakte door; daar spelen
 
De Leviathans in de kolk!
 
 
 
U wachten die millioenen scharen,
 
O Bron van alles wat bestaat!
 
Geeft Gij hun spijze, zij vergaâren:
 
Ontsluit Ge uw hand, zij zijn verzaad!
 
Verbergt Ge uw aangezicht, zij beven;
 
Neemt Gij hun adem weg, zij sneven
 
En keeren weder tot hun stof!
 
Zendt Gij uw geest uit, zij verjongen;
 
Heel de Aard vernieuwt Ge! en aller tongen
 
Verkondigen in 't rond uw lof!
 
 
 
Die lof weêrklinke onafgebroken
 
U, die den troon der eeuwen drukt,
 
Die neêrziet, en de bergen rooken,
 
Die aansnelt, en de waereld bukt!
 
Verblijdt U in uw werken, Heere!
 
Als in de tolken uwer eere,
[pagina 32]
[p. 32]
 
De teekens van uw hoog gezag!
 
En gun me - ai, doe mij 't voorrecht smaken! -
 
Een ziel, die voor uw grootheid blaken,
 
Een tong, die haar bezingen mag!
 
 
 
Ja, Heere! ik wil uw lof doen rijzen
 
Met dankgebed en harpgezang!
 
Uw wensch ik als mijn God te prijzen
 
Elke' ademtocht, mijn leven lang!
 
't Is zalig U zijn hart te wijden,
 
Zich in de aanschouwing te verblijden
 
Van uw almachtige genâ.
 
Wel hem, dien zij heeft uitverkoren!
 
Alleen d' ondankbre wacht uw toren.
 
Waak op, mijne ziel!... Hallelu-jah!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken