Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk huisboek (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk huisboek
Afbeelding van Stichtelijk huisboekToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk huisboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (8.12 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk huisboek

(1866)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

De voorspelling van den Messiaanschen Heildag.
(Maleachi I:6; III:7, 14-18: IV.)

 
‘Ik heb u lief!’ zoo spreekt de Algoede:
 
‘Een Heer, een Vader, noemt gij Mij -
 
Maar kust dan ook des Vaders roede,
 
Erkent des Konings heerschappij!
 
Ziet, Mijn Verbond was vrede en leven:
 
Ik ben dezelfde steeds gebleven;
 
'k Heb u geduld, gespaard, getroost!
 
Waarom nog verder afgeweken?
 
O, laat u 't steenen harte breken,
 
Keer eindlijk weêr, afkeerig kroost!...’
 
 
 
Daar steigert tot den troon des Heeren
 
Een klacht van smart, een kreet van smaad:
 
De dwazen zijn 't, die murmureeren,
 
Verwaten tredende in Gods raad:
 
‘Voorwaar! 't is vruchtloos God te dienen:
 
Het aangezicht des Ongezienen
 
Wordt voor de Zijnen niet ontbloot.
 
Vergeefs gewaakt! vergeefs gestreden!
 
Wij dragen 't rouwkleed om de leden,
 
En hongren bij ons tranenbrood!
 
 
 
‘Welnu dan, heil den roekelozen!
 
Zij zaaien spot, en oogsten goud.
 
Het wankelende huis der boozen
 
Wordt zevenvoudig opgebouwd!
[pagina 67]
[p. 67]
 
Die trotsch op eigen krachten hopen,
 
Zien immer 's hemels venstren open,
 
Waaruit Gods hand den zegen giet.
 
Ja, zelfs die Deugd en Godsvrucht vloeken,
 
De Allerheiligste verzoeken,
 
Ervaren Zijn kastijding niet!...’
 
 
 
Gij dwazen, zwijgt! Wat zou er wezen,
 
Dat God niet hoort, niet ziet, niet weet?
 
Welzalig die aanbiddend vreezen
 
Hem die de Hoogste Wijsheid heet!
 
Voorwaar! 't gedenkboek van ons leven
 
Ligt voor Zijn aangezicht geschreven:
 
Eens zal de Rechter 't openslaan;
 
Van al die jagen naar Gods vrede,
 
Zal ook geen stamelende bede,
 
Geen enkle traan, verloren gaan!
 
 
 
‘'t Zal blijken,’ zóó doet God zich hooren:
 
‘Wanneer Ik ter vergelding kom,
 
Dat Ik de Mijnen heb verkoren
 
Ten eeuwig dierbaar eigendom!
 
'k Zal hun Mijn volle liefde toonen,
 
Als die eens vaders voor zijn zonen,
 
Wier hart hem in oprechtheid vreest.
 
'k Zal toonen, dat Ik ze onderscheide,
 
Wie trouwe schapen Mijner weide
 
Of - wreede wolven zijn geweest!
 
 
 
‘Want ziet! de Groote Dag zal komen,
 
Die als een vlammende oven blaakt,
 
Die aan de goddeloze droomen
 
Der hovaardij een einde maakt!
[pagina 68]
[p. 68]
 
Die dan tot Mij zich niet bekeeren,
 
Voorwaar! een gloed zal hen verteren,
 
Die tak en wortel nederslaat,
 
Die, als een heîbrand in de winden,
 
Hunne ijdle glorie zal verslinden,
 
En zelfs geen stoppel overlaat!
 
 
 
‘Maar u, wier hart en mond Mij prijzen,
 
U, Vroomen, tot Mijn dienst bereid!
 
U zal het heerlijk licht verrijzen,
 
De Zonne der Gerechtigheid!
 
Wanneer haar vleuglen u bestralen,
 
Zult gij genezen van uw kwalen,
 
Met frissche krachten aangedaan!
 
Van vreugde en welvaart zult gij gloren,
 
En juichen als de vooglenchooren,
 
Die kwinkeleeren in de blaân!
 
 
 
‘Zoo blijft dan dulden en verwachten,
 
Volhardende in uw smeekgebed!
 
Tot Ik wie roekloos Mij verachten
 
Den voetzool op den schouder zet!
 
Erkent Mij als den God der goden!
 
Volbrengt de heilige geboden,
 
Waarvan de Horeb heeft gewaagd!
 
Tot Ik - het Nieuw Verbond zal stichten,
 
Waarin gij 't voorschrift uwer plichten
 
Op 's harten vleeschen taaflen draagt!
 
 
 
‘Ziet, eer die Dag zijn glans zal spreiden,
 
Zend Ik Elia, Mijn Profeet:
 
Hij zal dien Heer den weg bereiden,
 
Die snellijk tot zijn Tempel treedt!
[pagina 69]
[p. 69]
 
Hij zal, de Boetgezant zijns Heeren,
 
Het hart der kinderen bekeeren
 
Tot dat van 't vrome Voorgeslacht!
 
Dán, bij der Englen lofgezangen,
 
Moog de Aard dien Vredevorst ontfangen,
 
Van Wien zij haar verlossing wacht!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken