Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk huisboek (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk huisboek
Afbeelding van Stichtelijk huisboekToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk huisboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (8.12 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk huisboek

(1866)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De opwekking van Lazarus.

Een cantate.

 
maria,
 
bij het graf.
 
Hij ging! hij ging! Gods sterke hand
 
Heeft ons den vriend ontnomen!
 
Hij ging! hij ging naar 't vreemde land,
 
Dat niemand weêr laat komen!
 
Mijn klachten dringen tot zijn oor,
 
Mijn tranen tot zijn hart niet door!
 
Hoe koud zijn mijn gebeden,
 
Als drukte ook hen die doodensteen!
 
Wat slaapt ge daar beneden
 
Zoo eenzaam en alleen!...
[pagina 269]
[p. 269]
 
Hij was mijn lust, mijn troost, mijn staf:
 
Nu rust mijn hart bij hem in 't graf,
 
Nu staar ik naar den hoogen,
 
Alsof een blinde sterveling
 
Den Engel na kon oogen,
 
Die naar den Hemel ging,
 
Alsof een halfgebroken zucht
 
Een ziel kon volgen in haar vlucht!
 
martha.
 
Maria! durft ge 't wagen,
 
Den God van levenden en doôn
 
Dus morrende aan te klagen,
 
Te steken naar de kroon?
 
Kan 't graf u hooren als ge schreit?
 
Ai, laat tot onderworpenheid
 
Een zuster u vermanen!
 
Kom, kus de roê, en zwijg den Heer!
 
Nooit gaven duizend tranen
 
Eén enklen doode weêr!
 
maria.
 
En wat ik denk en spreek en doe,
 
Mijn ziele blijft zoo droef te moê:
 
Mijn hart moet breken als ik zwijg. -
 
Mijn klagen is geen morren.
 
God weet, hoe ik Hem tegenhijg!
 
Maar toch, gebroken is de twijg,
 
Nu moet het blad verdorren!
 
martha.
 
En is niet Jezus onze vrind?
 
Kan Hij zich niet erbarmen?
 
Of bracht hij nooit het doode kind
 
Terug in moeders armen?
[pagina 270]
[p. 270]
 
maria.
 
Och, dat ik aan zijn voeten zat!
 
Ik maakte ze met tranen nat,
 
Ik zou ze, in 't stof gebogen,
 
Met deze lokken droogen!...
 
O nooit, hoe lang mijn proeftijd duur',
 
Vergeet ik dat gezegend uur!
 
martha.
 
Mij dunkt, een stem, een profecy,
 
Komt mij vertroostend tegen,
 
En spreekt van nieuwen zegen:
 
Mij dunkt, de Meester is nabij!
 
(
Zij ijlt weg.)
 
maria.
 
Wat baten mij haar zorgen
 
En duizend teederheên?
 
Mijn nacht verwacht geen morgen;
 
En troost? ik vind er geen!
 
Ik ken maar ééne sterre;
 
Ik hoor maar ééne stem:
 
Hoe is mijn Heer zoo verre?
 
Helaas! waar vind ik Hem?
 
choraal.
 
Als de ziel in bange dagen
 
Nergens hoop of uitkomst ziet,
 
Als wij boven krachten dragen,
 
En geen mensch ons redding biedt,
 
Dan, aan 's afgronds steilen rand,
 
Reikt de Almachtige ons de hand
 
Om behoud en hulp te schenken,
 
Boven bidden, boven denken!
[pagina 271]
[p. 271]
 
martha.
 
Houd goeden moed, verslagen geest!
 
Nog is er niets bedorven:
 
Hij komt, die elke wond geneest!
 
maria.
 
Ach, Heere! waart Gij hier geweest,
 
Uw vriend was niet gestorven.
 
jezus.
 
Weet, dat uw broeder op zal staan!
 
maria.
 
O ja - ten jongsten dage!...
 
Maar dan ook grijnst geen dood meer aan,
 
Dan heeft de jongste smart gedaan:
 
Och, of mijn oog het zage!
 
jezus.
 
Gij zult het zien.
 
maria.
 
Mijn Heil en Heer!
 
Ach, waarom waart Gij hier niet eer?
 
choor.
 
Lof zij Hem gegeven,
 
Die uw Heiland is,
 
Uw verrijzenis
 
En uw Eeuwig Leven!
 
Elk die Hem verbeidt,
 
Leeft al moest hij sterven;
 
Die Zijn leven leidt,
 
Zal niet meer verderven
 
In der eeuwigheid!
[pagina 272]
[p. 272]
 
choraal.
 
(Oude Kerkmelodie.)
 
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft!
 
En ik zal met Hem leven:
 
Ik zal ten hemel zweven,
 
Daar Hij mij vleuglen geeft.
 
In hemelsche landouwen,
 
In 't Eeuwig Koninkrijk,
 
Zal ik mijn Heer aanschouwen,
 
Herboren, Hem gelijk!
 
O blijde weêrgeboorte!
 
O dood, gij zijt geen sterven meer:
 
Ge ontsluit des Levens poorte,
 
Gij brengt mij bij den Heer!
 
martha.
 
Hier is de stille doodenwijk:
 
Hier werd hij heengedragen.
 
Och, Heer! alreede riekt het lijk:
 
Het woonde er vier eindloze dagen.
 
toeschouwers.
 
1.
 
Ziet, Jezus weent
 
Om den dood des beminden!
 
2.
 
Kon dan Hij, die den blinden
 
't Gezicht verleent,
 
Den band dezes doods niet ontbinden?
 
jezus.
 
Ik heb gezegd, o gij die schreit!
 
En zeg op nieuw: Geloof alleen!
 
Dan ziet uw oog Gods heerlijkheid.
[pagina 273]
[p. 273]
 
En nu - neem weg den steen!
 
Dank, Vader! dank, die voor mijn woord
 
Ook thands uw Godlijk oor niet sluit!
 
Maar 'k wist dat Gij mij altijd hoort!...
 
Gij Lazarus, kom uit!
 
toeschouwers.
 
1.
 
Hoor! 't ruischt in 't graf!
 
Werd de dood reeds verslonden?
 
2.
 
Werpt een lijk, half ontbonden,
 
Den zweetdoek af?
 
Ja, daar staat hij, met doeken omwonden!
 
jezus.
 
Ontbind hem! Laat hem henengaan!
 
- En gij, wat is u dat gij beeft,
 
Maria?... Neem uw broeder aan:
 
Ik geef hem u: hij leeft!
 
Gij, leef met hem! één hart, één zin!
 
En keert het uur der scheiding weêr,
 
Gaat samen dan ten Hemel in,
 
En sterft er nimmermeer!
 
choraal.
 
1.
 
Ziet, hij is herrezen
 
Uit der graven schoot!
 
Nu zal onze dood
 
Slechts een slapen wezen!
 
Hoe, na 't jongst Vaarwel,
 
Ons de wade omwikkel',
 
Open springt de cel.
[pagina 274]
[p. 274]
 
choor.
 
Dood! waar is uw prikkel?
 
Waar uw zege, o Hel?
 
choraal.
 
2.
 
Ziet, hij is herboren!
 
Broeders, goeden moed!
 
Jezus' vredegroet
 
Ruischt ook ons in de ooren.
 
Toog de Heiland heen
 
Naar des Hemels zalen,
 
Wij zijn niet alleen!
 
choor.
 
Zon, wij zijn Uw stralen!
 
Hoofd, wij zijn Uw leên!
 
choraal.
 
3.
 
Wij ook gaan naar Boven,
 
Waar geen traan meer vloeit,
 
Waar de ziel, ontboeid,
 
Eeuwig U zal loven.
 
Blijf ons steeds nabij
 
Met Uw goede gaven!
 
Stervend leven wij.
 
choor.
 
Dat het eind des braven
 
Eens mijn einde zij!

(Vrij gevolgd naar herder.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken