Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk huisboek (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk huisboek
Afbeelding van Stichtelijk huisboekToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk huisboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (8.12 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk huisboek

(1866)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Uit de Neanders-Höhle

Naklanken van drie liederen van Neander.

‘Joachim Neander (Neumann), geb. 1640 in Bremen, ist der erster Dichter der reformirte Kirche, voll eigenthümlicher Kraft, Tiefe und Innigkeit.
a. knapp.
‘In de Zifs en Adullams worden de Davids gevormd; en de Leuchtenburg en de Engelskammer daar ginds, hebben dezen geestelijken zoon van David zijn schoonste liederen in de pen gegeven. 't Is of wij op gindschen rotstop nog de voetsporen des gezaligden dichters ontdekken: 't waren zijne laatste op aarde.’
ten kate, Langs den Rhijn, bl. 11, 12.

I.
Aller heemlen talloos heir.

 
Aller heemlen talloos heir,
 
Hoogte, diepte, lucht en zee,
 
Zingen tot des Scheppers eer:
 
Gij mijn dankbre ziel, zing meê!
 
 
[pagina 291]
[p. 291]
 
't Zonnestraaltjen brengt Hem lof,
 
Want Zijn glimlach geeft het gloed,
 
Vrolijk prijst Hem 't starrenstof,
 
Dat daar opgaat voor Zijn voet.
 
 
 
Ieder frissche waterspat,
 
Bigglend aan Zijn vingertop,
 
Schrijft Zijn naam op bloem en blad
 
Met een vloeibren paereldrop.
 
 
 
Ieder vogeltje' op zijn tak
 
Prijst de Algoedheid die hem riep,
 
Die hem in de veêren stak,
 
En geboren zanger schiep.
 
 
 
Laat me, o Gij, die 't Al gebiedt!
 
U, den God der Majesteit,
 
Met mijn licht, mijn loop, mijn lied,
 
Loven tot in eeuwigheid!

II.
Hoe snelt des menschen tijd voorbij.

 
Hoe snelt des menschen tijd voorbij!
 
Hoe ijlen wij, hoe vliegen wij,
 
Op vleugelen der oogenblikken!
 
Tot - plotsling, meest onvoorbereid,
 
De klepelgalm ons op doet schrikken,
 
Die voorslag speelt der Eeuwigheid!
 
 
[pagina 292]
[p. 292]
 
Hoe menig leven is een waan,
 
Vol schijngestalten die vergaan,
 
Een droom, een schaduwbeeld van leven,
 
Dat werklijkheid en waarheid mist:
 
Een glinstrend spinrag, vastgeweven
 
Van 't wiegjen aan de zwarte kist!
 
 
 
Van alles waar men ooit op bouw',
 
Is eindlijk God-alleen getrouw,
 
De Gever, meer dan al Zijn gaven,
 
Die alle dooden overleeft,
 
Vreugd, eer, lust, kracht, in 't hart begraven,
 
- Naakt kerkhof, dat geen opschrift heeft!
 
 
 
O Gij, die alle banden slaakt,
 
Die dorre beenderen levend maakt,
 
Gestorven vreugden doet verrijzen,
 
Maar beter, reiner dan weleer -
 
O, laat niet eenzaam mij vergrijzen,
 
Beziel, vervul mijn hart, o Heer!
 
 
 
Geen ledig, uitgestorven huis,
 
Geen doodenakker zonder kruis, -
 
Een tempel moog' mijn ziele wezen,
 
Waar Hoop en Liefde bij elkaâr
 
U prijzen, eeuwige Onvolprezen!
 
En Englen bidden aan 't altaar.
[pagina 293]
[p. 293]

III.
Lof zij den heer.

 
Lof zij den Heer, den almachtigen Koning der eere!
 
Dat aarde en hemel den lof Zijner glorie vermeêre!
 
Meng in 't geklank,
 
Ziele! uw aanbiddenden dank!
 
Zinge al wat ademt den Heere!
 
 
 
Lof zij den Heer, die de waerelden dacht, en zij waren!
 
Die al de dropplen geteld heeft der golvende jaren,
 
Die met Zijn staf
 
Heerscht van uw wieg tot uw graf:
 
Psalmzinge uw hart uit de snaren!
 
 
 
Lof zij den Heer, die u bootste uit vergankelijke aarde,
 
Maar heel Zijn volheid uw eeuwigen geest openbaarde!
 
Hij had u lief,
 
Die tot Zijn kind u verhief,
 
Hooger dan de englen in waarde!
 
 
 
Lof zij den Heer, van Wiens leiding de starren gewagen;
 
Die ook uw leven op adelaarswiek heeft gedragen!
 
Breed en geducht
 
Was Zijn aanbidlijke vlucht,
 
Ruischend met machtige slagen!
 
 
 
Lof zij den Heer, die uw bevende vrees zal beschamen!
 
Noemt Hem uw Vader: de kroon van Zijn heerlijke namen!
 
Dwars door den dood
 
Neemt Hij u op in Zijn schoot.
 
Loof Hem in eeuwigheid, Amen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken