Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vallende vogels (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vallende vogels
Afbeelding van Vallende vogelsToon afbeelding van titelpagina van Vallende vogels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vallende vogels

(1934)–Mathias Kemp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 172]
[p. 172]

XXIV. Strijd om het bestaan

Vijf dagen verliepen als in een droom. Zoet gulden herfstweer straalde over de landen; soms leek het of de zomer herleven ging. Willy en Sanneke troffen elkander iederen dag op den Muizenberg, achter het kasteel, boven de ontzaglijke vestinggracht, even over de Hollandsche grens. Van daar doolden ze de bosschen in en wandelden weg naar het stille Jekerdal. Ze wisten zich blind te houden voor de toekomst en genoten, met gesloten oogen, het onverwacht ontbloeide geluk, dat maar van korten duur kon wezen.

Vrijdag wilde Willy probeeren een positie te vinden, in Maastricht of Zuid-Limburg. Hij zou niet terugkomen voor hij kon zeggen wat de toekomst brengen ging. Donderdagavond nog eenmaal ronddolen langs de werken die hun noodlot vereenigd had, over de heuvels waarop hun geluk was ontloken.

Oberhoff zat, bij vallenden avond, te wachten op den rand der afgraving. Hij voelde zich een beetje trotsch en Duitscher. Dit titanenwerk daar beneden werd door Duitschers, door landgenooten uitgevoerd, en hij had zijn deel ertoe mogen bijdragen.

[pagina 173]
[p. 173]

- Ieder soldaat heeft zijn maarschalksstaf in den ransel, schoot hem te binnen. Ik heb mijn ransel vol maarschalksstaven, overwoog hij bitter, maar ik weet niet wat voor een eruit te nemen. Menig grondwerker bij zoo groote onderneming bracht het verder dan ik, omdat hij op één doel afging, één ding zag. Mij is het leven te rijk: ik wil alles en bereik ongeveer niets.

 

Het laatste daglicht vergloorde in het Westen; uit het Oosten steeg helder de zilveren maan omhoog. In de diepten van kanaalbedding en Jekerdal begonnen honderden electrische lampen hun lichtpunten te priemen. Rosse vlammen lekten uit de schoorsteenen van lepelbaggers en stoomschoppen. Treinen met leem en mergelpuin daverden voorbij naar het Zuiden; leege ijzeren kipwagentjes ratelden uit het Maasdal aan. Zware wolken damp en stoom dreven door de machtige gleuf weg naar de open vallei. Overal geschril van stoomfluiten, seinen van locomotieven, geknars van kettingen en gekreun van machinen. Het zachte, romantische licht van de maan streed met de rosse klaarte van rotswanden, lampen en doorlichte dampen beneden. Er ontstond een wonderlijk geheel van stemming. Willy

[pagina 174]
[p. 174]

dacht weer aan het moderne epos, dat hij, eenmaal, als zooveel andere dingen, begon...

Het sombere, drukkende gevoel, gevolg van zijn overpeinzingen over de maarschalksstaven, wilde niet wijken, bleef op hem lasten, ook toen Ketteke, vriendelijk en overmoedig, uit de schemering naar hem toe danste en hem spontaan om den hals viel. Hij poogde opgewekt te zijn, als de vorige dagen, het lukte niet, hij verviel in een verstrooid zwijgen. De pogingen van zijn liefje om hem daaruit te lokken irriteerden hem. Haar eenvoudige, welmeenende, hartelijke woorden kwamen hem onbeteekenend voor, ongepast op een moment, dat al zijn zenuwen gespannen raakten in voorgevoel van den nieuwen, verbitterden strijd om het bestaan. Om het bestaan, niet om macht, grootheid of roem! Hij wist evenwel zijn duistere gemoedsstemming te beheerschen, doch was bijna blij, toen hij, alleen, zijn weg terug naar de stad nam.

Door een wonderschoonen, zilveren nacht liep hij terug naar Maastricht. Vroeger zou hij, wandelende door zoo romantische schemering, Eichendorf, Uhland en Brentano halfluid hebben voorgedragen, nu overmande hem een bittere drift naar den hopeloozen strijd, die morgen aanving.

[pagina 175]
[p. 175]

Met grimmige vriendelijkheid begroette hij Rolfsen, die in wezenlooze extase, met de handen onder het hoofd aan tafel zat. Oberhoff was blij niet verplicht te zijn tot het maken van praatjes, aan zich zelf overgelaten te blijven. Morgen... morgen... pogen een plaats te heroveren...

Uren lag hij, toen Rolfsen naar bed gegaan was, te malen over mensch en maatschappij, over talent en nutteloosheid. Tegen den morgen viel hij in slaap, laat, en met scherpe hoofdpijn, werd hij wakker. In een ellendige stemming... niettemin... probeeren... een week lang... zijn fierheid samenvouwen en zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Lukte het niet, dan maar terug naar Duitschland, werkelooze in een groote stad. Arm Sanneke, wat zal van jou levensromannetje worden? bedacht hij opeens, week en vol meelij met het blind op hem vertrouwende kind.

Willy pakte zijn diploma's, getuigschriften en mooiste teekeningen samen en trok tenslotte erop uit, naar architecten, aannemers en ingenieurs. Rolfsen wenschte hem veel succes, doch voegde daaraan toe: Geef den moed niet te gauw op. Kom je niet onder dak, dan weet ik misschien nog wel wat. Maar eerst elders probeeren!

[pagina 176]
[p. 176]

Oberhoff liep van kantoor naar kantoor. Overal vertelde men hetzelfde: crisis, malaise, slapte, personeel te veel. Een enkele liet merken geen vreemdelingen te willen aannemen, zoolang er nog zooveel jongelui uit stad en land te krijgen waren. Een Hollandsch ingenieur lachte een beetje smalend met zijn diploma. Soms meende een goedhartig man hem wat hoop voor later te moeten geven, misschien binnen een paar maanden, dan nog eens terugkomen.

Met bijna ziekelijk genoegen verteerde de eenmaal zoo onafhankelijke en fiere Oberhoff al die vernederingen. In luguber plezier kon hij lachen bij iedere mislukking. Er schoten nog maar een paar adressen over, waar men hem de deur uit trappen kon, dan was zijn lijdensweg in dit land volbracht. Och ja, Rolfsen had nog wat te vertellen.

Toen de laatste poging faalde, herinnerde Willy zijn vriend aan de mysterieuze belofte. Hij trof Rolfsen gelukkig in een helder moment, zoodat hij redelijk met hem praten kon.

- Ik liet je liever eerst probeeren, voor ik je wat voorstellen wou, begon de gewezen vliegenier. Ik wilde je niet verschrikken. Je bent intellectueel en idealist. Waar ik je aan helpen kan,

[pagina 177]
[p. 177]

ligt je misschien minder, maar als de nood dringt doet men al rare sprongen... tot duizend meter diep in de leege ruimte. Snap je?

Willy kreeg een schok aan het hart. Wilde die hem parachutist laten worden?

- Niet bleek worden. Het ziet erger uit dan het is. Tweehonderd keer ben ik naar beneden gekomen, behalve wat schrammen liep ik geen ongeval op. Die dingen werken tegenwoordig zoo secuur! Ik doe het niet meer, omdat het me niet meer trekt - je raadt wel waarom - en ook al, omdat mijn aanstaande het niet wil. Tot we trouwen kan ik die nonactiviteit nog wel betalen, daarna word ik administrateur van haar modezaak. Intusschen heb ik nog mijn relaties met aviateurs en vliegcomités. Geregeld komen nog aanvragen om demonstraties binnen. Wanneer je wilt en durft, als je je niet te voornaam rekent om hoog op te stijgen en diep te vallen, zit in dat rare vak een passabel bestaan. Ik beschik nog over een paar degelijke valschermen, die je op crediet, overnemen mag. Betaal me, bij iedere demonstratie, wat af. Denk eens erover na. Vergeet niet: het is een beroep, dat je veel tijd laat, om te teekenen, te schrijven, te fantaseeren, en met je liefje te wandelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken