Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vallende vogels (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vallende vogels
Afbeelding van Vallende vogelsToon afbeelding van titelpagina van Vallende vogels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vallende vogels

(1934)–Mathias Kemp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 192]
[p. 192]

XXVII. Dubbelgangster gevraagd

Ergens aan den buitenkant der stad zaten Willy en een berooid Amerikaansch vliegenier in een houten keet, weidsch geheeten ‘de grot van Calypso’, te filosofeeren over de wisselvalligheden van het leven. Pacqlart had grootsche dagen gekend in het verleden, was drager van vele militaire onderscheidingen en ridderorden, behoorde eenmaal tot de beroemdste oorlogshelden van de lucht. Hij bewaarde nog stapels kranten en weekbladen met fotos, intervieuws, artikelen, enz. Een van de meest populaire luchtacrobaten der periode 1916-1920. Had ook fortuin gemaakt met demonstraties. Tenslotte met een allerleukst poppetje van de film getrouwd, een snoeperig vrouwke dat zijn geld op argelooze manier verzwinden deed en op een dag - hevig geschrokken bij het uitgeven der laatste dollars en vol keurig medelijden met haar man - overstapte in het huwelijksbootje van een pokdalig handelaar in fruit, wiens zakken bulkten van papiergeld.

De zon van Pacqlart's voorspoed begon in denzelfden tijd te zinken. Het publiek werd z'n naam moe; de rijke meisjes begonnen zijn vrien-

[pagina 193]
[p. 193]

delijk, energiek gezicht vervelend te vinden. Hij zakte af en verdiende nu zijn kost met demonstraties van mindere orde en gevaarlijke karweittjes aan de film. In die sferen ontmoette Willy hem; ze werkten vaak samen en zoo ontstond tusschen die twee mannen een hechte kameraadschap. Geestelijk verschilden ze hemelsbreed; bij Oberhoff een teveel aan ideeën en plannen, bij den ander een spiritueele leegheid, nauwlijks versluierd door goede en aangename manieren. Zelfs geen nieuwe trues en sensaties wist Pacqlart te verzinnen, anders zou hij toch wel weer er bovenop zijn gekomen. Overigens berustte hij in zijn lot, gesteund door de overtuiging dat men toch nog eenmaal zijn vroeger gekende nu vergeten waarde opnieuw zou ontdekken.

Willy profiteerde vaak van zijn ervaring, relaties en het restant van zijn roem. Een goeie vent, waarop men vertrouwen kon, waartegenover men zich uit kon spreken, die hartelijk meeleefde, zelfs met hetgeen hij niet begreep. Aan een sympathischer natuur voelde Willy met den dag grooter behoefte. Hij begon zich eenzaam en déraciné te vinden. Amerika en zijn problemen interesseerden hem met den dag minder. Ze konden hier al beweren, dat de Europeesche

[pagina 194]
[p. 194]

affaires rommelig waren, noodeloos gecompliceerd en tragisch onoplosbaar, er scholen toch dingen in die men in dit nieuwe land en onder dit nieuwe volk al te zeer miste. Ze begrepen niets van een Gothische kathedraal of van de celeste muziek van een Palestrina. Redeneer met zulke menschen over wat anders dan in de kranten staat!

Met de meisjes van de nieuwe wereld kon hij heelemaal niet opschieten. Eerst lokten ze door schijnbare originaliteit, door iets leuk jongensachtigs en flinks, door vrijheid van opvatting en beweging, meer van nabij gekend, ontdekte je vooral: egoïsme, genotzucht, bekrompenheid, amoraliteit en matelooze overschatting van geld en succes.

- Er zijn ook andere, betere, verzekerde de vliegenier wel. Willy geloofde het, maar constateerde meteen dat hij die maar niet ontmoette. Met heel wat jonge vrouwen had hij toch al omgang gehad, soms zelfs vrij intiem.

Zijn trouw aan het lieve meiske in Canne maakte gevaarlijke momenten door, doch begon in den laatsten tijd weer te herleven. Gedurende enkele maanden had hij Ketteke vergeten en verwaarloosd, geen brief meer geschreven, alleen wat prentkaarten gestuurd. Desillusies in geval-

[pagina 195]
[p. 195]

len, die hij niet als van beteekenis in zijn gevoelsleven wenschte te erkennen, deden een oprecht en hevig verlangen naar Sanneke Demerrel herboren worden. Hij correspondeerde weer lang en uitvoerig, zij antwoordde, eenvoudig en prompt, zonder pose, met eenvoudige hartelijkheid.

Waarom de twee vrienden zoo graag naar buiten kuierden om in ‘De grot van Calypso’ een soort ignobele, alcoholvrije whisky te drinken, konden ze zelf nauwelijks raden. Die houten keet, van binnen vol behangen met moderne propaganda van Leger des Heils, Anabaptisten, Hondenvrienden, Vredesapostelen e.d. bood weinig aantrekkelijks. De waard, een invaliede bokskampioen, bleek een saai, gezapig burger. Het publiek bestond uit lagere beambten der filmstudios en mindere figuratie. Ja, je vernam er wel eens wat dat je van pas kwam, gelegenheden om te assisteeren of mee te figureeren. Willy vermoedde soms, dat het uitzicht op heuvelland in de verte hem aan binnendalen van Rijnland denken deed.

In ieder geval, ze kwamen er vaak en brachten er tal van hun vele, vrije uren door met keuvelen en plannen maken. Dien middag zaten ze er ook weer, suf van warmte en verveling. Een

[pagina 196]
[p. 196]

negertje kwam aanzeulen met een tasch vol geïllustreerde bladen. Op goed geluk af nam Pacqlart er een uit, begon erin te kijken.

- Sanneke, mijn Sanneke! schreeuwde Willy opeens verbijsterd en rukte zijn kameraad het tijschrift uit de hand.

- Een zonnesteek? informeerde Pacqlart laconiek. Zoo buiten zich zelf had hij Oberhoff nimmer gezien.

Willy gaf geen taal, maar verslond met de oogen een portret, dat midden in een reeks koppen van filmsterren stond.

- Precies Ketteke, mompelde hij later wat gekalmeerd. Inderdaad had men daarin geen portret afgedrukt van zijn liefke, maar Arde Conny, een beroemde speelster van sentimenteele vrouwenrollen, een die op geraffineerde manier met natuurlijkheid coquetteerde, die poeder en schmink scheen te versmaden en excentriek was door eenvoud.

Het portret der ster van het witte doek en dat der andere diva's kwam in het weekblad voor in verband met een oproep voor dubbelgangsters. Met stijgende emotie las Willy het artikel bij de plaatjes. Allerlei gedachten flitsten door zijn brein. Sanneke overkomen. Samen

[pagina 197]
[p. 197]

werken, geld verdienen. Gauw naar Europa terug, daar zijn leven wijden aan dingen van waarde, zich uitleven in hoogeren zin, naam maken op een andere manier.

Met gelaten, ironische verbazing begluurde de aviateur zijn kameraad, hopend zijn krant nog eens terug te ontvangen. Toen Willy merkte hoe Pacqlart hem bekeek, schoot hij in een bedremmelden lach, haalde een foto van Sanneke uit z'n portefeuille en liet den ander de frappante gelijkenis mee constateeren.

- Een tweelingzuster, meende de vliegenier. Het moest al heel raar loopen, wanneer een ander nog meer op Arde Conny leek.

- Geloof je, dat ze kans maakt, wanneer ik de foto inzend?

- Geen twijfel aan. Maar wat wil je, kerel? Pacqlart, niet zonder ervaring omtrent menschelijk filmmateriaal, was ernstig geworden, voelde zich gedwongen zijn vriend te waarschuwen. Een ideale dubbelgangster, maar je weet, waarom ze die vragen. Om de gevaarlijke karweitjes op te knappen, waar ze de groote, beroemde sterren niet aan riskeeren. En dan, meen je dat het voor je geluk is, wanneer je meisje in dat wereldje wat beteekent?

[pagina 198]
[p. 198]

Met een beklemd gevoel stak Willy het portret weer weg en vertelde dien middag niet veel meer. Maar sterker en sterker rees in hem het verlangen naar zijn liefke. Het was of hij zichzelf hier dreigde te verliezen, of het goede van de oude wereld in hem teloor ging, zonder dat hij het waardeerbare van de nieuwe won. Hij smachtte nu naar zijn meiske als naar het betere in zijn eigen wezen, als naar den geest van zijn land en volk. Met haar zou hij hier zijn eigen wereld weer beleven.

Hij dacht met ontroering aan haar zingend Vlaamsch, aan het lieve, wat gebroken Duitsch dat ze babbelde. Haar lachje klonk hem in de ooren, hij zag haar gebaartjes, haar fijn figuurtje, haar gang, haar armen, het lieve, blozende snoetje en de goudblonde haren, uitzwierend en uitkrullend onder hoedje of baret...

's Avonds kocht hij stiekum een krant en zond de foto in aan het secretariaat van de daarin vermelde onderneming.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken