Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

Scans (14.36 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.M. de Vroomen



Genre

proza
poëzie

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1976)–Pierre Kemp–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1068]
[p. 1068]

Explicatief accompagnement van mijn ‘Droom in het Jekerdal’

Als dat over mij komt, is mijn eerste werk een blauwe bril op te zetten, naar de piano te gaan en er dan blauwe en zwarte toetsen te zien. Dat hoort zo bij het preluderen van een nocture van een mijner piano-favorieten. Nocturnes moeten nu eenmaal zwart en blauw zijn, als in de natuur. Maar al spoedig verlies ik mij in een eigen improvisatie. Adieu Chopin of Fauré, daar is plots een blauwe deur gekomen en daar moet ik naar toe. Zij blijkt het omslag van een boek te zijn. Dat omslag heeft toch de kwaliteiten van een deur, zij het met een averechts naamplaatje, want op de binnenkant van die deur staat, groen fosforiserend: droom. Zo heten ze daar.

Ik ben dus in de goede sfeer en er niet onwelkom. Van links naar rechts liggen de verblijven van de bloemen, de bomen, het speelgoed, de kinderen, de vrouwen, de dalen; van de suizelende nachtwinden, de litteraire vrienden, de Zon, de Maan en de sterren.

Waarom ik naar de zaal van de Dalen (het Maasdal, het Geuldal en het Jekerdal) ga, is mij niet dadelijk helder en waarom ik daar de uitgang neem naar het Jekerdal, blijft mij ook even vaag. Alleen, dat jongetje, Folkertje, woont ergens tussen de Maas en de Jeker, maar de luie Maas heeft zulk een brede toegang en ik ben vannacht bijzonder gesteld op het intieme. Ook al zouden de canadassen langs beide wateren even zangerig en heel-de-nacht-doorlijk ruisen.

Het contact van de Zwarte rijmen-meneer, alias De-Man of De-Vriend-in-het-Zwart, alias de Zingende-Zwarte-Mijnheer, met het Jekerdal is al heel oud. Hij heeft er nog met zijn broer en met Henri Jonas geschilderd en getekend. Bovendien eindigt het Jekerdal naast het Walletje tussen de Maas en het Kanaal, waar die oude accacias hun takken, blaadjes en geuren boven de Jeker spreiden en nog zulke aangename herinneringen rondwaren, vanaf Robinia tot..., neen, dit mag ik niet schrijven. Maar die nog intens animeren liever het Jekerdal te kiezen.

Zonder de Mijn Laura in Eygelshoven zou ik nooit de Man-in-het-Zwart zijn geworden. Op een mijnzetel moet je liever geen lichtgrijze costuums dragen. Het kolenstof zet zich op de broek boven de ronding van de kuiten en elders en dan doe je beter, maar ineens als ‘lievelingskleur’ voor alle verdere costuums in je leven zwart te kiezen; daar merk je het kolenstof niet zo op en het sympathiseert

[pagina 1069]
[p. 1069]

meer met de kolen. Dat heb ik ook gedaan. Er zwarte hoeden bij gedragen en zwarte dassen en dito schoenen.

Het lijkt absoluut onpoëtisch, maar toch sprak het zowel de Muzen, als mijn litteraire bekenden aan. Zelfs in de forensentrein voor Cythère kon ik zo de ernstige noot in het fleurige gezelschap zijn en groepeerde ik met de turkooize Turkoois reeds dezelfde kleurencombinatie, die de witte toetsen van mijn piano met de zwarte toetsen vormen, wanneer ik die bril met blauwe glazen opzet, zo begin met een nocturne van Chopin en mij verlies in een eigen improvisatie.

Kent gij Folkertje? Het laatst heb ik hem gezien met Carnaval, als verkeersbrigadiertje onder medisch geleide van zijn Papa en niet in het Jekerdal, maar in mijn werkkamer. Dat Folkertje is overigens al mans genoeg om uit puur technische beweegredenen, de auto betreffend, met een haasje op stap te gaan, vooral onder de wijdte van de maan en de sterren en omdat men in die sfeer ook met een haasje kan vertellen. Dat schijnen de haasjes overdag niet te kunnen, maar wie vertelt met een haasje, is er ook gauw het vriendje van en omgekeerd.

De nacht is natuurlijk nooit alleen en waar een dichter in de trant van ondergetekende er heen gaat, mag het er toch liefst stil zijn. In zulk een nacht, met zulk een maneschijn en zulke sterren moet er wel een bruggetje zijn over de Jeker om nóg beter Gezelliaans-beleefd te kunnen luisteren hoe het water ruist. Onbeleefd luisteren naar het water en de grasjes langs de oever kan niet bestaan, dan doen zich het water en de grasjes eenvoudig niet open en valt er niet te informeren naar slaap in de wuivende pluimen. Alles is dan eenvoudig kapot en er zijn geen boodschappen voor mij en voor niemand.

En toch komt het op die boodschappen zo aan. Gesprekken met halmen zijn soms veel nuttiger en verhelderender dan die van Goethe met Eckermann. En veel moderner. Zij weten zeer veel van veilig verkeer, vooral als ze vlak aan de kant van de weg staan. Ook overigens trouwens; zij zijn immers de confiden van de glimwormen, die ook al machtig veel weten van wat zich afspeelt boven en beneden de modieuze groenlichtende hoedjes van hun hersentjes. Voor die halmen is het iets onbehagelijks geen haasje meer in de maan te zien en het wordt hun een grote troost, het beestje daar te zien aankomen in gezelschap van Folkertje. Hun wereldje is weer rond.

De bijen hebben voornamen, vast en zeker. Of die nu allemaal, als bij de vrouwen, eindigen op een a, durf ik niet te beweren. Van

[pagina 1070]
[p. 1070]

die dingen weet ik niet meer dan de pantoffeltjes aan de voetjes van Folkertje. Maar op diens kleutergezag durf ik toch volhouden, dat het zo is en blijven zal voor de gelukkige mensenkinderen, die zich dit kunnen blijven realiseren. Ook slapende bloemen hebben voornamen, vooral in de maannachten. Ik vind het zo fijn van mijn kleine vriend, het niet beter te willen weten dan het haasje, dat al de ervaringen van Tante Maan in zich heeft opgenomen en zo een trouwe verbreider blijkt van de leer van het ‘doucement, doucement, doucement pour cette nuit en pour toujours’.

Het is niet goed, dat het dichtende in de nacht alleen blijft, laat er gerust wat beestjes komen om de nacht bewegelijker en minder statig te maken. Huppelende, stuivende beestjes, gevoel hebbend voor poëzie en humor en voor dat iets, dat wachtend is om te ontmoeten en actief met hen te zijn. Die beestjes zijn gekomen en met hen de zin zich in gezelschap te verzamelen, hier onder leiding van Zijne pientere Groot-lobbesheid Teddy de Beer. Wat zullen wij samen spelen en vertonen? Wij kunnen reidansen in de maneschijn of glimwormen, die verstoppertje spelen, uithalen of... maar hoofdzaak is, gezellig samen te zijn en samen te ademen in de sfeer van het Chopinblauwe licht binnen de nacht. Nu laten zien, hoe wij een mooie stoet kunnen vormen, die de vergelijking met die van de menselijke carnavalisten aan kan. Wij hebben die blinkende instrumenten en trommen niet nodig om te musiceren. Dat kunnen wij uit onszelf, alles met o's voor de trommen, e's voor de trompetten, i's voor de triangels, u's voor de fluiten en a's voor de namaak-voix humaines. Wij beginnen met ‘la Danse de l'Ours en peluche’ van Louis Aubert uit diens ‘Feuille d'Images’. Daarna wijst Folkertje ons wel de weg. Haasje weet die trouwens ook. En komt de politie, wij houden even in.

Kent gij de Perzische miniatuur: Eerste ontmoeting tussen de Iraanse Prins Hoemay en Prinses Hoemayan, dochter van de Keizer van China? In de droom verschijnt de Chinese Prinses Hoemayan aan Prins Hoemay. Met zijn rust is het gedaan. Hij wordt op slag verliefd en kan het niet meer uithouden. Hij verlaat zijn dierbaar Perzië en trekt naar het Verre Oosten om de onbekende geliefde op te sporen. Eindelijk ontmoet hij haar in een der tuinen van haar Papa. Welnu, op zulke bloemen als in die Tuin der Tuinen van die Vader-Keizer gelijken de Perzische bloemen in die tuin van Folkertjes Moeder en Vader, vooral nu ze in het licht van de volle maan staan te wiegen en te knikkebollen. Niet als gevolg van het innemen

[pagina 1071]
[p. 1071]

van lenterules, neen, zuiver zo maar van pure gezondheid, waarop door de bloemenverpleegster bijzonderlijk is gelet.

Als je weer thuis komt, of bijna, en weer graag binnen wilt zijn en je hebt de sleutel niet, zul je moeten bellen. En het ene beestje belt anders dan het andere. Als je de Berendans in je poten hebt, doe je dat natuurlijk plompjes en forser, dan als je maar pootjes hebt om een menuet op de belknop te kittelen. Maar kom je laat thuis, ook al is het bij volle maan, zul je het toch niet zonder verontschuldigingen kunnen stellen. De Zwarte Mijnheer kan de zomernacht best mooier hebben gevonden dan het bed en daarin een aanloopje hebben gezien een klein letterfeest te organiseren, nadat Folkertje werd verloren en teruggevonden, maar hoe moet hij zich als dichter verontschuldigen, nu hem blijkt, dat hij dit alles maar heeft gedroomd?

Zal hij maar liever zijn blauwe bril weer eens opzetten, naar de piano gaan, een nocturne van Chopin beginnen en zich weer verliezen in een eigen improvisatie?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken