Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Landmeten (onder pseudoniem Winston Leeflang) (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Landmeten (onder pseudoniem Winston Leeflang)
Afbeelding van Landmeten (onder pseudoniem Winston Leeflang)Toon afbeelding van titelpagina van Landmeten (onder pseudoniem Winston Leeflang)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

Scans (22.64 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Landmeten (onder pseudoniem Winston Leeflang)

(1992)–Michiel van Kempen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Proloog

‘Ik sta tot aan mijn knieën in het water. Op een of andere manier is het padiveld hier niet egaal. Ik zou wel iets verderop willen gaan staan, maar dat kan niet, want de man in de verte maakt een teken dat ik de roodwitte lat in deze positie moet vasthouden. Op enige afstand zitten prachtige vogels. Ik heb er geen flauw idee van hoe ze heten. De wind, nog zilt van de modderzee, valt op het landschap, de padiaren. Alles beweegt, daarin alleen, roerloos, die vogels en mijn landmeetstok. Roerloos en onvermurwbaar.

Over de lage dijk, nauwelijks drie meter van mij vandaan, nadert een man. Hij groet me. Ik groet terug. Hij die in deze rust kan wonen, is benijdenswaardig. Ik zeg het hem ook. Hij knikt.

“Ik zou voor geen geld in de stad willen wonen, mijnheer,” zegt hij.

“Dat kan ik me indenken,” antwoord ik.

“Alles is zo duur geworden,” zegt hij, “maar ik merk er hier niets van.”

“Komt u nooit in de stad?” vraag ik.

“Zelden,” zegt hij. “Wat moet ik er zoeken? Alles wat ik nodig heb, heb ik hier. Ik hoor dat het onrustig is in de stad. Mijnheer, ik heb niks te maken. En toch: ik houd van dit land. Zou de koningin nu niet kunnen ingrijpen?” Ik zeg hem dat we allang geen koningin meer hebben. Hij beweegt

[pagina 8]
[p. 8]

zorgelijk zijn hoofd en kijkt naar de vogels.

De man in de verte maakt een beweging met zijn arm. Ik doe een paar stappen in oostelijke richting, naar de dijk toe en de lage struiken die hem flankeren. Ik plant de stok weer in de grond, kijk naar de man in de verte, verzet de stok een tiental centimeters. Als ik om me heen kijk, zie ik iets liggen, vlak tegen de struiken aan. Het is bruin en opgezwollen. Aan de voorzijde iets drassigs dat op zwart haar lijkt. De man op de dijk is een paar stappen met me meegelopen. We kijken elkaar in de ogen.

“Het is rustig hier,” zeg ik, “zo rustig...”

“Ja,” zegt hij, “waar vind je dat nog.”

Die man en ik, wij zijn gelijkgestemd. Wij vormen een samenzwering, maar begrijpt u me goed: geen samenzwering tegen de staat. Die vogels en die meetlat, doodstil in het landschap. En die man en ik. Ik hoef u niets meer te vertellen. U begrijpt me wel, sergeant, en u mag het ook zo opschrijven. Er is niets aan de hand.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken