Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts (1666)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts
Afbeelding van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde GodtsToon afbeelding van titelpagina van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts

(1666)–Zuster vanden Kerchove–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vande groote blydschap des gheest, die de herderkens ghevoelden, in, en ontrent he[t] stalleken.

Stemme: Face le ciel ce qu'il voudra.

 
WIe kan de vreucht van dit paleys,
 
Vyt-spreken met teugh, of ghepeys:
 
Wat al soet hemelsch, bly vreuchden,
 
Ons hert, ziel, ende gheest verheuchden,
[pagina 74*]
[p. 74*]
 
En kan niet zijn gheproeft,
 
Dan van die't Kindt daer toeft.
 
M'aenschaut daer oock de claere Maen,
 
Die m'in den duyster nacht siet staen:
 
Sy doet den nevel daer verdwijnen,
 
Comt als een Son' het huys beschijnen;
 
Noyt schoonder nacht men sagh,
 
Den nacht keert inden dagh.
 
De straelen die't kindt van hem gheeft,
 
En't Heyr dat 't huys beschenen heeft:
 
De Cherubinen 't huys verlichten,
 
De Seraphinen door hun schichten,
 
Ontrent dit Paradijs,
 
Verdwijnt de sneeuw, en d' ijs.
 
Den noortschen windt maeckt gheen getier,
 
Aen't stal'ken soo vol hemels vier:
 
Den zuyden doet 't ghehuyl still' swijghen,
 
Op dat 't Kindt ruste sau verkrijghen;
 
't Ghesucht neemt daer de vlucht,
 
Men hoort niet dan ghenucht.
 
Comt nu al die belaeden zijn,
 
In't stal'ken vindt ghy medecijn,
 
Om uwe ziele te ghenesen;
 
Ghy zult daer haest ghesuyvert wesen
 
Van u voorleden quaet,
 
Als ghy daer rauwigh gaet.
 
Lof zy Godt van hemel en eert,
 
Lof, die des menschens ziel begheert:
 
Lof, die den mensch versoet sijn lijden,
 
Lof, die de wereldt comt verblijden;
 
Lof, lof, noch duysent keer,
 
Lof Godt, lof Kindt, lof Heer.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken