Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 2 (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

reisverhalen
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 2

(1869)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XII.

‘Er zijn menschen die nimmer aan liefde zouden denken, indien men er hun nooit van gesproken hadde.’

‘Mijnheer,’ zegde Daniël, ‘die gedachte is niet van u; gij hebt ze aan eenen welbekenden schrijver ontleend.’

De medespreker glimlachte, nam een snuifje en antwoordde:

‘Gij hebt gelijk; doch daarom juist hecht ik er meer waarde aan: het is door een' groot' man gezegd geworden.’

‘Welnu, ik ben geen groot man; doch ik zou u wel durven zeggen, dat de vent, wien gij die spreuk schuldig zijt, weinig ziel moest bezitten.’

‘Integendeel, Mijnheer.’

‘En dat hij zelf mogelijk de eenige uitzondering was, waarop hij dien regel heeft willen bouwen.’

‘Mijnheer, laten wij elkander goed verstaan. Wat is de liefde?’

‘Welnu, ja: wat is de liefde?’

[pagina 45]
[p. 45]

‘Welnu, ja, antwoord eens?’

‘De liefde?’

‘Ja, ja, de liefde.’

‘De liefde is, volgens mij,’ zegde Daniël, ‘dit innig gevoel, waardoor twee zielen als betooverd worden en gedwongen zijn zich te vereenigen.’

‘Ik zou wel hetzelfde van de vriendschap kunnen zeggen.’

‘Zoo?’ vroeg Daniël.

‘Ook vind ik weinig verschil tusschen vriendschap en liefde.’

‘Dit eischt verklaring.’

‘Die verklaring is niet moeielijk. Het eenig verschil bestaat hierin, dat de liefde, te meer dan de vriendschap, in zich nog den lichamelijken lust besluit.’

‘Dus eene liefde, waaraan die lust vreemd zou zijn, is geene liefde?’

‘Ik noem het dan slechts vriendschap.’

‘Ik dacht, dat de liefde veel heiliger was dan de vriendschap.’

‘En gij bedriegt u. De vriendschap is edeler en schooner. Zoodra de liefde boven de vriendschap gaat, wordt zij belachelijk. Verbeeld u eens twee gelieven in een gezelschap. Zij denken zich alleen; hunne blikken vestigen zich onophoudelijk in elkaar; de minste aanraking ontstelt hen; een lichte handdruk doet hun het hart beven; zij luisteren naar niets, zij hooren niets dan de stem huns geliefden. Stuurt iemand hun het woord toe, zij vergeten te antwoorden of zeggen eene plompheid. Wat duidt die staat aan? Niets anders dan eene drift, welke nog niet verzadigd is, en die de gelegenheid daartoe afwacht en naspoort. Is dat een heilig en zuiver gevoel? - Dan, verbeeld u nog die twee gelieven, na soms een jaar lang op elkander te hebben zitten zien, verbeeld ze u eens, zeg ik, op den stond hunner liefdeverklaring, op het oogenblik, dat de eerste akt der komedie eindigt: - Mijne liefste, zegt de minnaar. - Mijn lieve, zegt de minnares. - Mijn afgod! zucht de minnaar. - Mijn leven! zucht het meisje. - O gij zijt een engel! roept eindelijk de jongeling uit, en indien het meisje dan waarlijk in eenen engel veranderde, is het zeker, dat de jongeling weldra zijne liefde zou vergeten; want, geloof mij, hij ziet en bemint slechts het stoffelijke, hij verlangt slechts het lichaam; en de kus, dien hij in zulke gevallen tot zegel der liefde vraagt, is er een klein, doch klaar bewijs van. De staat van twee gelieven is een staat van

[pagina 46]
[p. 46]

oorlog. De jongeling valt gewoonlijk aan en het meisje verdedigt zich; de aanval wordt allengs sterker, de verdediging krachteloozer, en de aanvaller eindigt altijd met te overwinnen. Is dit alles iets anders dan dierlijkheid en eigenliefde? Waar is het edele, het heilige van dit gevoel?’

‘Dit alles dan,’ zegde Daniël, ‘komt hierop neer, dat de liefde een laakbaar gevoel is.’

‘De liefde is geen gevoel: het is eene drift.’

‘En de vriendschap?’

‘De ware vriendschap is een gevoél.’

‘Ik versta u nog niet wel.’

‘Welnu, ik zal mij in minder woorden verklaren, en wij zullen beter overeenkomen.’

‘Ik luister’

‘Hetgeen gij door zuivere liefde verstaat, noem ik vriendschap; en die vriendschap kan ook tusschen personen van verschillende kunne bestaan: zij komt alleen uit de ziel voort. Door hetgeen ik liefde noem, versta ik eene drift, eene noodige lichaamsdrift, niets meer.’

‘Kunnen die beide dingen ook vereend zijn?’ vroeg Daniël.

‘Ongetwijfeld; en dan slechts is de liefde eeuwig en onsterfelijk; doch die onsterfelijkheid komt niet uit de drift der liefde, maar wel uit het gevoel van vriendschap voort; uit die onweerstaanbare zielsovereenstemming, welke den eenen mensch tot den anderen trekt.’

‘Op die wijze zullen wij het eens worden,’ zegde de jongeling. - Het is zoo, dat ik Maria bemin, dacht hij in zichzelven.

Die samenspraak had plaats tusschen Daniël en den ouden heer, welken wij reeds in den snelwagen gezien hebben en dien de jongeling in het koffiehuis ontmoet had. De oude had zich, zonder vele plichtplegingen, bij hem gevoegd en had het zoover gebracht, dat de jongeling met hem het vreemd en vertrouwelijk gesprek gehouden had, welk wij hier hebben overgeschreven. De kleeding des ouden, schoon niet naar den nieuwen smaak vervaardigd, had eene merkelijke verandering ondergaan. Hij was veel zindelijker uitgedoscht, en de jongeling had kunnen ondervinden, dat het hem aan geene opvoeding mangelde, ofschoon hij in zijn spreken immer zonder omwegen te werk ging. Daniël was verheugd nadere kennis met hem gemaakt te hebben en durfde dit openhartig belijden. De oude drukte den jongeling hierop de hand, en zijn wezen kreeg op dien stond eene zachte uitdrukking,

[pagina 47]
[p. 47]

welke Daniël er nog niet op bespeurd had en die van een gevoelig gemoed getuigde:

‘Er is eene neiging tusschen onze zielen,’ zegde de oude, ‘ik heb dit reeds lang bemerkt, en.....’ doch meer zegde hij niet. Hij trok zijne doos uit den zak en nam een hartelijk snuifje. Weinige stonden later verliet hij het koffiehuis, den jongeling verzekerende, dat zij elkaar nog weder zouden gezien hebben. Daniël klemde, op zijne beurt, de hand des ouden en eene gulle blijdschap straalde op zijn wezen uit. Die blijdschap was thans bij den jongeling niet meer buitengewoon; want sedert den dag, dat hij de verzekering bekomen had van de beantwoording zijner liefde, was hem zijne blijgeestigheid van eertijds bijna gansch teruggekomen. Nieuwe moed was in zijne ziel gedaald en niets scheen hem voortaan moeilijk. Zijne moeder zag die verandering, zonder er de oorzaak van te willen naspeuren, en was gelukkig. De heer Marten had nu nog eenige lessen aan zijnen jongen vriend bezorgd, en deze laatste voorzag met genoegen en fierheid, dat hij ook weleens bekwaam zou worden om zijn bestaan te winnen. Dit alles vloog den jongeling op dit oogenblik door den geest en verheugde hem. Hij bleef nog eenigen tijd in het koffiehuis zitten. ‘Verwonderlijke oude,’ dacht hij, ‘welke vreemde gedachten hij daar over de liefde heeft blootgelegd. Er is toch iets waar in. Gaan wij Marten vinden, verhalen wij hem onze liefde en onderzoeken wij hoedanig zijne gevoelens deswegen zijn. Ik heb hem nog nooit over liefde hooren spreken.’ - En Daniël stapte insgelijks het koffiehuis uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken