Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 13 (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 13
Afbeelding van Volledige werken. Deel 13Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

ballade(n)
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 13

(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De vischer.

 
De zon is warm, de lucht is zoel,
 
De zee is kalm en glad.
 
De visscherschuiten dobbren voort
 
Op 't zwalpend pekelnat.
 
 
 
Reeds voor de zon in 't oosten blonk,
 
Was Jacob aan de reê,
 
En zong een vrolijk deuntjen op
 
En vaarde diep in zee.
 
 
 
Zijn gade bleef de strooien hut
 
Bewaren; doch haar oog
 
Bleef lang ten horizont gewend,
 
Waar Jacob henen toog,
 
 
 
En nu, nu ging zij, op haar beurt,
 
Aan 't werk met blijden zin.
 
Zij neuriede, op een stillen toon,
 
Van zachte, reine min,
 
 
 
En streelde intusschen 't lieve kroost
 
Dat, spelend om haar kniên,
 
Steeds vroeg wanneer de vader kwam
 
Met rijke vangst voorzien;
 
 
 
Of troetelde den zuigeling,
 
Die aan haar blanke borst
 
Heur toelachte, aan de reine bron
 
Verzadigde zijn dorst;
[pagina 137]
[p. 137]
 
Of wel zij sprak haar zoontje toe,
 
Wiens jonge boezem joeg,
 
Terwijl hij staarde op d'oceaan,
 
En ongeduldig vroeg:
 
 
 
Wanneer hij toch met vader zou
 
Ter vischvangst mogen gaan,
 
En weêr zou keeren naar het strand
 
Met rijken buit belaân?
 
 
 
Een traan ontsprong het moeder oog,
 
Zij zoende 't moedig wicht,
 
Terwijl een zacht, maar fier gevoel
 
Ontglom op 't blij gezicht.
 
 
 
De dag kromp in. - De zonneglans
 
Verdween. - Een scherpe wind
 
Vloog ijlings over d'oceaan,
 
De donder raasde ontzind
 
 
 
En rolde door de vlakte heen
 
De bliksem vloog in 't rond,
 
De boomen kraakten, rond de hut,
 
Geheven uit den grond.
 
 
 
En Jacob is nog niet terug,
 
Zijn gade ijlt naar de reê
 
En staat daar weenend, turend op
 
De fel geschokte zee.
 
 
 
Daar wacht zij uren, uren lang,
 
Verkropt haar diepe smart,
 
En hoop en vrees en angst en schrik
 
Beklemmen haar het hart.
 
 
 
Een aantal schuiten naken 't strand;
 
Doch waar is Jacobs schuit?
 
Waar blijft haar lieve Jacob? God!
 
Is hij de zee ten buit?
 
 
 
Doch neen. - Zij ziet hem! In de boot
 
Haars buursmans ligt hij neêr;
 
Daar ligt hij koud en paarsch en stijf:
 
Zij heeft geen gade meer!.....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken