Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 13 (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 13
Afbeelding van Volledige werken. Deel 13Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

ballade(n)
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 13

(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De zeeman

 
Weêr riepen wij het Scheldestrand
 
Het laatste vaarwel toe;
 
Wij drukten vriend en maag de hand
 
En, 't steedsche leven moê,
 
Gaan wij op d'ouden Oceaan
 
Herzoeken onze baan.
 
 
 
Wij hebben 't liefie van den hals
 
Geschud; een warmen zoen
 
Gedrukt op hare wang zoo malsch;
 
Doch 't harte bleef ons koen.
 
Wij, mannen van den Oceaan,
 
Wij kennen klacht noch traan!
 
 
 
Wij minnen de onafzienbare zee
 
Als onz' geboortegrond.
 
Daar klinkt en dreunt ons blij hoezee
 
Zoo ongestoord in 't rond.
 
En lacht of grimt ook d'Oceaan,
 
Wij blijven voorwaats gaan.
[pagina 150]
[p. 150]
 
De wind mag huilen wat hij wil.
 
De bliksem schiete neêr;
 
Wij lachen met geweld en gril
 
Van storm en aaklig weêr.
 
Ons stampend vaartuig kent zijn baan
 
Op d'ouden, grijzen Oceaan.
 
 
 
En klimt bij poozen soms de nood,
 
Zijn wij 't verderf nabij,
 
Hangt reeds de ranke reddingsboot
 
Bij 't vege schip aan lij;
 
Dan vragen wij om redding aan
 
Den Meester van den Oceaan.
 
 
 
En hij, die aan 't heelal gebiedt,
 
Verhoort des bootmans beê.
 
En als 't gevaar onz' bodem vliedt,
 
Dan dreunt weêr 't blij hoezee!
 
Dan vordren wij weer onze baan
 
Op den bedaarden Oceaan.
 
 
 
Wij landen waar 't den reeder lust;
 
Bij Indie's rijke strand
 
Of wel op de Afrikaansche kust,
 
Australie's gouden land,
 
En keeren, met onz' buit belaân,
 
Terug langs d'ouden Oceaan.
 
 
 
Wij zwalpen, met het oog gericht
 
Op 't lieve vaderoord,
 
En spoedig daagt weêr voor 't gezicht
 
Der Schelde groene boord:
 
‘Tot weêrziens! klinkt het, Oceaan!’
 
Wij landen vroolijk aan!
 
 
 
Daar op den wal staan maag en vrind
 
En steken de armen uit;
 
Daar wacht ons 't blonde, lieve kind,
 
Thans vrijster, morgen bruid:
 
Haar oog is nat als de Oceaan;
 
Maar van een vreugdetraan!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken