Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 13 (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 13
Afbeelding van Volledige werken. Deel 13Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

ballade(n)
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 13

(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De ongelukkige.

 
Ik heb mijn moeder nooit gekend;
 
Zij stierf, de brave vrouw,
 
Wanneer zij mij het leven schonk.
 
Mijn vader, in den rouw
 
Gedompeld, zag bij mijn geboort
 
Mij, treurig weenend, aan;
 
Het harte smolt hem in verdriet
 
En de oogen in getraan.
 
 
 
Twee jaren later stierf hij ook;
 
Zijn moed en kracht was heen.
 
Geen vriend, of maagschap trok mij aan
 
Ik bleef op aarde alleen.
 
Men nam mij in het weeshuis op;
 
Ik at er 't zure brood;
 
Mijn hart en geest bleef onbeschaafd,
 
Mijn lichaam slechts werd groot.
 
 
 
Ik trad de wijde wereld in
 
En doolde er vreemd in rond,
 
Ik vond er geene vriendenhand,
 
Geen hart dat mij verstond.
 
Ik slaafde zoo als 't lastdier slaaft,
 
Het werk verdroot mij niet;
 
Maar eenzaam op de wereld zijn,
 
Dat baarde mij verdriet.
 
 
 
De bloedwet sprak; ik werd soldaat -
 
Een andre slavernij -
 
't Kazerneleven walgde mij,
 
En 'k werd er zieklijk bij.
 
'k Werd blind, als velen mijner maats;
 
De wanhoop beet me in 't hart:
 
'k Was levend dood, de toekomst bood
 
Mij enkel ramp en smart!
 
 
 
Nu strompelde ik in 't duister rond;
 
Geen schepsel trok mij aan;
 
Nu was ik gansch, o gansch alleen,
 
Als met Gods vloek belaân:
 
Neen, God vergat mij toch niet gansch,
 
Hij had me een vrouw bewaard,
 
Een engel uit zijn woon gedaald,
 
Voor mijnen troost op aard.
[pagina 175]
[p. 175]
 
Die joeg de wanhoop uit mijn ziel,
 
Verzoende mij met God
 
En met de menschen, en ik werd
 
Gelaten in mijn lot.
 
Zij leidt mijn stappen, ze is mijn steun,
 
Al waar zij hulp kan biên.
 
Dan... 't eenig wezen dat mij mint,
 
Kan ik op aard niet zien!
 
 
 
O, zijn er rampen als de mijn'?
 
Heeft iemand meer verdriet
 
In d'engen boezem ooit gevoeld!..
 
Mijn God, ik mor toch niet!
 
Want, zie! de vrouw die gij mij schonkt
 
Voor al mijn smart en loon,
 
Blijft mij tot troost en 'k zie haar eens
 
Na 't leven in uw woon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken