Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Okke Tannema (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Okke Tannema
Afbeelding van Okke TannemaToon afbeelding van titelpagina van Okke Tannema

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (26.15 MB)

ebook (3.43 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.C. Braakensiek



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman
schelmenverhaal


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Okke Tannema

(1907)–C.J. Kieviet–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 219]
[p. 219]

Besluit.

De dokter had goed gezien. Dolf was inwendig niet zoo erg gewond, als men aanvankelijk gevreesd had, en door het aanbrengen van ijs was verdere ontsteking voorkomen. Gedurende enkele dagen had hij vrij harde koortsen, die echter langzamerhand in hevigheid verminderden. De dokter durfde toen voorspellen, dat Dolf spoedig geheel hersteld zou zijn en volkomen genezen. Dat bleek ook het geval te zijn. Na veertien dagen mocht Dolf voor het eerst weer buiten komen, waarvan hij gebruik maakte om al zijne vrienden een bezoek te brengen. Overal werd zijne komst met gejuich begroet; zij hielden allen veel van hem. Natuurlijk bezocht hij ook Okke, en diens blijdschap kende bijna geen grenzen. Hij had de vlag wel willen uitsteken.

Maar het meest van allen verheugde zich Bram de Wit over den goeden afloop van het ongeval. Diep verslagen was hij op dien noodlottigen Zondag te Duinwijk aangekomen, en hij beleefde zeer droevige dagen. Alle kleur was van zijn gelaat geweken en zijne oogen

[pagina 220]
[p. 220]

tintelden niet meer van levenslust. Het was hem onmogelijk om te eten, zoodat zijne ouders, die diep met hun zoon begaan waren, hem er bijna toe moesten dwingen. En de slaap vlood van zijn leger. Onophoudelijk zag hij het bleeke gelaat van Dolf voor zich, zooals hij hem het laatst gezien had, toen hij bewusteloos op het voetbalveld lag uitgestrekt. Bram was bijna aan de wanhoop ten prooi, en hij had wel elk uur bericht willen ontvangen omtrent Dolfs toestand. Soms stond hij op het punt om Dolf te gaan bezoeken, maar telkens ontzonk hem daartoe de moed. Bij elke post ontving hij bericht van zijn oom Hofstein, en eerst toen de tijdingen gunstiger werden, begon hij iets kalmer te worden. Hij had een grooten brief aan zijn oom en tante geschreven, om lucht te geven aan zijn overkropt gemoed en om vergeving te vragen, en dien brief hadden zij niet zonder tranen kunnen lezen. Wat hadden zij met Bram te doen, en hoe hoopten zij ook om zijnentwille, dat Dolf herstellen mocht.

Wie beschrijft Brams vreugde, toen Dolf op een goeden dag onverwachts voor hem stond. Hij werd er bleek van en zijne handen beefden, en hij wist geen woorden te vinden, om iets tegen hem te zeggen. Maar Dolf drukte hem hartelijk de hand, en zeide eenvoudig:

‘Daar ben ik weer, Bram, frisch en gezond...’

Toen barstte Bram in tranen uit, en hij vroeg Dolf om vergiffenis.

‘'t Komt enkel van mijn eerzucht,’ zeide hij met

[pagina 221]
[p. 221]

een zucht. ‘Maar ik heb eene les gehad, die ik mijn leven lang niet vergeten zal.’

Enkele weken later betrok de familie Tannema hare nieuwe woning op het Mastbosch. Daar was een mooi ruim huis gebouwd, met flinke kamers en groote ramen, een huis vol licht en lucht. Wat had Marie het druk gehad, om alles voor hare nieuwe woning in gereedheid te brengen. Gelukkig, dat mevrouw Hofstein haar met raad en daad ter zijde had gestaan en van haar overvloed gegeven had, wat zij missen kon. En dat was niet weinig. Mijnheer Hofstein had Tannema een voorschot gegeven om nieuwe meubelen aan te schaffen, want het rommeltje uit de Donkereteeg was de kosten van het verhuizen niet waard. Elke week moest hij een klein deel van zijn loon afstaan om de schuld af te doen, en dat kon best, want zijn salaris was aanmerkelijk verhoogd. Okke scheen het toe, of hij in een paleis woonde, toen zij het nieuwe huis betrokken hadden, en hij ontdekte er telkens nog nieuwe schoonheden in.

Tannema en Marie gingen een nieuw leven tegemoet, en zij voelden zich weer zoo gelukkig, als toen zij pas getrouwd waren. En in het diepste geheim hielpen zij het huisgezin van Ploeger, dat aan de armoede ten prooi was, zooveel zij vermochten. Ploeger boette zijn slecht gedrag in de gevangenis, waarin hij twee maanden moest doorbrengen. Zijn berouw was door de rechters in aanmerking genomen, en daarom hadden zij hem niet

[pagina 222]
[p. 222]

zwaarder gestraft. Toen hij, nadat zijn straftijd om was, weer in vrijheid werd gesteld, verhuisde hij naar Amsterdam. Het gelukte hem daar opnieuw werk te vinden.

Okke werd op kosten van den Heer Hofstein naar de school voor uitgebreid lager onderwijs overgeplaatst, en liep daarna de Hoogere burgerschool af. Thans is hij een van de meest vertrouwde bedienden van het kantoor, en hij gaat een schoone toekomst tegen. Dolf en hij zijn nog altoos beste vrienden.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken