Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In den vreemde (1840)

Informatie terzijde

Titelpagina van In den vreemde
Afbeelding van In den vreemdeToon afbeelding van titelpagina van In den vreemde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In den vreemde

(1840)–Johannes Kneppelhout–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina XVII]
[p. XVII]

Aan den lezer.

Si nous avions voulu utiliser pour nos concitoyens le séjour que nous avons fait pendant deux mois à Paris nous nous serions mis, après notre retour, à refaire, à refondre, à corriger, à délayer notre, journal, et quelque chemin que nous eussions pris, nous aurions toujours fini par aboutir à un Guide pour les ètrangers ou à une Description de Paris, Nous n'avons pas voulu faire cela. Pour cela nous sommes venu trop tard. Les hommes voyagent trop dans le siècle où nous vivons pour avoir encore tant besoin de livres de ce genre; bien dos gens ont vu Paris mieux, plus longtemps et plus complètement que nous, d'ailleurs nous avons Dulaure avec le Livre des cent-et-un, et les Guides ne nous manquent pas non plus.
J.K., fragments de correspondance; préface.
[pagina XIX]
[p. XIX]

Gedurende den laatsten winter boeide mij aan mijn studeervertrek een arbeid, dien elk gevoelig mensch zeker met mij op prijs stelt en niet tegen de uitlokkendste verleiding zou wenschen te ruilen. Ik leefde in de herinnering van een aangenaam en nuttig verleden, ik schreef mijne Reis door Zwitserland. De zomer van 1839, die voor ons, helaas! thans van alle zijden beneveld vaderland een saizoen van vocht en verdrietigheid moest wezen, was voor mij geheel zonnegloed en hemelsblaauw, voerde mij van de eene begoocheling naar de andere, bragt mij te midden van heerlijke vlakten, trotsche gebergten, bood mij verheffende tooneelen, grootsche indrukken, met de overvloedigste mildheid aan, en bestrooide mijne paden met bloemen van onverdeeld genot, waarvan de geur mij thans nog omzweeft.

Verwacht hier evenwel zoo min iets volmaakts als iets volledigs. Ik zou oneindig meer

[pagina XX]
[p. XX]

over Zwitserland hebben kunnen zeggen, vooral wat de steden betreft, en inzonderheid over de Rijnoevers, welke ik slechts vlugtig in drie kleine hoofdstukjes niet wel tot een te brengen, heb behandeld, doch onderscheidene schrijvers hebben dat reeds beter gedaan dan ik zou kunnen. Bovendien lag dit buiten mijn plan, en ik moet den lezer verzoeken zijne kennis van Genève, Bern, dat toch wel al ware 't dan maar één regeljte van dankbaarheid verdiend had, en van oneindig meer plaatsen en zaken, die maar ter loops aangestipt in dit boek voorkomen, uit andere meer volledige werken te completeren.

Het is onmogelijk den indruk weder te geven dien het eerste gezigt der hooge bergen maakt. Ik heb een omweg te baat genomen om het eenigzins aanschouwelijk te maken. Ik zeg het tiende gedeelte niet van wat ik gevoelde. Het is een dier oogenblikken dat de taal te kort schiet, dat woorden kleuren moesten worden en de pen een penceel. Zoo men de voorwerpen in al hunne schoonheid vermogt te schilderen, met de levendigheid zoo als zij zich vertoond hebben aan ons oog, en op eene hun waardige schaal, het

[pagina XXI]
[p. XXI]

gevoel vermogt uit te drukken dat ons toen bezielde!... Vergeefs!

Het stuk over Corsat, om bijzondere redenen in het fransch geschreven, zullen sommigen oordeelen een misstand te maken in het boek. Doch mij dacht beter het bij het geheel waar het toe behoorde te voegen, zoo als het was, dan achterwege te laten. Ik beveel het derhalve in de welwillendheid des beschaafden publieks en maak er mij al vast een feest van het te zien afgejaagd door knapen, gewoon op dat vreemde veld die délicieuse bokken te schieten, welke zij zoo gaar ne voor reevleesch zouden verkoopen. Je brûlais de voir Mlle Rachel, is volmaakt goed fransch. Begrepen?Zoo niet, slaat dan raymond, dictionnaire général de la langue française open op het woord brûler, of girault-dutivier, grammaire des grammaires, bladzijde 633. Na mijzelven uit uwen naam voor de gegevene moeite bedankt te hebben, heb ik de eer, Uw Wel-Ed. zeer Geleerden, mijn compliment te maken.

Ik heb zoo veel mogelijk naar waarheid gestreefd. Anders, niet waar? zou het ook eene heiligschennis zijn, een mensch in den

[pagina XXII]
[p. XXII]

verachtelijken staat, waarin die oude heer op de mer de glace verkeerde, tegenover de majesteit harer natuurtooneelen te stellen. Maar alles is letterlijk zoo gebeurd als ik het heb trachten te schilderen, en het kwam mij niet onbelangrijk voor de werking te ontwikkelen dier natuur op dien toestand.

Moge mijne pen niet vruchteloos geschreven hebben! Moge namelijk deze of gene voormalige reiziger door Zwitserland in deze bladen aangename herinneringen aantreffen en zijne eigene aandoeningen terug vinden!

 

Leiden,

22 Augustus 1840.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken