Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan) (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan)
Afbeelding van Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan)Toon afbeelding van titelpagina van Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.14 MB)

Scans (51.76 MB)

ebook (16.02 MB)

XML (1.72 MB)

tekstbestand






Editeurs

Annemarie Kets

Mariƫlle Lenders

Olf Praamstra



Genre

proza

Subgenre

schetsen
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan)

(2002)–Johannes Kneppelhout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 551]
[p. 551]

4.5.2 I. De wafelmeid

motto Voor mij geen kermisfeestgerel...Geen dwaasheid op haar zegewagen: citaat uit ‘Genoegens smaken. Uit de correspondentie met Augustijn’ (1838), gepubliceerd in Camera obscura (1839) van Hildebrand. Aan het begin van zijn brief laat Hildebrand Augustijn zelf aan het woord; Augustijn zegt een ‘kermishatende ziel’ te bezitten en haalt een door hem geschreven versje aan dat begint met de door Klikspaan geciteerde regels. Augustijn was de schuilnaam van Bernard Gewin (1812-1873; vanaf 1830 student theologie). (Hildebrand, Camera obscura, dl. 1, p. 116)
 
1-2 De lente is daar, welke bloemen brengt...maar tevens ook, helaas! de kermis: de Leidse kermis duurde van hemelvaartsdag tot Pinksteren; in 1842 was dat van 5 tot 16 mei.
 
17 Vriessche wafelbakster: in de negentiende eeuw was het gebruikelijk dat wafelverkoopsters in Fries kostuum (met name kap en oorijzers) gekleed gingen. Aangezien de wafelmeiden zich niet beperkten tot het bakken en verkopen van wafels, maar zich bovendien, zoals ook blijkt uit deze schets, leenden voor intiem verkeer met de klanten, kreeg het woord ‘wafelmeid’ de bijbetekenis van ‘hoer’. (wnt xxiv, 540 en 546)
 
18 kaper: muts met een afhangende brede strook, die de nek, de schouders en gedeeltelijk ook de borst bedekt.
 
20 onbehabbeld: onbehouwen.
 
25 alleronaardigste: alleronbevalligste.
 
32 eigenaardigheid: kenmerkendheid.
 
34-35 het paardenspel: kermisattractie met rijkunst, voltige en dressuur.
 
54 Houri's: eigenlijk: oogverblindende, eeuwig jeugdige paradijsmaagden.
 
59 achttienduimers: waarschijnlijk naar analogie van ‘achtponder’, een voorwerp dat acht pond zwaar is: voorwerpen die achttien duim (ongeveer 45 centimeter) lang zijn.
 
65-66 kermis-Venussen: Venus is de godin van de schoonheid en de liefde.
 
67 poezele: poezelige, mollige.

[pagina 552]
[p. 552]

68 astrant: brutaal.
 
70 blanketsel: poeder om het gezicht blank te maken.
 
70 tand-opiat: mengsel om de tanden te reinigen.
 
71-72 aan hare lippen plakken kruimels als aan die van bestje van Meurs: een ‘best’ is een oude, afgeleefde vrouw. Spreekwoordelijk is het bes(t)je van Meurs (eerste helft zeventiende eeuw), die voorgaf meer dan dertig jaar geen brood gegeten te hebben en toch de kruimels van haar mond veegde. (De Beer en Laurillard, Woordenschat, p. 75)
 
86 de anijsjes en de curaçaotjes: likeurtjes, bereid van respectievelijk anijszaad en schillen van overrijpe sinaasappels.
 
87 ingenomenheid: goede dunk.
 
90 opgedrilde: opgesmukte.
 
92 vakerig: slaperig.
 
100-101 Voorwaar, voorwaar! gij zijt genezen,/ Of even flaauw als een van dezen: niet gevonden.
 
102-103 genius: beschermgeest.
 
107-108 de kiezentrekker [die] op zijn wagen snakerijen verkoopt: van oudsher bezochten al dan niet bevoegde geneeskundigen de kermissen, waar zij met veel spektakel allerlei medische handelingen verrichtten. (Keyser, De Amsterdamse kermis, p. 67-70)
 
108 de pias van Blondin: de uit Gent afkomstige Frans Erasmus (ca. 1780-ca. 1845), alias François Blondin, reisde met het Cirque Royal (ook: Cirque Olympique) de kermissen af. Het Cirque vertoonde een groot paardenspel, waaraan ook acrobaten en clowns meededen. (Keyser, De Amsterdamse kermis, p. 75-76 en 79-85; Keyser e.a., Tweehonderd jaar circus in Nederland, p. 6)
 
116 de nicht van Mees: ‘De Nicht van Mees’ was de naam van een bekende wafelkraam. Het verhaal ging dat de eigenaresse een rijke oom had, Mees geheten, die haar, toen ze in behoeftige omstandigheden kwam te verkeren, niet wilde bijstaan; daarop plaatste zij een wafelkraam met het genoemde opschrift tegenover zijn huis. Met haar kraam stond ze vanaf ongeveer 1815 meer dan zestig jaar op de kermis. De naam werd snel populair, zodat er vanaf ongeveer

[pagina 553]
[p. 553]

  1820 vele kramen met dezelfde naam waren. (Keyser, De Amsterdamse kermis, p. 108)
 
116 de weduwe Sjardyn: de Leidse familie Sjardijn telde verschillende wafelbakkers; welke kraam(eigenaar) hier wordt bedoeld is niet duidelijk. In 1840 en 1841 stond er een kraam van ‘Van ouds J. Sjardyn, nu W.C. van Klaveren’ op de Leidse kermis. (Leydsche Courant, 8 mei 1840 en 30 april 1841)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken