Studentenschetsen. Deel 2. Commentaar (onder ps. Klikspaan)

[p. 589]

5 Tekstverantwoording

[p. 591]

5.1 Correcties

5.1.1 Correcties Studenten-Typen

I. De student-Leydenaar

107	stoelen b.v.,/stoelen, b.v. (stoelen, b.v. D^1d, stoelen b.v., D^2-D^4)

II. De jurist-literator

61	Rector/Reetor (Rector D^1d)

III. De klaplooper

47	greinen/grijnen (grijnen D^1d-D^4)
220	verlegenste/verlegendste (verlegendste D^1d, verlegenste D^2-D^4)
253	τἐκνον./τἐκνον; (τἐκνον; D^1d, D^2, τἐκνον. D^3, D^4)
255	- Nu/Nu (Nu D^1d, D^2, - Nu D^3, D^4)
338	eenige/eenigc (eenige D^1d-D^4)

IV. De diplomaat

161	- vilain/vilain (vilain D^1d, - vilain D^2-D^4)
422-423	gemeen; ‘het/gemeen het (gemeen; het D^2-D^4)

V. De student-autheur

430	beoordeelaars/beoordelaars (beoordeelaars D^2-D^4)
467	lei/le (le D^1d, lei D^2)
585	καλοκἀγαθία/καλοκᾳ̑γαθία (καλοκᾳ̑γαθία D^2, D^3, καλοκᾳ̑γαθια D^4)
611	dweilt/dwijlt (dwijlt D^1d, dweilt D^2-D^4)
651	allgemeines/algemeines (algemeines D^2-D^4)
847	17/27

VI. De aflegger

30	bestudeerde/bestuurdeerde (bestudeerde D^1d, bestuurdeerde D^2, bestudeerde D^3, D^4)
67	Stook./Stook, (Stook, D^1d, Stook. D^2-D^4)
274	ijdelheid/ijdel-delheid (ijdelheid D^1d-D^4)

IX. De hoveling

55-56	dilettant-spionnen/dillettant-spionnen (dillettant-spionnen D^2, dilettant-spionnen D^3, D^4)
184	kun/kunt (kun D^2-D^4)

[p. 592]

311	staat:/staat. (staat: D^2-D^4)
481	lawaai/lawaat (lawaai D^2-D^4)

XI. Flanor

102	derde meid/derde- [einde regel] meid (derde- [einde regel] meid D^1d, derde meid D^2-D^4)
222	oesterpasteitjes/oesterpastijtjes (oesterpastijtjes D^2-D^4)
242	niet waar?/niet waar?.(niet waar?. D^1d)
344	luisterrijke/luisterlijke (luisterlijke D^1d, D^2, luisterrijke D^3, D^4)
1283	Saint-Patrice./Saint-Patrice: (St Patrice; D^2, D^3, St. Patrice; D^4)
1325	in het licht/inhetlicht (in het licht D^2-D^4)

XII. De student

79	medegewerkt/medewerkt (medegewerkt LD^2-LD^4)
152	berekenen/berekene (berekene LD^2, LD^3, berekenen LD^4)
218	10/30
285-286	voorzigtigheidshalve/voorzigtigheidshalve (voorzigtigheidshalve LD^2, voorzichtigheidshalve LD^3, LD^4)

Enkele ophelderingen

43-44	vreest? - ‘Vreest/vreest? -’ Vreest (vreest? -’ ‘Vreest D^2)
65	la fontaine/a fontaine
83	marteaux/métaux (métaux D^2-D^4)

5.1.2 Correcties Studentenleven

I. De Academiestad

2	Loos/Looz (Loos D^2-D^4)
191	greinen/grijnen (grijnen D^2-D^4)

II. Collegie

20	binnentredenden/binnentredende (binnentredenden D^2-D^4)
297	6000/6090 (6090 D^2-D^4)
418	averegtsche/averregtsche (averegtsche D^2, averechtsche D^3, D^4)
486	wettenmakers/wettenmakkers (wettenmakers D^2-D^4)

III. Examen

83	schrijfgerei/schrijfgerij (schrijfgerij D^2-D^4)

[p. 593]

IV. Promotie

801	Men/Met (Men D^2-D^4)
828	gescheidene/geschedene (geschedene D^2, gescheidene D^3, D^4)
957	Figaro/Firago (Figaro's D^2-D^4)
984	Schoonhoven. - Patent/Schoonhoven. - - Patent (Schoonhoven. - Patent D^2-D^4)
1107	la Folle/la Follle (la Folle D^2, la Follo D^3, D^4)
1438	mogen/moge (moge D^2, mogen D^3, D^4)
1470	strijdenden/strijdende

V. Minerva

397	gekaart/kaart (kaart D^2, gekaart D^3, D^4)
416	frissche/frische (frische D^2, frissche D^3, D^4)
497	jongelingschap/jonggelingschap (jongelingschap D^2-D^4)
689	geloodst/geloodsd (geloodsd D^2, geloodst D^3, D^4)
899	winter-,/winter, (winter-, D^2-D^4)
1125	- Een/Een (Een D^2, - Een D^3, D^4)
1832	Tot/- Tot (Tot D^2-D^4)

VI. Het dispuut-collegie

263	man/mand (man D^2-D^4)
263	dagen,/dagen/ (dagen, D^2-D^4)
300	asterisco/asterico (asterico D^2-D^4)
318	wie meer genie/wier meer genie (wie meer genie D^2-D^4)
349	verstand:/verstand. (verstand: D^2-D^4)
718	minus/minor (minus D^2-D^4)
975	beraadslaagd/beraadslaagt (beraadslaagd D^2-D^4)

VII. De Rederijkers-kamer voor Uiterlijke Welsprekendheid

211	drama/drame (drama D^2-D^4)
307	tegen op/op (tegen op D^2-D^4)
353	ontstaat/onstaat (ontstaat D^2-D^4)
379	buigzaamheid/buigzaaamheid (buigzaamheid D^2-D^4)
401	komen?/komen! (komen? D^2-D^4)
454	aansprak/aanspraak (aansprak D^2-D^4)
695	./: (. D^2-D^4)
720	vervaardigde/vervaardige (vervaardige D^2, vervaardigde D^3, D^4)
747	voor op/voor (voor op D^2-D^4)

VIII. Sempre Crescendo

384	schouwburg;/schouwburg (schouwburg; D^2-D^4)

[p. 594]

467	ergens/ergers (ergers D^2, ergens D^3, D^4)
468	I/J (I D^2-D^4)
511	arpeggi/arpeggj (arpeggj D^2-D^4)
758	één/èén (één D^2, D^4, éen D^3)
762	verleiding!/verleiding? (verleiding! D^2-D^4)
951-952	jongelings/jongeling (jongelings D^2-D^4)
985	één/èén (één D^2, D^4, éen D^3)

IX. Convocatie

motto	Geld/Gelt
28-29	zamenkrimpen./zamenkrimpen; (zamenkrimpen. D^2, samenkrimpen. D^3, D^4)
100	Provinciale/Provinciale- (Provinciale D^2-D^4)
266	juffrouw/juflrouw (jufvrouw D^2, juffrouw D^3, D^4)
651	verkozen/verkiezen (verkiezen D^2-D^4)
651	te/de (te D^2-D^4)
973	weinig/weinig, (weinig, D^2-D^4)

X. Schouwburg

151	afligtte/afligte (afligtte D^2, aflichtte D^3, aflichte D^4)
164	noch/nog (noch D^2-D^4)
223	breidellooze/breidelooze (breidellooze D^2-D^4)
368	ten onzent/ten ontzent (ten onzent D^2-D^4)
474	ontbijttafel/onbijttafel (ontbijttafel D^2-D^4)
634	Juffrouw/Juffruow (Jufvrouw D^2, juffrouw D^3, D^4)

XI. Thee

40	rookgerei/rookgerij (rookgerij D^2-D^4)
218-219	stilzwijgendheid/stilzwijgenheid (stilzwijgendheid D^2-D^4)
322	Zij/zij (Zij D^2-D^4)
408	geblinddoekt/geblindoekt (geblindoekt D^2, geblinddoekt D^3, D^4)
539	boekvertrek/boekvertreks (boekvertrek D^2-D^4)
589	in steke/insteke (in steke D^2)

XII. Omgang

motto	ii,/ii.
81	doodsnik,/doodsnik
181	onbeteekenendheid/onbeteekendheid (onbeteekendheid D^2, onbeduidendheid (D^3, D^4)
350	verwanten/verwandten (verwanten D^2-D^4)

[p. 595]

459	bosschaadjes/boschaadjes (bosschaadjes D^2, D^3, bosschages D^4)
589	litteekenen/lidteekenen (lidteekenen D^2, litteekenen D^3, D^4)
873	zich/zich, (zich D^2-D^4)

Ophelderingen

231	Art./Art
385	's avonds/'s avond ('s avonds D^2-D^4)
560	Sebastian),/Sebastian) (Sebastian) D^2, Sebastian), D^3, D^4)
801	Hollandsche Oratie/Hollandsch Oratie (Hollandsche Oratie D^2)
894	geven,/geven. (geven, D^2-D^4)
944	grétry/grêtry (grétry D^2-D^4)
950	270/271 (271 D^2-D^4)
1019	methode';/methode; (methode;' D^2-D^4)
1152	μετώπου/μετιόπου (μετιόπου D^2-D^4)
1163	J/G (G D^2-D^4)
1340	J.B.F./J.B.T. (J.A.T. D^2-D^4)
1385	aangaat,/aangaat; (aangaat; D^2, aangaat, D^3, D^4)
1401	se/ce (se D^2-D^4)
1402	en brèche/la brèche (en brèche D^2-D^4)
1601	H/E (E D^2-D^4)

5.1.3 Correcties De studenten en hun bijloop

Klikspaan tot den lezer

3

Den/'Den

II. Wuftheid

332	bijou/byou
427	pire/pirs
506	guère/guères
568	à/a
568	se/ce
702	par suite/par- [einde regel] suite
736	mâle/male
762	là-bas/là bas
781	zéphyr/zéphir
786	pères/peres
787	une/un
814	atomes/atômes

[p. 596]

821	laisse/laisses
911	çà/ça
920	événements/évènements
933	guet-apens/guet-à-pens
933	immeubles,/immeubles:
981	archéologue/archèologue
988	fît/fit
1005	imbécile/imbécille
1038	catégorique/cathégorique
1073	c'est-à-dire/c'est à dire
1098	gentiment/gentîment
1099	par/pas
1100	déjà/déja
1194	Barthélémy/Barthélemy
1237	par/pas
1259	c'est-à-dire/c'est à dire
1263	sont là/sont-là

III. De praetor

136	hic/his (his D^2-D^4)
206	Instituten-/Instituten (Instituten D^2, D^3, Instituten- D^4)

Ophelderingen

248	quoiqu'elle/quoiquoiqu'elle (quoiqu'elle D^2)
253	xii,/xii.

Bijlage II. (ingezonden.)

24	zeggen:/zeggen!

Bijlage IV. Jacobus Quad

38	mores!'/mores!

Bijlage V. De Studenten-almanak. Eene microscopische uitspanning van Klikspaan

20	eene/eenE
278	geplaatst/geplaats
344-345	visschende/vischende
352	Bl./Pl.
568	wijden./wijden.' (wijden. D^2-D^4)
581	uit/uìt (uit D^2-D^4)

[p. 597]

654	één/èén (één D^2-D^4)
749	versmade/versmaade (versmade D^2-D^4)

Ophelderingen

3	pleiten,/pleiten. (pleiten, D^2)