Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoriaal. Herinneringsbeelden met enige portretten en naamregister (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoriaal. Herinneringsbeelden met enige portretten en naamregister
Afbeelding van Memoriaal. Herinneringsbeelden met enige portretten en naamregisterToon afbeelding van titelpagina van Memoriaal. Herinneringsbeelden met enige portretten en naamregister

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.67 MB)

Scans (4.02 MB)

ebook (4.16 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/biografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoriaal. Herinneringsbeelden met enige portretten en naamregister

(1949)–H.H. Knippenberg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

Mucisi en Volkszang

Aan het hof van onze koning Willem III werd dikwijls gemusiceerd, vooral tijdens het leven van zijn eerste gemalin Sophia Frederika Mathilde van Wurtemberg, maar ook later. Verschillende vermaarde musici verschenen er, zoals Liszt en Gounod, en ook twee Limburgers: Alexander Batta en Joseph Hollman, beiden wereldberoemde cellisten in hun tijd.

Alexander Batta, geboren te Maastricht 9 Juli 1816 en overleden te Versailles 8 October 1902, kreeg de ere-titel van koninklijk violoncellist en werd door Willem III benoemd tot Commandeur van de Eikenkroon. Vooral zijn bewerking van de liederen van Schubert is zeer geprezen.

Joseph C.H. Hollman, te Maastricht geboren 16 October 1852, studeerde vier jaren aan het Conservatorium te Brussel, waar hij op zeventienjarige leeftijd de eerste prijs voor cello behaalde. Hij gaf vervolgens concerten in verschillende plaatsen van ons land en verbleef enige tijd te St. Petersburg en te Moskou. Hij logeerde daar bij de beroemde componist Rubinstein en werd ten paleize genodigd om te spelen voor grootvorst Constantijn. Dan ging hij naar 's-Gravenhage om deel te nemen aan het examen voor een studiebeurs aan het ‘Conservatoire National’ te Parijs; die studiebeurzen waren ingesteld door koning Willem III. Hij verwierf er een, maar moest na iedere zes maanden voor de vorst een proefles komen geven. Later deed Hollman kunstreizen door Europa, China en Noord-Amerika. In Japan was hij een tijdlang muziekleraar van een prins. Bij zijn vertrek stond hij aan de keizer zijn stradivarius af, die hij te Parijs voor twaalfduizend

[pagina 104]
[p. 104]

francs gekocht had. Aan rijkdom hechtte hij als artiest geen waarde. Hij werd dan uitgenodigd aan het Engelse hof bij koningin Victoria en koningin Alexandra. Ook musiceerde hij later voor onze koningin Wilhelmina en haar gemaal, Prins Hendrik der Nederlanden. Had Willem III hem vereerd met de onderscheiding van Officier van de Eikenkroon, door koningin Wilhelmina, wier liefde voor de muziek Hollman prees in een interview, werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Hollman componeerde o.a. voor cello en piano een ‘Paraphrase de concert sur l'air Wilhelmus van Nasauwen’. Voor kamermuziek prefereerde hij Beethoven, voor orkestbegeleiding Saint-Saens. Gaarne speelde hij stukken van Bach, Mendelssohn en Schumann. Op 8 April 1912 bracht de Maastrichtse burgerij hem een grootse hulde. Hij wees een benoeming tot leraar aan het Parijse Conservatorium af, omdat hij Nederlander wilde blijven. Hoezeer ook kosmopoliet, Maastricht kon hij niet vergeten. Op 31 December 1926 te Parijs overleden, is hij, na een indrukwekkende uitvaart in de St. Servaaskerk, te Maastricht begraven. Mr. E. Jaspar wijdde hem een gevoelig ‘In Memoriam’-gedicht in de ‘Limburger Koerier’.

In Venlo werd mij een trouwe vriend Karel Hamm. Geboren te Venlo 21 Mei 1876 als oudste zoon van de bekende muziekgeleerde Gerard Hamm (1835-1904), afkomstig uit Trier en sinds 1860 te Venlo gevestigd, was Karel Hamm directeur van de Venlose Concertvereniging en de stedelijke muziekschool. Meer dan tien jaren genoot Venlo van de uitvoering van de meest bekende oratoria onder zijn leiding. Beroemde solisten traden hierbij op. Van heinde en ver kwam men die beluisteren. Hamm was een geboren dirigent en een verdienstelijk componist. Hij schreef werken voor mannenkoor, gemengd koor en piano, en componeerde later ook enkele operetten, zoals ‘De Boskat’, te Kaapstad opgevoerd als onderdeel van het officiële

[pagina 105]
[p. 105]

feestprogramma ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana. Zijn koor ‘Wereldvrede’ werd in 1918 gezongen op de massale anti-annexatie-betoging in Den Haag. Bij zangwedstrijden te Amsterdam in 1902 en 1907 is werk van hem uitgevoerd. Op het laatst van zijn leven componeerde hij ook enkele Missen. Meermalen sprak hij mij over de uitgave van zijn meest bekend werk. Voorzover ik weet, heeft hij dit genoegen niet mogen smaken.

Karel Hamm was op en top kunstenaar. Een temperamentvol man, die zijn mening niet verbloemde maar openhartig uitsprak, waar hij dit nodig achtte. Hij maakte het ook zijn vrienden niet altijd gemakkelijk om hem te blijven steunen. Als idealist toonde hij zich wars van transigeren. Wat hij voor waarheid hield, verdedigde hij zonder meer. Vóór alles wenste hij zichzelf te blijven. De strijd om het bestaan is hem hierdoor niet vergemakkelijkt. De vereenzaming mocht hem soms pijnlijk vallen, hij droeg ze, al ontviel hem ook vriendschap, waarop hij prijs stelde. Wrok daarover koesteren kon hij niet; daarvoor was hij te groothartig. Bij ontmoetingen later mocht hij al eens klagen, zijn opgeruimdheid kreeg toch telkens weer de overhand, als wij herdachten de glorietijd van het hem zo dierbare Venlo, toen hij de dirigeerstok voerde in het Concertgebouw, dat hij maakte tot een centrum van muziekcultuur. Bij zijn overlijden in Mei 1937 wijdde ik hem in het Maastrichter dialekt een ‘In-Memoriam’-gedichtje in de provinciale pers.

Ook voor de Volkszang heeft Karel Hamm geijverd. Hij componeerde o.a. liederen van de Nijmegenaar Gijsbertus Wilhelmus Lovendaal, wiens innige poëzie eens algemeen erkenning vond, thans ten onrechte een vergeten figuur in onze literatuurhistorie, en schreef ook een melodie voor mijn jeugdvers ‘Om jou en mij’, in ‘De Leeuwerk’ opgenomen en bij mijn vijf-en-twintig-jarig huwelijksfeest door vriendinnen van mijn vrouw nog eens ‘de bejaarde minnezanger’ voorge-

[pagina 106]
[p. 106]

houden. In Venlo had ik een bloeiende afdeling van de ‘Diocesane Vereeniging voor den Volkszang in Limburg’ kunnen oprichten in 1910. Wij hadden er een prachtvergadering 1 Februari 1914 met als spreker J. Van Well, S.J. over het onderwerp ‘Wat wij van de kinderen kunnen leren voor het volkslied’. De volkszang in Limburg vond zijn vurigste propagandist in L.L. Mertens, sinds de oprichting der vereniging op 31 Januari 1909 de onvolprezen secretaris van de voorzitter Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken