Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het hofke (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het hofke
Afbeelding van Het hofkeToon afbeelding van titelpagina van Het hofke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

Scans (8.17 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het hofke

(1941)–Marie Koenen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

V

‘En wanneer geeft het bruiloft ten uwent?’ Die vraag half spottend, half spijtig, viel daar opeens storend in het bezadigd over-en-weer praten van boer Grave en Terstegen, den burgemeester. Ze hadden elkander ontmoet in de dorpsstraat en om hun oude vrindschap waren ze hier in de Drie Kronen samen een glas komen drinken.

Ze zaten aan het tafeltje in den hoek. De burgemeester vooroverleunend, de ellebogen breed-uit op het tafelblad, de handen gevouwen, de vingers over elkaar spelend in ongedurige beweging. Hij was een kortbreede, sterk gebouwde man met een enormen zwaren kop op den stoeren nek, een man van sta-vast, met grauwe stoppelharen op den schedel en vroolijke oogen in het blosroode gezicht.

‘Bruiloft?’ herhaalde Willems vader, ‘wat en wie? bruiloft?’

‘Willem.’

‘De jongen zint op geen trouwen.’

‘Zou je meenen?’ zei Terstegen plaag-

[pagina 45]
[p. 45]

ziek uitdagend. ‘Jawel dan! Je kunt ze niet vertrouwen, die oolijkerds. Ze spelden ons op de mouw wat ze willen. De jonkheid ondereen is beter op de hoogte van zulk soort dingen.’

‘Ik zou willen weten, wat ze vertellen.’

‘Ze noemen jouw Willem met Milia van het Hofke.’

‘Van het Hofke!’ sloeg Grave kleinachttend terug. En dan smadelijk: ‘De jongen zet er geen voet over den drempel. Zoomin als ik.’

‘Ge zult er grappen van beleven.’

‘Kom, kom! Weet je wel wien je vóór hebt? En dan het Hofke!’

Grave was met zijn sjees stedewaarts geweest voor den paardenhandel. Buiten onder de lindeboomen stond zijn gespan. De merrie trappelde en stampte, waar ze wachtte, den teugel vastgegespt aan den boomstam.

Daar zat Grave, schraal en mager, met zijn dor, gladgeschoren gezicht, waarvan de huid in eigenwijze plooien over de grove gelaatsbeenderen lag. Zijn hoofd helde als altijd achterover, en zijn oogen waren vol flikkering van slimme gedachten, rusteloos.

‘Terstegen,’ hernam hij na een poos zwijgen: ‘Terstegen, hoe oud is die dochter van jou, ik bedoel je voorkind.’

[pagina 46]
[p. 46]

‘Lize?’ hielp Terstegen, opeens vol belangstelling waar de andere het heen wilde sturen. ‘Ze zal het naaste voorjaar negentien worden.’

‘Een jong ding nog,’ zei Grave nadenkend.

‘Bij de hand voor zes.’

Weer zwijgende gedachten, die verder zochten.

‘Ze heeft een goeden pluk geld van haar moeders versterf,’ verklaarde Terstegen vertrouwelijk. ‘Ik durf wel zeggen, ze is wel de rijkste dochter van hier en den omtrek.’

Grave stemde dat graag toe.

‘En een knappe meid daarbij,’ pochte Terstegen, ‘sprekend gelijkt ze haar moeder zaliger.’

‘Die is u vroeg gestorven, burgemeester.’

‘Er valt niet te klagen, Ik heb een bovenst-beste vrouw opnieuw getroffen.’

‘Vijf kinderen nog?’

‘Ja, behalve onze Lize nog twee meisjes en drie jongens.’

Weer stilte.

‘Willem zou een vrouw moeten nemen. Er is zoo iemand noodig op het Zonneveld: vreemde handen blijven vreemde handen.

‘Dat zeg je goed.’

[pagina 47]
[p. 47]

‘Burgemeester, hoe zou je er over denken: jouw Lize en Willem?’

‘Toegeslagen op stel en sprong, mocht het ooit zoover komen.’

‘Zal ik den jongen eens sturen met een verzonnen boodschap?’

‘Zooveel je wilt. Hij zal welkom zijn.’

Toen stonden ze op, tevreden beiden over de dingen, die besloten waren voor de toekomst.

‘Onzin met dat Hofke,’ zei Grave nog, terwijl hij het paard losriemde van den boom.

De burgemeester pinkoogde.

Ze begrepen elkaar volkomen.

 

Zoo is Willem Grave op een Zondagmiddag voor het eerst in de woning van burgemeester Terstegen gekomen. Hij zelf noch het meisje wisten iets van de bedoeling, die hun vaders in dit bezoek legden. Ze wisten niet, wat buiten hen om in werking was gezet en wat uit den loop der dingen moest volgen.

Het was iets heel ongewoons voor Willem in zoo'n vroolijk, jong en woelig gezin te zijn: drukke spelende kinderen, een goedlachsche moeder, de vader-zelf luidruchtig en joviaal. Het meisje daartusschen, heel

[pagina 48]
[p. 48]

jong, heel schuchter nog, maar lachend en bloeiend, met oogen vol zonnigen levenslust.

‘Ze is mooi,’ peinsde Willem, toen hij daar den eersten keer tegenover haar zat. Hij sprak niet veel, en er was een bijna angstige somberheid in zijn blik.

‘Wat moest er toch van hem worden?’ Het was bijna vier maanden na dien Zondagmiddag, toen ze samen langs den weg gingen, en toen hij Milia zoo plotseling verloren had, Bijna vier maanden nu, dat hij omdwaalde, verlaten en ongelukkig, een treurige droomer, die zocht en zocht naar zijn toeverlaat, zijn gedachten, zijn troost van vroeger en altijd.

Maar hij vond Milia niet, nergens en nimmer.

En wat in die eerste oogenblikken van zijn leed in hem geboren was, trots en wrevel en haat, het bleef levend in hem, het woelde en woekerde en was in voortdurenden rusteloozen strijd met het betere, liefde en hoop en trouw.

‘Bleef Milia hem niet uit den weg, alsof hij een boosdoener was?’ toornde het kwaad. ‘Wel-dan, hij zou toonen haar al evenmin noodig te hebben als zij hem!’

Maar het goede zocht Milia en bleef zoeken.

[pagina 49]
[p. 49]

En toch weer het kwaad:

‘Zij, ze gaf niet om hem. Hoe had hij dat ooit kunnen gelooven? Als ze om hem gegeven had - zou ze met hem alles en allen weerstaan hebben.’

Dan deed het goede hem zien: Sanderken, dat hulpelooze kind. Moest Milia z'n moeder niet zijn? En de oude grootvader. Ging hij niet meer en meer Milia's zorgen vragen? En het Hofke zonder meesteres?

Neen, Milia had levensplichten: ze kon daar niet tegen strijden, en om hem alles verlaten. Zij, ze offerde zich zelve, en deed wat ze moest.

Maar luider toch riep die andere stem:

‘Ze offert zich zelf en mij erbij en ons beider levensgeluk, waarop wij meer recht hebben, dan die anderen op hun hoogmoed en hun haat.’

En luider nog:

‘Alles en allen moest ze kunnen verlaten voor mij. Ze kàn dat niet. Ze is bang en kleinmoedig. Wat zou ik aan haar hebben?’

Maar in het diepste van zijn hart schreide het aldoor, en nooit was dit stil: ‘Wat moet er toch van mij worden, zonder Milia?’

 

Zoo was 't met Willem gesteld, toen hij

[pagina 50]
[p. 50]

daar den eersten keer in het gezin van Terstegen kwam.

Waarom wist hij niet, maar hij keerde er terug.

De kinderen, het vroolijke leven, de vertrouwelijkheid van het groote huishouden, of wat eigenlijk was er dat hem er heentrok? Wat deed het er toe? Het was alles samen iets heel ongewoons daar, dat hem weldeed en hem uit de tweespalt en de beklemming van zijn gedachten bracht.

Willems vader, Lizes vader hielden hun voldoening verborgen.

Lize zag Willem opmerkzamer aan, bij dat tweede en dat derde bezoek: ‘Wat zocht die triestige jongen hier?’ Er werd iets in haar wakker, er tintelde iets in haar hart, en het weerglinsterde in haar oogen. Lize was mild en medelijdend. Ze voelde, dat die stille jongen een verdoken verdriet had.

‘Ze is mooi en ze is goed’, peinsde Willem. ‘Ze is bijna als Mila’, dacht hij nog later. Er kwam iets innigers voor haar in zijn hart, waarover hij zich gaandeweg meer verwonderde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken