Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het hofke (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het hofke
Afbeelding van Het hofkeToon afbeelding van titelpagina van Het hofke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

Scans (8.17 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het hofke

(1941)–Marie Koenen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIV

In het eerste halfjaar, dat Sander en Thielde op het Hofke woonden, werden er de vriendelijke kleine venstertjes uit den voorgevel gebroken en vervangen door groote ramen van spiegelglas uit één stuk. En in plaats van de oude, kwam er een nieuwe, lichte-dichte, klapperige deur, die niet voegen wilde in de zware posten. De gevel werd licht-groen geverfd.

In het tweede halfjaar werd er een nieuw dak op het Hofke gebouwd, een enormzwaar leien dak, met spitse zoldervensters, die torentjes wilden lijken. De haag werd uitgeroeid, en er kwam een prullig ijzeren hekje in de plaats. Over de lichtgroene verflaag kwam een glimmig-roode, met witte strepen doorblokt, die het Hofke een aanzien moest geven, alsof het van fonkelnieuwe baksteenen was opgebouwd.

Zoo hebben ze het Hofke bedorven, moedwillig en zonder eerbied.

Hadden ze het liever tot den grond afgebroken en een nieuw huis daar gezet; nu stond

[pagina 133]
[p. 133]

het Hofke er als een verwijt, dat schreeuwt en schreien deed.

Want het was een schennis, een misdadige wreedheid: het oude, eenvoudige, deftige Hofke tot een pronkerig en opgesmukt buitenhuis te verkrachten. Niets, niets was er over van de grijze boerenhoeve, die daar te mijmeren lag in haar stilte vol wijding.

 

In den aanvang van het tweede jaar, dat Sander en Thielde op het Hofke woonden, werd hun een kind geboren, dat geen levenskrachten had en na eenige weken stierf.

Dit was het begin geweest van den tegenslag.

 

De derde winter, dat Sander en Thielde op het Hofke woonden, liep bijna ten einde. 't Was een Februari-morgen, en de zon scheen.

Sander slenterde door den dooden bloementuin, schoppend tegen de kachel-sintels, die er lagen neergesmakt in het pad, schoppend tegen de gehavende palmranden, kwaadaardig, ongedurig.

‘Dat eeuwige gedrens daarbinnen’.

Sander zag er vervallen en bleek uit, zijn haren hingen hem verward over het voorhoofd. 't Was werkdag, maar hij werkte niet.

[pagina 134]
[p. 134]

Zijn oogen waren nog troebel door den dronkenmansroes van gisteravond. Sander had een landerig, loom gevoel over zich, zwaar als lood. Hij wist niet waarheen. - Binnen? - dat zeuren en klagen zonder einde! Rommel en vuile boel: geen lach, geen liefde, geen straal van geluk tusschen den onderkomen meubel-opsmuk. Daar binnen een vrouw, die dagen door jammert en weeklaagt in zijn ooren: ‘Ik word gek van de stilte hier! Ik ga dood van de stilte hier!’ Weg wil ze, naar de stad! Ze steekt geen hand uit, ze zit maar te hangen en te luieren. O, die vrouw van hem!

Sander had een helder oogenblik: hij zag! Zelden was hij ziende, sinds den noodlottigen avond, toen de hartstocht hem had overmeesterd.

Nu zag hij: het Hofke, zijn vrouw, zich zelf!

Was hij 't wel, die hier liep?

Hij zelf? Luie slenteraar, lanterfanter, dagdief die hij was! Daar liep hij nu, te groote meneer om z'n werkpak aan te trekken. Daar lummelde hij nu om, als een onverschillige luie laffe kerel. Het werkvolk moest maar zien, hoe den arbeid klaar te spelen. En dat ze dan deden en lieten wat ze wilden! Wat kon 't hem verder schelen?

[pagina 135]
[p. 135]

Wat lag hem aan den heelen rommel gelegen? Wat hielp alle werk en alle braafheid? Die vrouw van hem, o, die vrouw! Ze had hem alles doen verloochenen, alles doen verbreken, alles doen mishandelen.

Was het nog niet genoeg?

Daar lag de boel nou. Goed twee jaren waren ze getrouwd, en daar lag de boel! Ze hadden Milia de pacht niet uitbetaald het laatste half jaar. De oogst was mislukt, heel en al mislukt! Natuurlijk, dat kwam er nog bij! Natuurlijk, alles stapelt zich op het hoofd van één enkele.

Dat de oude bouwknecht stierf, die het heele gedoe beheerde; dat na diens dood al het overige werkvolk het Hofke den rug toedraaide; dat de beesten ziek, en dood ook al, in den stal werden gevonden; dat de oogst mislukte, dit alles en meer nog, 't kwam allemaal op Sander neer! Wat kon hij er aan verhelpen? Hij gaf er den brui van! Thielde had gelijk, hij was er de man niet na, om boer te zijn op het Hofke.

Wat zou hij zich dan afbeulen?

Waarom deed hij haar zin niet: ineens er-uit, uit allen rommel en uit alle beslommering, ineens als een vrij man uit dit wespennest van klachten en plagen en zorgen? Verder op, hooger op. De stad? En Thielde

[pagina 136]
[p. 136]

weer in haar fleur, en hij weer in zijn kracht. Een nieuw leven ginder? Viel het dan zoo ver te verwerpen?

Met die gedachten was hij den bongerd ingewandeld. Als geroepen kwam de oude Grave daar ook aangedrenteld met zijn stijve, stramme passen en zijn stram geheven hoofd.

Lang en recht, met den stok vast in de hand. Daar naderde ze elkaar. Het Hofke en het Zonneveld naderden elkaar langs het pad, dat was en bleef en niet af te sluiten viel.

't Leek Sander, alsof hij voortgeduwd werd uit zijn eigen weifeling, en zonder verder bezinnen of beslissen trad hij op den oude toe.

‘Al op den wandel?’ begon hij, alsof ze de beste buren waren.

De oude man bezag hem, achterdochtig om die ongewone toeschietelijkheid. Alles in z'n onvriendelijk gerimpelde wezen leek norsch te vragen: ‘Wat moet-ie van me hebben?’ En Grave verkoos niet stil te staan en te wachten tot hij er mee voor den dag kwam.

‘Hoor eens, heer Grave, ik ga u iets vertellen, waar u van op zult zien’.

De oude gromde wat tusschen de tanden.

[pagina 137]
[p. 137]

‘Ik ga het Hofke van de hand doen, land en erf’, zei Sander, die zich zeer manhaftig voelde worden door zijn eigen besliste woorden.

‘Is het je eigendom?’ vroeg Grave, die wel beter wist.

‘Half van mijn zuster’, bedacht Sander, even ontmoedigd.

‘Heb je haar geraadpleegd?’

‘Ik spreek haar niet’.

‘Onvrinden?’

Sander haalde de schouders op: Wat deed dat ter zake?

‘Kijk, ik wilde u vóór iemand anders waarschuwen. Onderhands zouden we 't kunnen afdoen. Ons land springt danig hinderlijk in het uwe. U zoudt dan ook uw bongerd kunnen uitleggen. En een volbeplanten moestuin vinden. 't Zou u alles bijeen niet kwalijk van pas komen’.

De oude liep voort, alsof 't hem niet raakte, wat daar gesproken werd. Maar innerlijk popelde het altijd onvoldane verlangen. ‘Het Hofke!’

‘Als u of Willem eens met Milia onderhandelen wilt. Ik durf wedden, dat ze toestemt in den verkoop’, begon Sander weer na wat bedenken.

[pagina 138]
[p. 138]

‘Ik zal er met Willem over spreken. Maar jij? Waar wil je heen? Hier vandaan?’

‘De stad in. M'n vrouw kan zich in 't boerenbedrijf niet gewennen’.

't Gesprek verliep. Grave begon met den stok tegen de vermolmde stammen te slaan.

‘'t Is alles oud en kaduuk op je Hofke. En uit den grond zal niet veel meer te halen zijn’.

Toen gingen ze elk zijns weegs.

Sander onvoldaan.

De oude Grave zegevierend.

Daar was dan, wat hij had zien aankomen! Daar ging hem dan ten laatste het Hofke toch nog in handen vallen! Daar kwam het Hofke zich zelf aanbieden. Weldan, zou Manuel Barthels zich niet omkeeren in zijn graf?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken