Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-t (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-t
Afbeelding van Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-tToon afbeelding van titelpagina van Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-t

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-t

(1972)–Dolph Kohnstamm–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Aktiegroep spellingvereenvoudiging afd. Rijkspedagogische Akademie te Groningen
Spellingvereenvoudiging: een sociale en didaktische noodzaak

Nadat in de afgelopen weken in diverse artikelen de vereenvoudigde spelling aan de orde is gesteld, vaak op een nogal emotionele wijze, hier een poging het waarom van de noodzaak van net vereenvoudigen duidelijk te maken.

Is de vereenvoudigde spelling een systeem dat taalverarming tot gevolg heeft of is het juist een middel om het bekende taalarmoedeprobleem op te lossen? We dachten geen van beide. Spelling is namelijk een notitie-systeem, een systeem dus om de taal te noteren. Als zodanig is de spelling enkel en alleen een hulpmiddel van de taal en kan dus het vereenvoudigen van die spelling nooit taalverarming tot gevolg hebben. Taal is immers denk-, kommunikatie- en expressieinstrument. De kinderen moeten leren luisteren, informatie verwerken, zich uiten, lezen en schrijven (dit laatste is uiteraard veel meer dan alleen maar spellen).

In de praktijk slokt spellingsinstruktie driekwart van de taallessen op en dat zou niet meer dan hoogstens een kwart mogen bedragen. Er wordt in de spelling een hoeveelheid tijd en energie geïnvesteerd, die in geen enkele verhouding staat tot de uiteindelijke resultaten. Onze spelling is misschien alleen onder de knie te krijgen door kinderen met een fotografisch geheugen, hetgeen met inzicht of intelligentie hoegenaamd niets te maken heeft. Maar wee de zwak visueel begaafden en de leesblinden, ook de intelligente en de artistieke...

Wie de tegenwoordige spelling kost wat kost wil handhaven, zal de daaruit voortvloeiende didaktische moeilijkheden proberen te bagatelliseren of - van de nood een deugd makend - beweren dat die moeilijkheden juist een voordeel betekenen. Zo zegt bijv. de heer

[pagina 46]
[p. 46]

Heldring in de NRC: ‘Het is beter een moeilijke spelling te hebben daar dit de schrijvers dwingt beter op te letten.’

Wie echter op de inhoud let van wat hij stelt, mag daarbij niet afgeleid worden door de dilemma's aangaande de uiterlijke vorm. Komt die inhoud soms vlotter op papier als je en passant voorkeurspellingen op moet zoeken, werkwoordsvormen moet ‘uitrekenen’ al dan niet met behulp van kofschepen en fokschapen, en even tegen jezelf bacteriën en calorieën moet zeggen met het oog op het aantal te schrijven e's? Het tegendeel is waar. Bovendien durft een groot aantal mensen zich nauwelijks schriftelijk te uiten uit angst spelfouten te maken, want die worden je overal onder de neus gewreven. De spelling is een van de goedkoopste maatstaven waarmee we elkaar taxeren.

Een ander strijdmiddel van de spellingsconservatieven is het omkeren van de bewijslast. Niet de spelling is moeilijk, maar de kindertjes zijn dom en de onderwijzers zijn lui en incompetent. ‘Wat zou je de kindertjes in de eerste drie klassen anders moeten aanleren?’, vraagt dr. Kruyskamp (redacteur van Dale's woordenboek) zich af. In feite zoeken de onderwijzers naar een alibi om zich te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid voor de slechte resultaten van het moedertaalonderwijs. ‘Spellingvereenvoudiging kan daaraan niets verhelpen. Het omgekeerde is beter aannemelijk te maken nl. dat een spelling waaraan zekere moeilijkheden kleven leidt tot een betere taalbeheersing’. Dit is natuurlijk belachelijk. Het is nl. dezelfde onzin als voer de Romeinse cijfers weer in en de kinderen leren beter rekenen. De spelling behoort de mens te dienen en niet de mens de spelling.

Zowel bij het basis- als bij het voortgezet onderwijs bezit de spelling de funktie die haar rechtens niet toekomt. Bij het basisonderwijs mag de spelling - vooral voor kinderen uit de taalarme milieus en woordblinden - geen vrijwel onoverkomelijke barrière betekenen, die hen de toegang tot taalbeheersing verspert en hen daardoor op een levenslange achterstand zet. En bij het voortgezet onderwijs mag het voor diegenen die de barrière hebben weten te nemen geen tweede obstakel vormen in de vorm van een selektiemiddel voor taalbeheersing.

[pagina 47]
[p. 47]

Waarom een didaktische noodzaak?

In bovenstaand stuk is al genoemd de overdreven hoeveelheid tijd die besteed wordt aan het hulpmiddel, dat notitie-systeem van de taal. Door dit notitie-systeem eenvoudiger te maken wordt de tijd om het de kinderen te leren beduidend korter. Het gevolg hiervan is dat de tijd die dus overblijft besteed kan worden aan echt taalonderwijs. Werkvormen als rollespelen, spreekbeurten en klassegesprekken e.d. kunnen dan veel frequenter gehanteerd worden. Dit betekent in de eerste plaats een geweldige stimulans voor de kinderen uit de taalarme milieus. Veel meer mensen zullen het instrument waarmee men zich in deze maatschappij kan handhaven gaan beheersen.

 

Wat zijn de economische consequenties van het invoeren van de vereenvoudigde spelling? Uitgerekend is dat dit in een keer zo'n slordige 100 miljoen zal gaan kosten. De prijs echter die momenteel betaald wordt, is onnoemlijk veel groter: het verdriet en de ontmoediging van de leerling door het zittenblijven plus de daaraan verbonden financiële consequenties voor de ouders en de schatkist.

Tot slot nog het volgende: een veelgehoord argument tegen de nieuwe spelling is dat deze fonetisch zou zijn. Een belachelijke opvatting, want wat zou dat gaan betekenen? Een oneindig aantal klanktekens, immers iedere klank (ook iedere nuance) zou een eigen teken krijgen. Om het gecompliceerd-zijn van een dergelijke spelling aan te tonen het volgende voorbeeld: de e in beer zou anders geschreven moeten dan de e in been. De klanken zijn immers duidelijk verschillend. Het is dus helemaal niet zo dat je maar mag schrijven wat je hoort. Een Fries en een Limburger zouden elkaar op die manier nooit meer kunnen schrijven. De nieuwe spelling houdt domweg in: het eenvoudiger maken van een notitie-systeem met als doel dat iedereen dit hulpmiddel van de taal zo snel mogelijk onder de knie krijgt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken