Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Champagne (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Champagne
Afbeelding van ChampagneToon afbeelding van titelpagina van Champagne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

Scans (22.18 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Champagne

(1966)–Albert Kok–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 102]
[p. 102]

Litteken

De telefoonschel ging. Kodein bracht de hoorn in positie en zei: met Kodein. Een oude stem riep een naam terug, vroeg of hij Kodein de goudsmid was en of hij wilde komen. Zij noemde dag en uur, straat, nummer, wijk en welke naam niet de hare was, maar toch op de straatdeur stond. Daar moest hij aanbellen en naar haar vragen.

Kodein belde aan. De dame die hem opendeed had een jongere stem. Zij was verbaasd. Kodein? Nooit van gehoord. Dat om hem was getelefoneerd leek haar op het ongelooflijke af onwaarschijnlijk. Toch lag daar het feit dat hij een naam wist te noemen, die niet op de straatdeur stond. Zij zou eens gaan horen. Wacht U maar eventjes hier. Op de mat.

Zij kwam terug in een heel andere toestand, meer gebelgd dan verbaasd. Ik zal U even bij haar brengen zei ze. Zegt U maar dat het niet kan. Zij is mijn moeder, een oude vrouw. Daar mag U geen misbruik van maken.

De moeder zat in een oma-stoel, goed geborgen, uit de weg geschoven. Zij begroette Kodein's komst als een geslaagde krijgslist. Aha, bent U daar! Toen begonnen de onderhandelingen. Maakt U wel eens wat? vroeg de oude vrouw, of verkoopt U alleen wat U al gemaakt hebt? Kodein was tot alles bereid.

Ik heb hier een litteken. Zij wees naar haar hals, een crèpe-gordijntje voor het strottehoofd, met onder haar linker kaak, daar haast tegenaan, een slordig gestopte scheur.

[pagina 103]
[p. 103]

Halsklierontsteking, zei de vrouw. Hebt U dat wel eens gehad? Nou, wees maar blij. Het kan jaren duren en dàt hou je over.

Maar moeder, het is al zo lang geleden, zei de dochter.

Dàt zit er nog.

U hebt het toch al zo lang. We zijn er aan gewend. Wie let er nog op?

Ik.

Kodein zat het litteken te transformeren in verstopt oppervlak, in uitgehamerde staafjes, dichtgevlochten draden, opgebolde platen. Zilver, dacht hij, met zo'n plakkaat. Maar waarom nu zo hoog? Hoe blijft zoiets zitten?

Maar moeder, waarom nu opeens een collier? U kunt toch een japon met een hoog kraagje nemen?

Stof blijft niet zitten. Metaal blijft zitten.

Kodein vroeg of hij er eens over denken mocht, terug mocht komen met ideetjes, met krabbels, met prijzen.

Volgende week, zelfde dag, zelfde uur dan maar.

Toen hij terugkwam werd hij opgevangen. Een heer stelde zich aan hem voor met de naam die op de straatdeur stond. Ik weet niet of U de situatie aanvoelt, zei hij. Ik kan U niet verhinderen ermee door te gaan, maar ik reken op uw fatsoen. Het is een bevlieging, een bejaarde-gril. Ik ben bereid U schadeloos te stellen voor het tijdverlies. Kodein vroeg verlof te worden toegelaten tot de oude vrouw.

Zij was ontroerd toen zij de schetsjes zag. U houdt van uw werk, U wilt er wat van maken, hè? Ik vind ze allemaal mooi. Kiest U zelf maar.

Kodein koos de meestbelovende. In zilver, zei hij.

Niet in goud?

In zilver. Het wordt te groot, te protserig in goud.

U doet maar.

[pagina 104]
[p. 104]

Kodein had het collier gemaakt, de nota geschreven, het pakje afgeleverd en een ander karwei ter hand genomen. Weken later dan hem goed uitkwam was hem nog niets betaald. Ten slotte kwam er iets. Een pakje met het collier en geen andere toelichting dan een zwart-omrand bericht, tien dagen oud.

Zij bleek daarin als moeder en tante, als zuster en grootma, behuwd en bemind aan tal van namen gekoppeld. Het had haar niet hier kunnen houden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken