Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nellie's groote vertelselboek. Sprookjes en vertellingen van Mevrouw van Kol (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nellie's groote vertelselboek. Sprookjes en vertellingen van Mevrouw van Kol
Afbeelding van Nellie's groote vertelselboek. Sprookjes en vertellingen van Mevrouw van KolToon afbeelding van titelpagina van Nellie's groote vertelselboek. Sprookjes en vertellingen van Mevrouw van Kol

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.05 MB)

Scans (247.98 MB)

ebook (9.14 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nynke van Hichtum

Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nellie's groote vertelselboek. Sprookjes en vertellingen van Mevrouw van Kol

(1931)–Nellie van Kol–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

De geleende koekepan



illustratie

‘ZIEZOO, dat werk is weer gedaan! Maar, 'k moet het eerlijk zeggen, het kost me heel wat zorg en vlijt en it zuinig overleggen; een stukje hier, een lapje daar, zoo hou 'k ons boeltje bij elkaar.’ Met deze woorden legde vrouw Van Stappen haar werk, een boezeroen van haar man, op zij om voor 't eten te gaan zorgen. Ze stookte het vuur wat op, ging toen de tafel dekken, en zong daarbij het volgende liedje:

 
Nu de tafel gedekt met een vroolijk gezicht,
 
Want waarom zou ik ook treuren,
 
Is het maal ook wat schraal en mijn beurs ook wat licht,
 
Och, dat kan de beste gebeuren.
 
Wie daarover kniezen of klagen wou,
 
Dat was al een heel onverstandige vrouw!
 
 
 
Ja, zoolang in mijn hart de liefde nog leeft
 
En vrede en eendracht hier binnen,
 
Als de hemel gezondheid en krachten mij geeft
 
Om 't dagelijksch brood maar te winnen,
 
Al schonk ook het lot mij een karig deel,
 
Toch ben ik gelukkig, al heb ik niet veel.
[pagina 83]
[p. 83]

Daar kwam haar man thuis, zwaar beladen met schoenen en laarzen (hij was schoenlapper van zijn vak), die hij bij zijn klanten had gehaald.

‘Dag vrouwtje!’ ‘Dag manlief!’ En beiden begroetten elkaar hartelijk, als een echt gelukkig paar menschen.

‘Zeg vrouw,’ vroeg van Stappen, ‘wat schaft de pot vandaag?’

‘Wel, aardappels natuurlijk,’ was het antwoord.

‘Och, altijd weer aardappels. En ik heb net zoo'n trek in pannekoeken. Toe, bak die vandaag eens!’

‘Dat is goed en wel,’ zei vrouw Van Stappen, ‘meel en olie heb ik nog in huis, maar ik kan toch geen pannekoeken bakken in mijn slof. Want een koekepan bezitten we niet, en hoe kom ik daaraan?’

‘Is 't anders niet? Dan weet ik wel raad, vrouw. We leenen er een bij Keetje van hiernaast, en dan geven we haar voor de moeite een lekkere pannekoek.’

Zoo gezegd, zoo gedaan. Van Stappen ging aan 't kloppen, zijn vrouw besloeg het meel, en daarbij zongen ze op de maat:

 
Wie het meel beslaat met een luchtige hand,
 
Die vallen zijn koeken niet krom;
 
Wie een liedje zingt uit een vroolijk hart,
 
Dien vliegt er de tijd bij om.
 
Lustig, lustig, vluchtig, kluchtig,
 
't Maakt er de zorg van 't leven licht,
 
En een pannekoek in een leege maag
 
Is beter dan 't mooiste gedicht.

Daarna werden de koeken gebakken, en weldra zaten man en vrouw heerlijk te smullen. Maar terwijl ze aan 't praten en eten waren, stak de leerjongen, die een paar schoenen had moeten wegbrengen, zijn hoofd door 't raam, snoof met welgevallen de lekkere lucht op en zong daarbij, terwijl hij met begeerige blikken naar de koeken keek:

[pagina 84]
[p. 84]
 
De reus van Klein Duimpje rook menschenvleesch
 
En ik ruik pannekoeken.
 
De reus van Klein Duimpje trok laarzen aan
 
Om 't menschenvleesch op te gaan zoeken.
 
Op menschenvleesch ben ik niet dol,
 
En 'k zou daarop niemand verzoeken,
 
Maar 't is etenstijd en mijn maag is hol,
 
Ik ruik, ik ruik pannekoeken!
 
 
 
Och, kijk nu wat heerlijke smulpartij,
 
Om iemand begeerig te maken!
 
Was Jantje, de leerjongen, ook daarbij,
 
Ze zouden nog ééns zoo goed smaken.
 
Hij werkte toch altijd voor tien.
 
Wie zou nu zoo'n jongen vergeten.
 
Want zoo'n wonderkind is nog nooit gezien;
 
Voor één, voor één wil hij maar eten!

‘Zeg, vrouwtje,’ sprak Van Stappen, ‘geef Jan ook maar een pannekoek.’

En Jan liet zich niet nooden, maar viel als een uitgehongerde op den pannekoek aan, dien hij in een oogenblik verslond.

Daar gaf opeens vrouw Van Stappen een gil van schrik, want ze had gemerkt, dat er geen pannekoek voor buurvrouw was overgebleven! En 't was toch de afspraak, dat die er een krijgen zou. Wat nu gedaan! Zooals 't meer gaat, begonnen man en vrouw nu te kibbelen en elkaar verwijten te doen. Geen van beiden wilde nu de pan terugbrengen; zij niet, omdat ze niet durfde, hij niet, omdat 't geen mannenwerk was om met een koekepan over straat te loopen.

‘Nu, ik spreek er niet meer over.’

‘En ik ook niet,’ zei Van Stappen.

‘Dan zullen we eens zien, wie het 't langst kan volhouden om zijn mond te houden.’

‘Goed dan; maar wie het eerst een woord spreekt, die moet voor zijn straf de koekepan terugbrengen.’

[pagina 85]
[p. 85]

Nu gingen ze allebei zwijgend aan 't werk; maar na een poos begon 't hun te vervelen en ging de vrouw een deuntje zingen, waarop Van Stappen fluitend inviel. Maar met een kwaad gezicht hield ze nu weer op, en daar zaten ze nu tegenover elkaar stommetje te spelen, toen opeens de deur openging en een klant binnenkwam met de vraag, of Van Stappen hem een paar laarzen wilde aanmeten. Wat nu gedaan? Spreken mocht niet! Dan maar alles met gebaren duidelijk gemaakt. - Geen wonder dat de klant meende, dat man en vrouw allebei hun verstand verloren hadden, en daarom maakte hij maar gauw dat hij wegkwam om een dokter te gaan halen.

Toen deze binnenkwam, merkte hij dadelijk hoe de vork in den steel zat. ‘Een kibbelpartijtje tusschen man en vrouw,’ zei hij. ‘Daar zal ik wel eens gauw een eind aan maken!’ Hij liet ze nu allebei op een stoel plaats nemen, bond hun een natten doek om 't hoofd en ging achter hen staan, plechtig de volgende woorden uitsprekend: ‘In naam van den grooten toovenaar Lumpacivagabundi bezweren wij u, booze geesten van toorn, twist en tweedracht, ten spoedigste dezen braven schoenlapper en zijn vrouw te verlaten, opdat de goede geesten van vrede, liefde en eensgezindheid weder bij hen mogen wonen en de stormen gestild worden, die door u in hunne zielen zijn opgewekt!’ Daarop zette de dokter zijn hoed weer op en ging heen met de raadgeving: ‘Ziezoo, blijf nu maar stilletjes zitten, dan kom ik over een paar uurtjes eens kijken, hoe 't gaat.’

Pas was de dokter weg, of de schoenlapper stond op, stak een kaars aan en begon de kamer te doorzoeken. Hij snuffelde in alle hoeken, keek onder de kast, en haalde alles voor den dag. Zijn vrouw volgde nieuwsgierig al zijn bewegingen, maar eindelijk. kon ze 't niet langer uithouden. Ze sprong op en riep uit: ‘Maar man, waar zoek je toch naar?’

‘Naar je tong, vrouwtje!’ was 't antwoord, ‘maar nu heb ik hem gevonden!’

Toen barstten ze uit in een hartelijk gelach, pakten elkaar vroolijk beet, en zongen samen met Jan, den leerjongen, die

[pagina 86]
[p. 86]

achter hun rug allerlei grimassen stond te maken, dit vroolijke liedje:

 
Komaan, komaan wij jagen
 
Die kwaadheid naar den drommel!
 
De bokkepruik die smijten wij
 
Voorgoed bij d' ouden rommel.
 
Dan koopen wij als 't kan,
 
Voor ons een koekepan,
 
 
 
Die hangen wij hier netjes neer
 
En komt er soms een woordje weer
 
Den vrede hier verstoren,
 
Dan zeg ik: vrouw, dan zeg ik: man!
 
Kijk naar de koekepan,
 
En 't onweer is bezworen!


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken