Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Levenders reden-feest, oft Amsteldams Helicon (1624)

Informatie terzijde

Titelpagina van Levenders reden-feest, oft Amsteldams Helicon
Afbeelding van Levenders reden-feest, oft Amsteldams HeliconToon afbeelding van titelpagina van Levenders reden-feest, oft Amsteldams Helicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (92.22 MB)

ebook (3.69 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Levenders reden-feest, oft Amsteldams Helicon

(1624)–Jan Sijwertsz Kolm–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Op-ghestelt By de Brabantsche Reden-Rijcke vergaderingh uyt Levender Ionst


Vorige Volgende
[Folio K1r]
[fol. K1r]

Egvvaert. Segh vvaerheydt.

Refereyn op de Reghel.

 
ALs schijnheyligh vernuft sal hebben aengevangen
 
Te trecken uyt zijn cleedt, met een wesen vermomt,
 
Van veel te schijnen, doch heel weynigh int erlangen
 
Als hy verlaten sal zijn ghewoonlicke gangen,
 
En zijn mont snoeren sal van redens schoon verblomt
 
Als menigh waenwijs geck die hem veele beromt
 
Van wetenschap en konst ghelijck als een der zotten,
 
Die int minst weten niet dan stout en onbeschromt
 
Met fraeye oeffeningh te schimpen en te spotten,
 
Als hy hem wachten sal zijn neus meer te besnotten
 
Met te berispen dat hy kan verbet'ren niet,
 
Maer steken blijft daer in, beschaemt niet om verbotten
 
Als hy bekennen sal zijn fout by hem gheschiet,
 
Als hy de waerdigheyt van menigh werck bespiet,
 
En zijnd' als overtuyght zyn schimpen sal afsnoeyen,
 
Als hy gheheel en al verlaet syn oude Liet,
 
So sal Rethorica veracht, recht vveder bloeyen.
 
 
 
Als eyghen wijs vernuft hem sal ghevangen gheven
 
Onder goet onderricht overtuyght in syn waen
 
Als men siet onverstant ghehoorsamigh aencleven,
 
Leersame oeffeningh, de Mensche nut int leven,
 
En met de reden goet, hem sal beraden gaen
 
Wanneer de hoorende doof sal doen naer goet vermaen,
 
En de halstarrigheyt te rugghe sal afwysen,
 
Wanneer't een eynde neemt, en sal wesen ghedaen
 
Met die syn willens bot, de reden een afgrysen,
 
Wanneer achteloosheyt sal waernemen en prijsen
 
Tot synen 's Naestens nut den kostelicken tyt
 
Om yet wat loffelicx uyt hem te laten rijsen,
 
Dat mochte oorboor syn voor den Mensch breedt en wyt,
 
Als menigh constigh gheest met ernst en grooten vlyt
 
Tot voordeel vande Maeght syn Pen sal laten vloeyen,
 
Bevryt en heel gherust van Momus, Nyt, en Spyt,
 
So sal Rethorica veracht, recht weder bloeyen.
[Folio K1v]
[fol. K1v]
 
Als de neuswyse eens die de Const oeffenaren,
 
Lasteren vroegh en laet, mercken haer eyghen schandt,
 
Die selfs draghen in d'oogh een balck tot haer beswaren,
 
Die zy niet voelen, maer steets noch grooter vergaren,
 
En zien een Splinter cleyn, die zy als metter handt
 
Een ander wysen haest, als zy haer onverstant
 
Sullen bekennen recht, en nae de reden hooren,
 
Dan sal Rethorica, als op een nieu herplant
 
Weer comen in haer fleur, also zy was te vooren,
 
Alsmen eens ziet gheweert die veel blasen in d'ooren,
 
Tot nae-deel vande Konst spuyghen so haer fenijn,
 
Om soo de teere lust te dempen en te smooren,
 
Die voorderen de Maeght in een oprechten schijn,
 
En met de Minnaers al te saem trecken een lijn,
 
Om dees Mommisten al met reden te verfoeyen,
 
Als haer aenrichten al eens vruchteloos sal zijn,
 
So sal Rethorica veracht, recht weder bloeyen.
 
 
 
Prince.
 
 
 
Dan sal zy yeder een van haer Schatten uyt-meten,
 
Die van haer vloeyen veel, als uyt der Consten stroom,
 
So s'in voorighen tydt haer seer wel heeft ghequeten,
 
En noch int minste niet en sou wesen vergeten,
 
So haer benyders al maer bleven in den toom,
 
Sy zou ontluycken weer als een Jeughdighen Boom,
 
En van haer gheven dan seer veel lofsame Vruchten,
 
Die van veel zijn gheacht, als ydelheyt of droom,
 
Die oorsaeck zijn dat zy blijft als in een versuchten,
 
Die uytspuyghen van haer valsch verzierde gheruchten,
 
D'welck niet comen en can dan uyt een laster-mont,
 
Die naer den ouden aert om brenghen int beduchten,
 
Menich Const oeffenaer openbaert zynen gront,
 
Als dit Momus gheslacht door de reden ghewont
 
Light kracht en machteloos ghevanghen als in boeyen,
 
En door onlustigheyt ghelijck als onghesont,
 
So sal Rethorica veracht, recht weder bloeyen.

 

Segh vvaerheyt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken