Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Papieren tijgers (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Papieren tijgers
Afbeelding van Papieren tijgersToon afbeelding van titelpagina van Papieren tijgers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

Scans (11.55 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
kritiek(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Papieren tijgers

(1980)–Gerrit Komrij–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Een causerie

‘Dames en heren! In de reeks Muzikale Mozaïeken is mij gevraagd hedenavond een lezing te houden over de petomanie, de kunst van het scheten laten. Helaas: - zonder lichtbeelden.

Zonder voorbeelden helaas ook. We waren in het bezit van een grammofoonplaat waarop een groep uitgelezen petomanen zijn kunsten ten gehore bracht. We hadden hem hier willen draaien. Het was manna voor uw oren geweest. Maar we hebben die plaat uitgeleend en dus nooit meer teruggekregen.

Manna voor de oren... Misschien zijn er onder u die teergevoelig zijn, dames en heren! Ik begrijp dat. We dienen in het belang van ons onderwerp hier en daar een woord te bezigen dat niet geheel welvoegzaam is. Ook ons stuit dat tegen de borst. Maar het is niet anders. Mogen zij die aanstoot nemen aan de boerser aspecten van onze ronde moerstaal thans hun oren toestoppen met was, en mogen ook zij die een zwakke maag bezitten de zaal verlaten.

Meen niet, dames en heren, dat petomanen een vulgair slag zijn. De petomanie is een zaak van oneindige kiesheid. Ordinair scheten laten kan iedereen. Een petomaan kijkt daarop neer. Zelfs van een vrouw die door het gelijktijdig laten van een wind, een okselscheet, een boer én van wat ze in feministische kringen, niet zonder enige humor ditmaal, een “schedebabbel” noemen, een opmerkelijk staaltje van quadrafonie ten beste geeft, zelfs van zo'n vrouw raakt de petomaan niet onder de indruk.

Een petomaan laat geen winden. Ik zal een definitie van hem geven. Een petomaan is iemand die gasophopingen in dier voege manipuleert dat het resultaat een kunstwerk is, of althans verbazing teweegbrengt. De scheet is bij hem geen doel, maar een middel. Winden zijn z'n materiaal.

[pagina 110]
[p. 110]

De wáre petomaan weet zijn repeterende scheten te modelleren tot een fuga van Bach, of hij pijpt middels zijn poepgat An der schönen blauen Donau. 't Soldatesker, minder artistiek bevlogen deel der petomanen schiet scheetsgewijs een kurk van een fles op twintig meter afstand, of brengt, met zijn kweelgraag achterstuk tegen 't sleutelgat geperst, in een andere kamer een klok aan 't beieren, louter door haarfijn te richten. Dit zijn de krachtpatsers onder de petomanen, de o zo kundige, maar ietwat fantasieloze bruten.

De kunstzinnige scheten hebben mijn voorkeur, dames en heren, de produkten van het lyrisch gas. Ik smaakte eenmaal het voorrecht het optreden bij te wonen van een der laatste, nog levende kunstschijters, een bariton. De taal die hij sprak kon met recht bekakt worden genoemd. Hij begon zijn optreden met wat lichte... oefeningen: hij blies met zijn zuchtende onderstuk drie kaarsen van onderscheiden grootte uit - de kleinste met een piepertje, een jongemeisjeswind, de middelste met een flinke, geduchte roffel, en de grootste kaars met een geluid dat nog 't meeste weg had van een gewelddadig onweer in het hooggebergte. Vervolgens rookte hij in zijn, wat ik maar zal noemen artistieke opening een sigaret.

Níéts was dit alles vergeleken bij de hoofdmoot van het programma, het... klapstuk. De petomaan was enkele minuten achter het gordijn verdwenen, ik vermoed om lucht te vergaren, om zo te zeggen rectaal te inhaleren, hij kwam terug, hurkte terneer, en begon onmiddellijk uit zijn onderste mondje te spelen - zo schoon! Zo zieldoorsnerpend! Nooit hoorde ik schoner lied. - Je kon bijna de woorden verstaan. 't Was heel opzwepend ook, een mars, een oude boerenwijs, ik kan het niet meer zeggen. Wél werd mij in die winderige minuten de schoonheid van de kunst geopenbaard, de ziel van de muziek. Ik was voorgoed een ander mens geworden. Nu ik van de laxerende bron geproefd had, was ik als een naakte zwerver op deze aarde, en mijn leven zou voortaan enkel in het teken staan van, ja een speurtocht zijn náár de schijtlijster.

De petomanie, dames en heren, had mijn leven veranderd.

Ik kan ook zelf intussen al, na lange oefeningen, een bescheiden deuntje blazen. Op 'n stille zondagmorgen kan je bij mij

[pagina 111]
[p. 111]

thuis - oh! heel bescheiden nog! - het roodborstje tikt tegen 't raam regelrecht uit mijn eh... reet horen komen, en héél smartelijk, héél schuchter haal ik nog nét 't laat mij erin, laat mij erin. Verder kom ik niet, het blijft maar 'n liefhebberij.

Wel droom ik er, in eenzame nachten, van dat ik de beschikking heb over voldoende gas, onophoudelijk. Ik zou van de wereld één muzikaal festijn maken. De draaiorgels werden afgeschaft, en elk mens was zijn eigen draaiorgel.

In mijn stoutste dromen maak ik zelfs mee dat ik níét schuchter met een futloos laat mij erin, laat mij erin hoef af te lopen als een goedkope wekker, maar er, pang! meteen het Bergen op Zoom, houdt u vroom uitknal, gevolgd door alle coupletten van de volksliederen van West-Europa. Ik ben een éénpersoons-taptoe geworden. 't Zijn maar dromen.

Als ik evenwel, dames en heren, met het voorgaande ook bij u de smaak gewekt heb voor een rechtvaardiger verdeling van de lichaamsgassen, voor de nobele harmonie der winden, voor de klankrijkdom van wat ik maar zal noemen onze adamstrompet, dan acht ik de moeite die ik mij voor deze korte causerie, zónder lichtbeelden, heb getroost, ruimschoots beloond. Ik dank u.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken