Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het menschdom verlost (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het menschdom verlost
Afbeelding van Het menschdom verlostToon afbeelding van titelpagina van Het menschdom verlost

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.58 MB)

ebook (2.80 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

epos
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het menschdom verlost

(1874)–Lodewijk de Koninck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Strijd der Engelen

 
....... De groene weiden zwelgen
 
Reikhalzend 't offerbloed der zonen van 't verdelgen,
 
Dat over 't pantser loopt, en slurpen 't roode nat
 
Met open monden in, tot barstens vol en zat
 
Aan d'uitgestorten zoeningsdrank, waar beemd en akker
 
Met heesche keel om schreeuwt en roept den hemel wakker.
 
Die laat in grimmigheid zijn langen kettingtros
 
En 't krakende gespan van donderbussen los
 
En 't vliegende geschut van bliksems uit de wolken,
 
Die reegnen vuur en vlam van oorlog op de volken
 
En hagelslag van ramp en dichten watervloed
 
En donkrebuiennacht van nederplassend bloed,
 
Die valt zoo zwaar en dik, dat 't weerlicht gaat verloren,
 
Bestulpt in 't grondloos zwart. De schorre donders smoren
 
In 't bruisende geluid der wolken leêggeschud,
 
Die storten naar omlaag, door dam noch dijk beschut,
[pagina 38]
[p. 38]
 
En watervallen al des hemels losgeschoten
 
Door de open spuien heen, en bronnen uitgegoten,
 
Tot dat de krijschende aard, van gruwlen afgespoeld,
 
Haar dorre keel gebluscht. haar dorst heeft uitgekoeld
 
En, zatgezogen, zwijgt. Zoo klettren slag op slagen
 
De bliksems vuist uit vuist, die al zijn raak en dragen
 
Hun volle dracht en kracht, en fluiten lijf om lijf
 
In sissende geslang, en werpen dik en stijf
 
Hun kronkelbussels uit van knarzelende vlammen,
 
Die met hun scherpe tong verslinden hellemkammen
 
En bergen klinkklaar staal, en brullen met geweld,
 
Van honger aangeprest, al razend om door 't veld.
 
De lucht geeft op van vlam. De beide legers spreien
 
Hun vuurge vleugels uit in schitterende rijen,
 
Die wentlen door elkaar en drijven langs den grond,
 
In slingring op en neer, verwoesting zaaiend rond.
 
Wat snelle geest beschrijft, wat engeltong mag malen
 
Der hemelvolken strijd, wat al met zonnestralen
 
En dageraad gekranst, in 't licht te voorschijn treedt,
 
Met kracht en majesteit ontzaglijk uitgereed
 
En bliksems scherp van vlam, die spranklen uit de slapen.
 
Wie telt de wondren op van dapperheid, in 't wapen
 
Groothartig uitgevoerd door kapitein en man,
 
Waar elk een godheid is, die dondert wat hij kan!
 
Zij dienden uitgebrand in eeuwig brons te leven,
[pagina 39]
[p. 39]
 
In onbederflijk goud op perkament geschreven,
 
Doch, wat de vuurgloed drijve en wat de veder schrijv,
 
Het geeft geen schemerschijn van 't weergaloos bedrijf,
 
Waar ieder kampt om de eer en niemand kan voorzeggen,
 
Wie in de worsteling het hoofd zal onderleggen,
 
Wie deinzen zal, wie staan en eeniglijk de vlag
 
In 't veld zal heffen en doen pralen in den dag,
 
Daar alle winden stil haar zege tegenwuiven,
 
Platliggend aan haar voet. De legerdrommen stuiven
 
En woelen in elkander. Mars, de Stoute, kort
 
Getoomd en geemlijk van gekropte gramschap, stort
 
Aan 't spits der onverzoenbren midden in de benden
 
Van Ariël en valt als 't onweer in zijn lenden,
 
Die kraken van den schok en buigen voor 't orkaan.
 
't Wordt alles meegesleept en maakt ons ruime baan.
 
Verschriklijk uit de vuist der hooggebouwde reuzen
 
Gaan de ijzren knotsen neer en brijzelen en kneuzen
 
En tuimlen wagenaar met wagen om en rad,
 
Slaan diamanten helm in bluts en builen plat,
 
Verwringen harrenas en splintren stalen schilden
 
Te stuk als knetterglas. Nu vliegen Odins gilden
 
Met vreeselijk gebrul in 't hevigst van den strijd;
 
Gelijk de ontsnoerde storm de waatren overrijdt
 
Met schuiflend neusgeblaas en in zijn machtige armen
 
De lucht en golven vangt. De jacht dier snelle zwarmen
[pagina 40]
[p. 40]
 
Kwam ijlings aangedraafd uit 't mistig noorderland
 
Bij 's hemels sluitbarreel, alwaar zij hielden stand
 
Tot borstweer van het rijk aan 's afgronds naakte zoomen,
 
Waar de afgekoelde zon slechts bukkend aan kan komen,
 
Wegduiklend over 't ijs, en de uitgebannen nacht
 
In doodsche stilte heerscht. Daar hielden zij de wacht
 
En, steigrend op 't karos van grauwe nevelwolken,
 
Getrokken door den wind, doorwervelden de kolken,
 
En hielden in den toom den winter streng en straf,
 
Die in zijn felle vuist den witberijpten staf
 
Laat kraken rond de pool, waar de aardkloot draait en kantelt,
 
Met glimmend ijs bekroond en sneeuwgepluimte ommanteld.
 
De zwarte reuzenbui zuigt snorrend door de lucht
 
Die krimpt van siddring weg en jaagt vooruit een zucht
 
Bij 't naderend gevaart dier levendige schotsen
 
En 't gruwelend gebergt van huppelende rotsen.
 
Maar Ophiël, de Troon, ontstelt niet op dit zicht:
 
‘Op! Englen, op! Sluit aan de slaggeleedren dicht!
 
De lansen al geveld om 't onweer af te sparren!’
 
Op 't woord slaan vliegend toe de rangen dik van starren.
 
De voorste rij, geknield, ter aarde drukt de speer;
 
De tweede, over de eerste bukkend, steekt 't geweer;
 
De derde, staande recht, houdt 't wapen uitgestreken;
 
Driedubble muur van staal, die 't woest gevaart moet breken.
 
De noordsche stormenvlaag met donderend gerucht
[pagina 41]
[p. 41]
 
Stort als een gietgetij van bergen uit de lucht,
 
Dat, in den rug gestuwd, besteigert duin en dammen,
 
Besprongen te gelijk van honderdduizend rammen,
 
Aanstootend schok op schok. De dijk breekt midden door,
 
De wilde tuimelstroom bruist in 't geopend spoor
 
En spoelt in 't kokend schuim der snelle dwarrelkolken
 
Geweer en manschap weg. Van al de starrevolken,
 
Die blonken in gelid, staan weinig uit den schoot
 
Der donkre waatren op. Zoo heft van gansch de vloot
 
Eene enkle leeuwenvlag zich statig op de golven
 
En houdt in eer de zee, begrauwd van duizend wolven.
 
Dus 't karig heldendom, ontworsteld aan den vloed,
 
Kiest nieuwen strijd ten deel, vraagt uitkomst aan zijn moed,
 
Betrouwende op zijn God, en, om geen macht verlegen,
 
Dwingt de overwinnaars nog te twisten om de zege,
 
Ontklimt den ondergang en uitgegraven val
 
En voert zijn naam en faam tot de uitgrens van 't heelal.
 
Gehonderd vallen we op zoo nietig klein een kamper,
 
Een strijd al te ongelijk. Slechts met een glimlach schamper
 
Verwaardigt hij ons macht en met onstoorbre peis
 
Drijft de uitgeschoten spies en bliksemt reis aan reis
 
Ons lenden stuk en door ten spijt der harrenassen.
 
Hoe meer hij wordt bestookt, hoe meer zijn krachten wassen;
 
Het schijnt bij elke slag, dat hem een versche tocht
 
Van vlam door de aders blaast en geest van levenslocht.
[pagina 42]
[p. 42]
 
Wij voelen stoot op stoot in zwijmling ons verslappen,
 
De warmtebron van 't hart door duizend spleten snappen.
 
't Is schand! Een handvol volks, van wond op wond vermast,
 
Beschaamt zoo machtig heer en torscht zoo zwaar een last.
 
Hoe 't klein getal verdunt, zij vlieden noch en wijken,
 
Zij vallen, waar zij staan, en dekken met hun lijken
 
Den ingenomen post, en, uitgestrekt in 't zand,
 
Bedreigen nog.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken